In winkels waar voeding wordt verkocht, mogen honden niet binnen om hygiënische redenen.
Het kan zijn dat de eigenaar van de zaak een enorme dierenvriend is en een oogje dichtknijpt, maar in principe mag het dus niet. Dit verbod geldt overigens ook voor katten, vogels en andere dieren. Volgens de wet is het niet hygiënisch om je hond naar plaatsen te brengen waar eten verkocht wordt, aangezien hij sporen kan nalaten van kwijl, urine en uitwerpselen. Hij kan ook vuiligheid met zich meedragen in zijn vacht of aan zijn pootjes en dat kan dan weer achterblijven in de winkel. (Nochtans wijst onderzoek uit dat hondenpoten over het algemeen schoner zijn dan onze eigen schoenzolen ...)

In horecazaken mag je viervoeter wél mee, op voorwaarde dat hij zich niet in een ruimte bevindt waar eten bereid of bewaard wordt. Sommige eigenaren kiezen er bewust voor om geen honden toe te laten en dat is hun goed recht. Blindengeleide- en hulphonden mogen altijd binnen. De persoon met een beperking moet wel te allen tijde de controle over de hond hebben. Als horeca-uitbater mag je aan de eigenaar vragen of de hond een hulphond is en welke functie hij precies vervult, maar de eigenaar is niet verplicht om je een bewijs van zijn beperking te tonen, noch om te bewijzen dat zijn hond wel degelijk een hulphond is.

Ook politiehonden mogen een supermarkt binnen, zolang ze vergezeld worden door een agent of een bewaker. Als die uitzondering er niet was, zou een politieteam met een hond de achtervolging moeten staken als er een crimineel een supermarkt binnenloopt, wat natuurlijk heel onhandig is.

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen