Doorgaans kunnen paarden stappen, draven en galopperen, maar er bestaan ook enkele uitzonderingen die nog een tikkeltje meer in hun mars hebben. Deze uitzonderingen zijn de zogenaamde ‘gangenpaarden’ die extra gangen bezitten. Welke gangen dat precies zijn, hoe ze eruit zien en welke rassen het geluk hebben ze te beheersen, kom je allemaal te weten in dit artikel.

Wat is een ‘gangenpaard’ nu precies?

In normale omstandigheden heeft een paard drie basisgangen: de stap, de draf en de galop – soms wordt daar ook de rengalop nog bij geteld. Sommige paardenrassen hebben echter nog een extra gang: de tölt of de telgang. Of een paard zo’n extra gang bezit, is genetisch bepaald – de afwijkende gangen kunnen bijgevolg niet aangeleerd worden. Nee, het is dus (jammer genoeg) niet mogelijk om je Arabische paard of Holsteiner plotseling een bijzondere gang te laten uitvoeren.
 
Wist je dat gangenpaarden hun extra gang(en) kunnen verliezen? Als je hen gedurende een lange tijd dressuurmatig traint, zullen de dieren langzaamaan hun vermogen om de tölt of telgang te vertonen, verliezen. 
IJslander in tölt
De IJslander is het perfecte voorbeeld van een gangenpaard

Een beknopte paardengangen-encyclopedie

 
Basisgangen 

 
Stap

De eerste en meteen ook de rustigste gang is de stap. Hierbij zal het paard om de beurt ieder been afzonderlijk optillen en neerzetten. De volgorde gaat als volgt: rechtsachter, rechtsvoor, linksachter en linksvoor. Er zijn dus op ieder moment minimum twee hoeven tegelijkertijd aan de grond en de hoeven raken in vier aparte tellen de grond.
 
 
Draf
De tweede gang van het paard wordt de draf genoemd. De draf is sneller dan de stap, maar trager dan de galop. Het dier zal afwisselend zijn linkervoorbeen samen met zijn rechterachterbeen en zijn rechtervoorbeen samen met zijn linkerachterbeen voortbewegen, met een kleine zweeffase ertussenin. Je hoort de hoeven tweemaal de grond raken
 
 
Galop
De derde paardengang is de galop. In galop zal een paard eerst een van beide achterbenen vooruit bewegen, gevolgd door het andere achterbeen tezamen met het diagonale voorbeen en tot slot het andere voorbeen. Nadien volgt een zweeffase en begint het hele rijtje opnieuw. In galop hoor je de voeten in drie tellen neerkomen: ka-ta-klop; ka-ta-klop; ka-ta-klop ….
 
 
Rengalop
Een normale galop is een drietaktbeweging waarbij drie afzonderlijke hoefslagen te horen zijn. De rengalop daarentegen is een erg snelle viertaktbeweging waarbij elk been apart opgetild wordt. Er zijn daarom vier in plaats van slechts drie passen te horen. De rengalop is dus eigenlijk een supersnelle galop waarbij de ruiter best een verlichte zit aanneemt. 
paard in galop
De galop is een drietaktgang met een zweeffase ertussenin
paard in draf
In draf beweegt een paard benen diagonaal naar voren en naar achteren

Speciale gangen

 
Tölt

De tölt is een paardengang waarbij, in tegenstelling tot de draf, geen zweefmoment plaatsvindt. Dat laat de ruiter toe muisstil te blijven zitten tijdens het rijden. Net zoals in de stap is de voetvolgorde: rechtsachter, rechtsvoor, linksachter en linksvoor. Niettemin verschillen beide gangen in de manier waarop de hoeven worden opgetild en neergezet. In tölt zal het paard slechts op één of twee benen tegelijkertijd steunen in plaats van op twee of drie. Het dier zal zijn zwaartepunt naar achteren verleggen, zodat de schouders en voorbenen makkelijker kunnen bewegen. Dit resulteert in een spectaculaire, hoge knieactie die je onder andere bij het IJslander paard mooi kan zien. 
 
  
Telgang
Bij de telgang maakt een paard een laterale (in plaats van een diagonale) drafbeweging waarbij beide benen aan dezelfde kant tegelijkertijd vooruit bewegen. Het linkerachterbeen en linkervoorbeen bewegen dus gelijktijdig, eveneens als het rechterachterbeen en rechtervoorbeen. De telgang moet bovendien altijd zeer vlot gereden worden. Een laag tempo is dus niet gewenst en kan zelfs op fysieke problemen wijzen.
 
 

Paarden met extra gangen

Paarden met een extra gang worden al duizenden jaren gefokt. Fokkers hadden oorspronkelijk de bedoeling om een comfortabel rijpaard te fokken met een eerlijk en vriendelijk karakter. Dat is vandaag de dag nog steeds terug te zien: bijna alle gangenpaarden zijn echte lieverds die erg op hun ruiter gesteld zijn. Hieronder vind je een overzicht van verschillende paardenrassen die de tölt of telgang beheersen:
 
  • IJslander: rarara uit welk land komt de IJslander? IJslanders zijn oersterke paarden met een bijzonder uithoudingsvermogen en een pittig temperament. Het ras is een van de meest gekende en geliefde gangenpaarden ter wereld. De paarden kunnen zowel de tölt als de telgang uitvoeren en staan bekend om hun hoge en erg spectaculaire knieactie.
   
  • Paso fino: een klein, krachtig paard boordevol charisma: dat is de paso fino. Het paardenras is afkomstig uit verschillende landen in Zuid-Amerika en vertoont uiterlijke verschillen, afhankelijk van het land van herkomst. Zo is de Colombiaanse paso fino een stukje kleiner dan de Peruaanse variant, bijvoorbeeld. De paarden beheersen de tölt in drie verschillende tempo’s: de classic fino, de fino corto en de fino largo. De eerste is een trage tölt met een verkorte pas, de tweede is een tölt in een middelmatig tempo en de derde is een tölt in een snel tempo. 
   
  • Draver: de draver is een type paard dat oorspronkelijk gefokt werd om deel te nemen aan drafkoersen. Het gaat meestal om slanke, fijne paarden met een sterk gespierde achterhand en lange oren. Dravers hebben aanleg voor de telgang én de tölt. 
   
  • Aegidienberger: de aegidienberger is een relatief nieuw paardenras dat voortkomt uit een kruising tussen Peruaanse paso’s en IJslanders. Het zijn sterke paarden met een robuuste lichaamsbouw en het vriendelijke doch temperamentvolle karakter van een IJslander. Aegidienbergers zijn gangenpaarden in hart en nieren en kunnen dan ook heerlijk tölten.
paso fino
De paso fino bezit de tölt in drie verschillende tempo’s
rocky mountain horse
Ook de Rocky Mountain horse kan meerdere varianten van de tölt uitvoeren
  • Tennessee walking horse: de Tennessee walker ontstond begin 19e eeuw in Tennessee, in het zuidoosten van de Verenigde Staten. Hier werd hij voor uiteenlopende doeleinden gebruikt. Van werken op het veld tot chique koetsritjes op zondag: de Tennessee walking horse kon het allemaal. Het is een elegant paard met een fijn, edel hoofd en een uitmuntende arbeidsethos. Hij heeft twee extra gangen: de flat walk en de running walk. De flat walk is een snellere stap waarbij de achterhand dieper optreedt. De running walk is eigenlijk een versnelde versie van de flat walk en lijkt een beetje op snelwandelen. Ze kunnen er zelfs snelheden tot zo’n 14 kilometer per uur mee halen! Bij beide gangen bewegen de paarden hun hoofden heen en weer, op het ritme van hun treden.
 
  • Peruaanse paso: de Peruaanse paso komt, hoe kan het ook anders, uit Peru. De paarden werden speciaal gefokt om plantage-eigenaren te helpen bij hun werk. Omdat de paarden erg tredzeker zijn en bijna nooit struikelen, waren ze uiterst geschikt om de rotsachtige gebieden in te trekken. Bij de Peruaanse paso komt de tölt in de plaats van de draf. De dieren hebben dus, ondanks dat het gangenpaarden zijn, slechts drie gangen.
 
  • American Saddlebred: de American Saddlebred is een Amerikaans ras dat voornamelijk als showpaard gebruikt wordt. Het zijn edele, elegante paarden met wijde neusgaten en een lange hals. Het ras bezit twee extra gangen: de rack en de slow-gait. De eerste gang is een soort van versnelde tölt en de tweede gang is een gebroken viertakt die tussen de stap en tölt in zit.
 
  • Mangalarga Marchador: de Mangalarga Marchador is een veedrijverspaard afkomstig uit Brazilië. Ook in de Verenigde Staten is het paardenras best populair, maar over de rest van de wereld zijn ze iets minder bekend. De paarden beheersen zowel de tölt als de telgang, dewelke bij hen bekend staan onder de naam ‘marcha media’ (tölt) en ‘marcha picada’ (telgang). 
 
  • Rocky Mountain horse: de Rocky Mountain horse komt oorspronkelijk uit de Appalachen, in het oosten van de Verenigde Staten. Het is een echt bergpaard met een groot uithoudingsvermogen én enkele extra gangen. Ze bezitten een speciale variant van de tölt, namelijk de single foot. De snelle versie van deze single foot wordt de rack genoemd.  

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen