Om de drie maanden je kat ontwormen: er bestaan leukere bezigheden, als je het aan ons vraagt. Toch is het voor de gezondheid van jouw kat, de buurtkatten en zelfs voor de volksgezondheid uiterst belangrijk om die goede raad op te volgen. Twijfel je nog? Lees dan hier het pleidooi van dierenarts Rob van DnA Dierenartsencentrum
De verantwoordelijkheid om onze maatschappij wormvrij te houden – of toch: om de algemene worminfectie laag genoeg te houden – dragen we met z’n allen. Dat lees je goed: een volledig wormvrije omgeving is waarschijnlijk een utopie, maar we kunnen er wel voor zorgen dat wormbesmettingen binnen de perken blijven. Omdat buitenkatten zichzelf continu herbesmetten – door contact met (uitwerpselen van) andere katten en door het eten van muizen – is het aan ons om regelmatig schoon schip te maken in hun lichaam. 
 
Om de hoeveelheid wormen in het lichaam van jouw kat en in je omgeving voldoende laag te houden om de volksgezondheid niet in het gedrang te brengen, hanteren dierenartsen de richtlijnen van het ESCCAP. Dat is het letterwoord voor ‘European Scientific Counsel for Companion Animal Parasites’ of de ‘Europese wetenschappelijke raad voor parasieten bij huisdieren’. Voor elk land in Europa schrijft die instantie voor op welke manier we wormbesmettingen bij onze huisdieren moeten beperken.  
 
 

Ontwormingsschema van kitten tot volwassen kat 

Concreet wil dat zeggen, voor katten die in België verblijven: 
 
  • Kittens krijgen hun eerste ontworming op een leeftijd van 2 weken
     
  • De behandeling wordt om de twee weken herhaald, tot op een leeftijd van 8 weken
     
  • Vanaf dan is het nodig om 1 keer per maand te ontwormen, tot de kat een half jaar oud is 
     
  • Daarna volstaat het om je kat elke drie maanden te ontwormen 
 
 
Er bestaan verschillende ontwormmiddelen die stuk voor stuk goed werken, maar op een andere manier toegediend worden. Het meest bekend zijn de ontwormingspillen, maar de meeste katten zijn daar geen grote fan van. Om van het vierjaarlijkse ontwormmoment geen strijd te maken, kan je ook kiezen voor een pasta die je rechtstreeks in de mond spuit of verwerkt in wat smakelijk natvoer. Nog handiger is het gebruik van druppelpipetten die je tussen de schouderbladen en aan de halsbasis op de huid aanbrengt. Let op: niet elk ontwormmiddel is geschikt om aan kittens of jonge katten te geven. Raadpleeg je dierenarts voor het juiste middel dat bij jouw kat past. 
 
 

Moet je ook binnenkatten ontwormen? 

Helaas kunnen katten ook besmet raken via eitjes die met het schoeisel van hun eigenaar meegebracht worden. Omdat de kans op infectie veel lager is, volstaat het om binnenkatten tweemaal per jaar te ontwormen. 
 
 

Overzicht wormen bij katten 

Bij onze huiskatten zien dierenartsen vooral deze drie (vier) types wormen voorkomen, elk met hun eigen levensloop, symptomen en gevaren: 
 
 

1. Spoelwormen 

Misschien wel het vaakst van allemaal zijn katten besmet met spoelwormen. Meestal dragen kittens ze zelfs al met zich mee van bij de geboorte. Krijgt je kitten (ook al is het goed ontwormd) een dik buikje en vind je een ‘spaghetti’ aan sliertjes in haar uitwerpselen of braaksel, dan is het hoogstwaarschijnlijk besmet met spoelwormen. Geïnfecteerde kittens hebben meestal honger als een paard, maar zien er mager uit (uitgezonderd hun buik vol wormen). Ze voelen zich niet zo goed omdat de parasieten al hun voedsel voor hun neus wegpikken. 
 
In de darmen van je kat leggen spoelwormen duizenden eitjes per dag. Die komen allemaal in de omgeving terecht via de ontlasting. Een kat die daaraan ruikt, maar ook een kind dat speelt in het gras of in een zandbak waar een kat haar ontlasting begraven heeft, kan zo besmet raken. Omdat de levenscyclus van de spoelworm zo moeilijk te doorbreken is, is het noodzakelijk om je kat regelmatig te ontwormen én om uitwerpselen van je kat zoveel mogelijk op te ruimen. 
 
 

2. Lintwormen

Nog zo’n bekende wormensoort is de lintworm, die een naam heeft die misschien niet zo goed gekozen is. Hij ziet er immers niet uit zoals een langgerekt, plat cadeautjeslint, maar als kleine, bewegende rijstkorrels die rondom de anus van je kat blijven plakken. Die ‘rijstkorrels’ zijn kleine eipakketjes die de lintworm van zijn eigen lichaam afknijpt om zich voort te planten.  
 
Lintwormen komen in het lichaam van je kat terecht wanneer ze besmette prooien opeet, maar wordt ook overgebracht via vlooien. Daarom zijn de meeste ontwormingsmiddelen meteen ook effectief tegen vlooien: de ene kan niet zonder de andere bestaan. Lintwormen kunnen tientallen centimeters en zelfs langer worden. Een kat met lintwormen voelt zich duidelijk niet lekker, krijgt diarree door schade aan de darmwand, likt veel aan haar achterste en schuurt ermee over het tapijt. 
 
 

3. Haakwormen 

Een minder vaak voorkomende worm bij katten is de haakworm, waarvan de larven via de huid of de slijmvliezen in het kattenlichaam terechtkomen. Een haakworm is ongeveer 1 cm lang en komt via de bloedbaan in de dunne darm terecht. Daar beschadigt hij de darmwand om zich te kunnen voeden met het bloed van zijn gastheer. 
 
Een kat die besmet is met haakwormen krijgt bloederige diarree en in een later stadium ook symptomen van bloedarmoede. Dat kan je duidelijk zien aan haar slijmvliezen (onder de ogen, in de bek) die niet meer roze maar bijna wit kleuren.
 
 

4. Hartwormen 

De hartworm vormt alleen een gevaar voor katten die mee op reis gaan en zullen we daarom hier niet bespreken. Wens je met je kat te reizen naar het zuiden van Europa, raadpleeg dan onze informatie over hartwormen bij honden in dit artikel
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen