Een nestje fokken met je hond, het klinkt zo leuk. Maar als je het goed wil doen, komt er heel wat bij kijken. Annelies Lambaerts van Saarlooswolfhonden kennel Of Wolfs Whisper gunt ons 15 weken lang een unieke blik achter de schermen van hun recentste nestje puppy’s. Ze bespreekt alle aspecten van het honden fokken volgens de regels van de kunst, met bijzonder veel aandacht voor de gezondheid, het karakter en de socialisatie van de pups. Vorige keer kon Annelies bij de dierenarts voor het eerst de toekomstige pups zien, vandaag treft ze alle voorbereidingen om binnenkort een nestje pups in huis te verwelkomen. 
Het nestje van Ostar en Wolf wordt ons vierde nestje, we weten dus waaraan we beginnen. En ook hoe zo’n blijde gebeurtenis je hele leven op z’n kop zet. En je huis. Want telkens we zo’n zootje ongeregelde pups verwachten, bouwen we onze woonkamer om tot een waar ‘puppyparadijs’. Niet alleen om hen een veilig onderkomen te bieden, maar ook om de rest van onze huisraad te beschermen tegen al dat jong geweld. Om je een idee te geven hoe dat er precies uitziet, hier een overzicht van alles wat je nodig hebt om een nestje pups groot te brengen: 
 
 

1. De werpkist 

Van nature zoeken honden een knus nest uit om hun jongen te werpen. Vaak uit die ‘nestdrang’ zich in het verzamelen van kussens en dekentjes, graven ze holen in de tuin of verstoppen ze zich tussen de struiken. Om dat gevoel in huis na te bootsen, zetten we 3 weken voor de geplande geboortedatum een werpkist in de woonkamer. Daarin leg ik wat dekens en lakens die de mama-to-be mag stukscheuren tijdens het nestelen of bij het baren. Zo’n werpkist is een vierkante bak met een lage instapopening, waaruit jonge pups niet kunnen ontsnappen. Je wil zo’n hummeltje immers niet terugvinden onder de zetel of kast, waar moeder-lief er niet bij kan en het letterlijk doodbibbert. Aan de rand zijn ‘anti-doodligstangen’ bevestigd. Wanneer een pupje naar de kant kruipt en de moeder erbij gaat liggen, zorgen die ervoor dat het pupje niet stikt onder haar gewicht. Over de helft van de werpkist leggen we een donker doek, om het gevoel van een ‘hondenhol’ na te bootsen. 
 
 

2. De puppyren

Rondom de werpkist installeren we met kennelpanelen een grote puppyren. In het begin kunnen de pups daar nog niet in, maar de moeder is wel dankbaar om even afstand te kunnen nemen wanneer ze daar nood aan heeft. Bovendien houdt de puppyren onze andere honden weg bij de kersverse baby’s. Later zijn ze zeker welkom om eens te gaan snuffelen, maar pas wanneer Ostar hen zelf uitnodigt. De eerste dagen is dat nog niet aan de orde en mogen ze de pups alleen vanop een afstand bewonderen. 
 
 

3. Vloerbescherming 

In de puppyren beschermen we onze vloer met een groot stuk vinyl dat we bij elk nestje hergebruiken. Dat is makkelijk schoon te maken wanneer de pups een ongelukje hebben. In de werpkist leggen we elke dag een vers gewassen vetbed – op maat gesneden. Ook dat kan je makkelijk wassen, het neemt vuil en vocht op en het is aangenaam liggen voor de pups. 
Werpkist in woonkamer
De werpkist geeft de pups een veilig onderkomen, terwijl de moederhond ook even de benen kan strekken

4. Warmtelamp 

Tijdens hun eerste levensdagen zijn puppy’s nog niet in staat om hun eigen lichaamstemperatuur op peil te houden. Ze doen daarvoor beroep op de lichaamswarmte van hun moeder, maar gaan ook al eens graag onder een warmtelamp liggen. Die moet het oppervlak eronder opwarmen tot 26 à 28 °C. Na een dag of drie kan je die warmte beginnen afbouwen, dat zie je meestal wel aan het gedrag van de pups. Wanneer ze niet meer op een kluitje gaan liggen, maar ver van elkaar af, is het tijd om stap voor stap richting 22 °C te gaan. Nog een poos later hebben ze geen warmtelamp meer nodig, maar hoe lang dat precies duurt hangt van de omgevingstemperatuur af. 
 
 

5. Gekleurde halsbandjes, weegschaal en notaboekje

Omdat Saarlooswolfhonden slechts in twee kleuren voorkomen en geen aftekeningen hebben, zullen we de pups na de geboorte merken met een gekleurd halsbandje. Zo kunnen we hen in één oogopslag herkennen. Dat is handig om hen te wegen – dat doen we elke dag op hetzelfde tijdstip – maar ook om de ontwikkeling van hun karakter op te volgen. In een notaboekje houden we bij hoeveel de pups aankomen, hoeveel we ze eventueel moeten bijvoeren, wanneer hun oogjes opengaan, of ze medische problemen hebben, enzovoort. 
 
 

6. Een aangepast voedingsschema voor de moederhond

De ontwikkeling van pups in de baarmoeder vergt veel van een moederhond. Ze kan dus wat extra energie gebruiken. Alleen drukken de pups op een gegeven moment tegen haar maag, waardoor ze minder voedsel kan opnemen. Dan is het dus een kwestie van meermaals per dag te voederen en te kiezen voor een voeding die wat geconcentreerder is op vlak van energie. Ook na het werpen kunnen sommige honden wat extra gebruiken om aan de hoge melkgift te voldoen. Afhankelijk van de nestgrootte geven we soms tot zes keer per dag eten aan de moederhond – ook ’s nachts. 
 
 

7. Tools voor bij de geboorte 

Het meeste werk verricht het teefje zelf tijdens de geboorte, maar af en toe kan ze wat hulp gebruiken. Wanneer ze de navelstreng niet uit zichzelf afbijt, kan je die afbinden met een stuk flosdraad. Ook hebben we altijd enkele slijmzuigertjes klaarliggen om overtollig vruchtwater en slijm uit de neus en bek van de pups weg te zuigen. Saarlozen hebben gelukkig nog een erg aanwezig oerinstinct, we hebben die tools nog nooit moeten gebruiken. Wat wel bij elke bevalling nuttig is, is een grote hoop handdoeken. Om de boel een beetje schoon en hygiënisch te houden, maar ook om de hondjes te helpen droogwrijven. Met een (niet te) stevige wrijfbeurt stimuleer je ook hun ademhaling. Ten slotte hebben we altijd wat geitenmelk klaarstaan om te gebruiken wanneer de melkgift niet op gang zou komen. 
 
 

8. Een helpende fokker en het nummer van een ervaren dierenarts 

Wanneer het je eerste nestje is, raad ik altijd aan om je te laten begeleiden door een ervaren fokker. Die woont liefst niet te ver weg, zodat hij bij de eerste tekenen van weeën naar je toe kan komen. Hij kan je geruststellen bij alle nieuwe dingen die gebeuren, maar ook inschatten wanneer de hulp van een dierenarts nodig is. Je wil het liever niet meemaken, maar het kan altijd gebeuren dat een pupje niet doorheen het geboortekanaal raakt. Soms kan je het zelf nog in de juiste richting manoeuvreren, maar als dat niet lukt, is een keizersnede noodzakelijk. Ook als één van de pups een medisch probleem heeft na de geboorte, wil je zo snel mogelijk advies van een dierenarts. Leg zijn nummer dus binnen handbereik en verwittig hem op voorhand over de uitgerekende geboortedatum van je pups. 
 
 

9. Lekker veel speelgoedjes 

In het begin zijn pups alleen maar bezig met drinken en slapen, maar binnen een paar weken zijn ze helemaal klaar om de wereld te ontdekken. Die begint in hun puppyren en hoe meer vormen, texturen, geluiden en bewegingen ze daar al leren kennen, hoe sneller ze later zullen wennen aan nieuwigheden. 
 
 

10. Heel veel tijd 

Ten slotte moet je er rekening mee houden dat je gedurende acht weken best zoveel mogelijk thuis bij je hond en haar nestje kan doorbrengen. De meeste moeders regelen gedurende de eerste weken alles prima zelf, maar je bent maar beter voorbereid op het ergste. Wat als de moederhond geen melk aanmaakt, de pups verstoot of – erger nog – de bevalling niet overleeft? Daarom nemen Jorgen en ik gedurende de ganse puppytijd beurtelings al ons verlof op. Wanneer alles goed gaat is dat puur genieten, want zo’n belangrijke periode in het leven van je hond wil je toch samen meemaken? 
 
Alles staat nu klaar voor de geboorte, zodat we volop kunnen focussen op Ostar. Hoe we haar ondersteunen tijdens de laatste weken van de dracht, vertel ik in mijn volgende dagboekfragment!
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen