Wanneer je buiten een slang aantreft, is de kans bijzonder klein dat het om een inheemse soort gaat. Meestal is het een ontsnapt exemplaar, want aan het kleinste spleetje heeft de doorsnee slang genoeg om haar terrarium te verlaten. Helaas worden er ook regelmatig slangen moedwillig losgelaten, door eigenaars die hun huisdier beu zijn of de energiefactuur voor de warmtelampen in hun terrarium niet meer kunnen betalen. Hoe moet je handelen wanneer je een slang-zonder-kooi aantreft? Dierenarts Tom van Dierenartsencentrum Trigenio weet raad! 

Tip 1: Blijf kalm als je een slang ziet 

Je zou de eerste niet zijn om helemaal in paniek te raken wanneer je een slang ‘in het wild’ spot, maar dat is nergens voor nodig. De meeste huisslangen zijn gewend aan menselijke aanwezigheid en hebben geen kwade bedoelingen met jou. Giftige slangen mag je in België trouwens niet houden als huisdier en mocht je toch twijfelen, kan je ze makkelijk herkennen. Gifslangen hebben spleetogen, wurgslangen hebben ronde pupillen. Ook over dat wurgen hoef je je trouwens geen zorgen te maken: de doorsnee huisslang is niet langer dan een kleine meter en heeft slechts voldoende kracht om bijvoorbeeld een muis te mollen.  
 
 

Tip 2: Bel de brandweer 

Het grote voordeel aan slangen is dat het koudbloedige dieren zijn. Dat wil zeggen dat ze in ons koude kikkerland meestal niet erg beweeglijk uit de hoek komen. Je kan er dus perfect voor kiezen om de slang gewoon met rust te laten en de brandweer op te roepen. Hou haar in tussentijd wel goed in de gaten. Hoe traag slangen ook zijn, het zijn ook meester-verstoppers. Het laatste wat je wil is beseffen dat er een slang in je garage zit, maar niet weten waar ze gebleven is! Wacht rustig af tot de brandweer ter plaatse is en laat het moeilijke werk aan hen over. Ze zijn erop getraind om reptielen op een zo stressloze manier te onderscheppen.
 
 

Tip 3: Zo kan je zelf een (kleine) slang vangen

Weet je zelf van wanten en ben je bereid om de slang eigenhandig te vangen? Dat kan ook! De meeste huisslangen zijn handtam en worden regelmatig door mensenhanden aangeraakt. Toch weet je maar best waar je aan begint, want ook al is ze niet giftig, een slang kan flink bijten. Neem haar vlak achter de kop vast zodat ze haar tanden niet in jouw handen kan zetten. Professionals gebruiken een ‘slangenhaak’ om het reptiel vlak achter de kop tegen de grond te drukken alvorens het vast te grijpen, maar dat lukt even goed met een borstelsteel of vloertrekker. Eens je de slang vast hebt, zal ze haar lichaam omheen je arm kronkelen om houvast te hebben. Stop de slang in een kussensloop of jutezak die je zorgvuldig dichtknoopt. Zo zit ze veilig opgeborgen totdat de brandweer of een reptielenopvang ze komt ophalen. 
  
 

Tip 4: Eén persoon per meter slang 

Stoot je op een ‘grote’ slang, wees dan niet te stoutmoedig. Grofweg heb je één persoon nodig om één meter slang in bedwang te houden. Voor een slang van twee meter heb je dus een tweede man nodig. Deze slangen zijn zo sterk dat ze je wel degelijk kunnen verwonden en de echt grote reuzenslangen – van vier meter of langer – zijn zelfs in staat mensen te doden. Gelukkig is de kans erg klein dat je zo’n dier aantreft buiten haar slangenverblijf. Slechts weinig liefhebbers wagen zich aan een reuzenslang en wie toch besluit om dit type slang te houden, neemt zijn verantwoordelijkheid doorgaans erg serieus.

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen