Ken je de esdoorn, die boom met zijn typische ‘helikopterzaadjes’ die kinderen op hun neus plakken? Voor paarden, pony’s en ezels zijn die zaadjes helemaal niet zo onschuldig. Ze kunnen er ernstig ziek van worden en meer dan driekwart van de getroffen dieren overleeft de ziekte niet. 

De ziekte: esdoornvergiftiging of atypische myopathie

Paarden die gifstoffen gegeten hebben, krijgen erg snel last van deze spierziekte. Vaak worden ze pas gevonden wanneer het al te laat is. Vlak daarvoor liggen ze neer op hun zij en staan ze niet of heel moeilijk op. In een minder vergevorderd stadium hebben de dieren last van spierstijfheid, slikproblemen, slokdarmobstructie, koliek, moeilijkheden met ademhalen, rillen en zweten. De urine is donker en de blaas opgezet. Eens de ziektesymptomen ingetreden zijn, sterft meer dan 75% van de paarden. Het ganse ziekteverloop duurt vaak niet meer dan drie dagen. 
 

Oorzaak van esdoornvergiftiging: wanneer loopt je paard gevaar? 

Het is niet alleen opletten geblazen voor de zaden van de esdoorn, ook de bladeren (in de herfst) en de zaailingen (in de lente) bevatten het levensgevaarlijke gif. Zaden en jonge planten bevatten hogere concentraties gif dan de bladeren. Zaailingen die in hooi terechtkomen, kunnen na een jaar nog steeds paarden ziek maken. 
Enkele bladeren van de esdoorn
Esdoornblad
Enkele zaden van de esdoorn
Esdoornzaad
Er is ook goed nieuws: niet elke esdoorn is gevaarlijk. In Europa moet je vooral opletten voor de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) en voor een occasionele Noord-Amerikaanse vederesdoorn (Acer negundo) die hier opduikt. Maar om veilige esdoorns van gevaarlijke te onderscheiden, heb je een geoefend oog nodig. Bovendien zijn er honderden esdoornsoorten die bijlange niet allemaal onderzocht zijn op giftigheid. Je neemt dus beter helemaal geen risico.  
 

Hoe kan je esdoornvergiftiging voorkomen? 

Let dus heel goed op wanneer er esdoorns in de buurt van je weide staan. Vooral wanneer de weide erg kort staat en paarden op zoek gaan naar ander lekkers dan gras, durven ze van esdoorn proeven. Hou een extra oogje in het zeil op koude, natte, winderige dagen waarop veel dode bladeren in de weide terechtkomen. Jonge en magere paarden zijn extra gevoelig, maar elk paard kan de ziekte krijgen. 
 
Het grootste risico loop je wanneer de bladeren en de zaden vallen, vanaf oktober tot aan de eerste strenge vorst. In de lente komen de zaailingen uit en is er weer gevaar voor vergiftiging. Wanneer er veel zaden vallen in de herfst (en dus veel gevallen van esdoornvergiftiging worden gesignaleerd), is het ook in de lente extra opletten. 
 
Paarden die voldoende te eten hebben, zullen minder snel van esdoorn eten. Gebruik een weide met esdoorns in de buurt dus alleen als er voldoende gras op staat of wanneer de paarden continu bijgevoederd worden. Dat bijvoederen doe je in een net of ruif, zodat de paarden niet van de grond hoeven te eten (waar giftige plantendelen kunnen liggen). Het beste is uiteraard om je dieren tijdelijk naar een andere plaats te verhuizen, totdat het risicoseizoen voorbij is. 
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen