Ha, die heerlijke, zwoele zomer. Als jouw hond ook zo van water houdt als de onze, dan ben je de voorbije weken vast al tig keer met hem gaan zwemmen. Met een verfrissende zwempartij kan je meteen heel wat zaken afvinken. Fysieke activiteit: check! Afkoeling bij zomerweer: check! Plezier voor twee: check! Let je wel even op voor deze 10 gevaren? Zo kunnen jij en je hond ook de rest van de zomer blijven genieten van een portie onbezorgde waterpret. 

1. Blauwalgen zijn giftig voor je hond 

Wanneer het ‘s zomers langdurig droog, warm en zonnig is, krijgen blauwalgen vrij spel. Dat zijn geen echte algen, maar cyanobacteriën die zich in grote hoeveelheden opstapelen aan het wateroppervlak. Vaak is hun dichtheid groter aan de waterrand en in ondiepe delen waar de wind ze bij elkaar blaast – precies die plekken waar jouw hond achter zijn bal aanloopt. Blauwalgen zijn trouwens niet altijd blauwig van kleur, soms kleuren ze eerder groenachtig of zelfs roodbruin. Het grote gevaar zit hem in de gifstoffen die deze bacteriën produceren. Je hond gaat ervan braken, krijgt diarree, kan moeilijker ademen, begint te kwijlen en kan een aanval krijgen. De gifstoffen zijn zelfs zo schadelijk dat je hond er binnen korte tijd aan kan sterven – doet hij dat niet, dan komt hij er vanaf met schade aan de lever die soms pas veel later opgemerkt wordt. 
 
Laat je hond nooit drinken van of zwemmen/pootjebaden in water waar mogelijk blauwalgen drijven. Komt hij er toch per ongeluk mee in aanraking, spoel hem dan zo snel mogelijk af met schoon water om verdere intoxicatie te voorkomen. Vertoont je hond de minste tekenen van vergiftiging, ga dan met spoed naar de dierenarts. 
 
 

2. Botulisme

Er schuilen nog heel wat andere ziekmakers in zoet water, die veel minder zichtbaar zijn met het blote oog. Botulisme is er zo eentje: een bacterie die het in eerste instantie gemunt heeft op watervogels. Die sterven ten gevolge van toxines of gifstoffen die de bacterie produceert. Blijft zo’n aangetaste vogel in het water liggen, dan raakt ook dat water besmet. En zo krijgt je hond ze op zijn beurt binnen. Laat je hond dus nooit zwemmen in water waarin je dood waterwild spot, want mogelijk kan hij het niet meer navertellen. 
 
 

3. Leptospirose  

Nog zo’n potentiële killer is leptospirose of de ziekte van Weil. In de volksmond noemt men het ook wel eens 'de rattenziekte' omdat deze bacterie in het water terechtkomt via de urine van ratten. Gelukkig bestaat er een goed vaccin tegen leptospirose, dat de meeste honden jaarlijks toegediend krijgen bij de dierenarts. 
 
 

4. Niet elke hond kan (goed) zwemmen 

Het is een fabeltje dat elke hond kan zwemmen, dus doe je het de eerste keren best rustigaan. Misschien is het zelfs veiliger om je hond eerst een paar keer op zwemles te sturen! Honden met een zware voorhand (zoals mopsen en bulldoggen) hebben vaak te veel moeite om hun hoofd boven water te houden. Bovendien raken ze met hun korte snuit sneller buiten adem. Ook honden met korte pootjes zijn van nature minder goede zwemmers. Heb je zo’n ras of twijfel je over de zwemcapaciteiten van je hond, doe hem dan een goed zittende zwemvest cadeau. Dat is trouwens ook geen overbodige luxe voor fervente zwemmers die graag verre afstanden afleggen. Wanneer ze in het midden van een meer alsnog buiten adem raken of in een kramp schieten, kan dat hun leven redden. 
Blauwalgen in meer
Laat je hond nooit zwemmen in water met blauwalgen - het kan zijn leven kosten 
Toller met zwemvest in de branding van de zee
Ook goede zwemmers hebben baat bij een zwemvest

5. Zorg ervoor dat je hond de ‘uitgang’ kent 

Weet waar je zwemt en dat geldt nog meer voor je hond. Vooraleer je hem de diepte instuurt of je zijn bal honderd meter ver werpt, moet je er eerst zeker van zijn dat hij weet waar hij weer aan land raakt. Dat klinkt evident, maar het zou de eerste hond niet zijn die uit blinde paniek verdrinkt omdat hij niet meteen weer op het droge geraakt. Om die reden zijn kanalen meestal geen geschikte plek voor een hond om in te zwemmen. Laat je je hond zwemmen in een zwembad of vanop een boot? Laat hem dan via het trapje of de loopplank enkele keren korte stukjes zwemmen. Zo krijgt hij (en jij) het nodige vertrouwen in een goede afloop. 
 
 

6. Check water en bodem op obstakels 

Nog zo’n evidentie is het om de plek waar je hond in en uit het water loopt te scannen op gevaarlijke obstakels. Liggen er glasscherven? Spot je kwallen? Zie je vuilnis op de bodem liggen? Luidt het antwoord op één van deze vragen ‘ja’, dan zoek je beter een veiliger plek uit om af te koelen. Ook op druk bevaarde plekken kan het beter zijn om je hond op het droge te houden. Zie je in de verte een boot aankomen, dan is het tijd voor een pauze. 
 
 

7. Breng stromingen in kaart 

Misschien sta je er niet meteen bij stil, maar zelfs de allerbeste ‘waterratten’ zijn niet opgewassen tegen sterke stromingen. Een wilde rivier is dus niet de beste plek om je hond te laten zwemmen, zelfs wanneer hij snakt naar water in zijn vacht.
 
Zelfs aan zee is het opletten geblazen. Ook al lijken golven altijd richting strand te rollen, er zijn plekken waar het water weer in de andere richting stroomt. Stel je voor dat net daar de favoriete bal van je hond terechtkomt. Zo fanatiek als hij erachteraan zwemt, zoveel moeilijkheden zal hij ondervinden om weer aan de kant te geraken. De kans is zelfs groot dat hij niet sterk genoeg is om de kracht van de zee te trotseren …
 
Is stilstaand water dan helemaal safe? Niet helemaal. In diepe meren met een warme bovenlaag kunnen koude onderstromen ontstaan die het hondenlichaam een thermische shock kunnen toedienen. Vooral bij vermoeidheid en onvoldoende hydratatie kan dat fataal aflopen. 
Hond geraakt niet aan de kant in kanaal
Te steile wanden voorkomen dat je hond zelfstandig uit het water raakt en kunnen paniek veroorzaken 
Hond drinkt water uit flesje op het strand
Geef je hond tijdens het zwemmen in zee voldoende vers water, zodat hij niet van het zoute water gaat drinken

8. Behoed je hond voor water- en zoutvergiftiging

Enthousiaste honden die telkens opnieuw met open mond achter hun bal aan springen, krijgen soms (te) grote hoeveelheden water binnen. In het geval van zoet water kan dat leiden tot watervergiftiging of ‘hyponatriëmie’. Omdat het bloed te sterk verdund raakt, daalt het gehalte aan elektrolyten zoals natrium in het lichaam en zwellen hersenen en organen levensgevaarlijk op. 
 
Bij honden die zich niet kunnen bedwingen om zeewater door te slikken, schuilt het omgekeerde gevaar. Voorkom dat je hond die nood voelt door hem regelmatig schoon water aan te bieden tussen twee zwembeurten door. Merk je op dat je hond water opbraakt of heel vaak plast wanneer hij even aan land komt, dan is het hoog tijd om wat anders te gaan doen. 
 
 

9. Zorg dat vissers je hond niet aan de haak slaan 

Vishaken blijven vasthangen aan alles wat zich door het water beweegt, ook aan honden. Laat je hond dus nooit zwemmen in de buurt van actieve vissers, want dat kan lelijke wonden opleveren. 
 
 

10. Cold water tail of koudwaterstaart 

Dit is niet meteen een gevaar in het zomerseizoen, maar honden die ook de rest van het jaar geen vijver onaangeroerd kunnen laten, komen soms thuis met een pijnlijke staart. Ze hebben hun spieren overbelast door zich zonder opwarming in koud water te werpen. Een andere trigger voor deze aandoening is het koud wegzetten van een natte hond, bijvoorbeeld in de kofferbak van een niet-opgewarmde wagen. Gezond verstand van de eigenaar is dan ook de beste manier om een cold water tail te voorkomen. 
 
 

Extra: breng jezelf niet in gevaar 

Wat je nooit over het hoofd mag zien wanneer je gaat zwemmen met je hond, is je eigen veiligheid. Elke goede hondenmama of -papa zal instinctmatig achter zijn hond-in-nood willen aanspringen wanneer die zich in een lastig parket bevindt, maar dat is niet altijd zonder gevaar. Wie ooit een panikerende hond heeft gezien, kan zich voorstellen wat er gebeurt wanneer je zo’n ongeleid projectiel in veiligheid probeert te brengen. Een hond die voor zijn leven vreest, valt niet te kalmeren en kan zijn redder in een mum van tijd mee de dieperik in sleuren. Hoe groter de hond, hoe groter het gevaar. Hoe hartverscheurend het ook is: weeg altijd eerst af wat je voor een dier kan betekenen, voor je er zonder nadenken achteraan springt. Je zou de eerste niet zijn die een nobele - maar onnodige - dood sterft in een poging zijn oogappel in veiligheid te brengen. 
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen