Wanneer een kat plots meer drinkt en plast dan voorheen gaan er bij dierenarts Rob Lückerath meteen enkele alarmbellen rinkelen. Dat hoeft niet altijd slecht nieuws te zijn, maar één van de mogelijke oorzaken van een verhoogde waterzucht is diabetes. Een donderslag bij heldere hemel voor veel katteneigenaars, maar met de juiste behandeling kunnen suikerzieke katten nog lang en (relatief) gezond verder leven. 

Wat is diabetes bij katten? 

Ruwweg krijgen katten via hun voeding drie grote bouwstenen binnen: eiwitten, vetten en koolhydraten of ‘suikers’. Die laatste groep wordt door het spijsverteringstelsel omgezet in glucose dat opgenomen wordt in het bloed. Vandaar dat er gezegd wordt dat je ‘bloedsuikerspiegel’ stijgt na het eten: er komt dan plots een grote hoeveelheid suiker in je bloed terecht. 
 
Het bloedsuiker wordt door de lichaamscellen van je kat opgenomen en ‘verbrand’ in ruil voor energie. Op dat moment komt het hormoon insuline in the picture. Dat hormoon wordt geproduceerd door de pancreas of alvleesklier en reguleert de opname van suiker door het lichaam. Wanneer de pancreas van je kat te weinig insuline aanmaakt, daalt de bloedsuikerspiegel niet snel genoeg met alle gevolgen van dien. 
 
 

Welke symptomen vertoont een suikerzieke kat? 

Omdat er meer suiker rondzwerft in het bloed van je kat, probeert zij instinctief haar bloed te verdunnen door meer en vaker te drinken (en dus ook te plassen). Men zegt niet voor niets ‘van suiker krijg je dorst’! Het overtollige suiker komt trouwens ook mee in de urine terecht, waardoor die een zoetige geur en smaak krijgt. 
 
Omdat het suiker niet tot op de juiste plek in het lichaam van je kat geraakt, zal ze zich door een gebrek aan energie lustelozer voelen. Merk je op dat je kat minder actief is en meer slaapt, dan is dat een mogelijk symptoom van suikerziekte dat je best even bespreekt met je dierenarts. 
 
Net omdat katten met diabetes minder energie hebben, krijgen ze meer honger en zullen ze meer gaan eten. Toch zie je dat niet aan hun voorkomen, integendeel: katten met onbehandelde suikerziekte vermageren aanzienlijk. Op termijn ontwikkelen katten met diabetes ernstiger problemen zoals een slechte wondgenezing, een verzwakte achterhand en blindheid. 
Grijze langharige kat met overgewicht zit op weegschaal
Katten met overwicht worden sneller suikerziek 
Gevlekte kat rent op trap
Hou je kat actief door allerlei spelletjes te verzinnen 

Hoe ontstaat diabetes bij katten? 

Er bestaan verschillende factoren die suikerziekte bij katten kunnen uitlokken omdat ze een invloed hebben op de aanmaak of de werking van het insuline-hormoon: 
  
  • Binnenkatten krijgen vaker diabetes dan buitenkatten omdat ze sneller overgewicht ontwikkelen en een minder gezond bewegingspatroon hebben
     
  • Om dezelfde redenen komt de aandoening ook bij oudere katten vaker voor 
     
  • Gecastreerde katers meten zich sneller een ‘luie’ levensstijl aan dan poezen, waardoor ze meer vatbaar zijn voor suikerziekte 
     
  • Er zijn erfelijke factoren die een invloed hebben op de gevoeligheid aan diabetes 
     
  • Suikerziekte kan ook optreden na het gebruik van bepaalde geneesmiddelen, bijvoorbeeld bijnierschorsmedicatie (corticosteroïden)
     
  • Tenslotte kan diabetes het gevolg zijn van een onderliggende ziekte zoals pancreasontsteking of een te snel werkende schildklier. 
  
  

Op welke manier stelt de dierenarts zijn diagnose? 

Wanneer je met een vermoeden van suikerziekte bij je dierenarts aanklopt, luistert die eerst naar jouw verhaal om in te schatten van welk probleem je kat last heeft. Lijst dus goed op welke gedragsveranderingen je ziet bij je kat en op welke termijn je die hebt waargenomen. 
  
Vervolgens onderzoekt hij het bloed en de urine van je kat op enkele parameters die kunnen wijzen op diabetes, maar hij test ook andere waarden om uit te sluiten dat je kat met een andere ziekte te maken heeft. Overmatig drinken en plassen kan immers ook wijzen op problemen met de nieren. Wanneer er zowel in het bloed als in de urine een verhoogde suikerspiegel te vinden is, stelt hij een behandelplan voor suikerziekte voor. 
Kat krijgt insuline toegediend door middel van een spuitje
Katten met diabetes moeten na elke maaltijd een shot insuline krijgen 
Kat wordt in het oor geprikt om glucosemeting te doen
Je kan de bloedsuikerspiegel van je kat zelf opvolgen met een glucometer 

Hoe kan je suikerziekte bij katten behandelen? 

Net zoals bij mensen bestaat de behandeling van suikerziekte bij je kat uit enerzijds aanpassingen in de levensstijl en anderzijds het gecontroleerd toedienen van insuline na het eten. Omdat insuline slechts 12u werkt, moet het tweemaal daags onderhuids ingespoten worden bij een zieke kat, bijvoorbeeld d.m.v. een insulinepen. Dat gebeurt vlak na het eten, wanneer de bloedsuikerspiegel het hoogst is. 
 
Omdat je deze katten moet helpen om hun bloedsuikerspiegel laag te houden, is het best om hen op een regime van twee maaltijden per dag te zetten. Er bestaat speciale diabetesvoeding die garant staat voor een vertraagde afgifte van glucose, waardoor je kat minder last heeft van bloedsuikerpieken. 
 
Hoeveel insuline je kat exact moet krijgen, is een puzzel die je dierenarts helpt te leggen. Aan de hand van de hoeveelheid voedsel die je kat per maaltijd krijgt, rekent hij uit hoeveel van het pancreashormoon ze nodig heeft. In het begin moet je regelmatig op controle bij de dierenarts om de juiste dosering op punt te zetten. 
  
Nu je kat toch op een strikt en afgemeten dieet staat, kan je meteen werk maken van haar overgewicht. Door af te vallen, gaat je kat vanzelf ook meer bewegen, maar je mag haar gerust een handje helpen door actieve spelletjes met haar te spelen. Een gezond eet- en beweegpatroon geven - naast de dagelijkse insulineinjecties - de beste garantie op een lang leven. 
 
 

Hoe lang leven katten met suikerziekte? 

Wanneer je de behandeling van je kat goed aanpakt en je laat begeleiden door een deskundig dierenarts, kan je suikerzieke kat even oud worden als wanneer ze de ziekte niet had gekregen. Sommige katten gaan zelfs in een zogenaamde ‘remissie’ wanneer ze afvallen en meer bewegen. Ze hebben dan enkel nog de aangepaste voeding nodig om gezond te blijven, maar dagelijkse insulineshots hoeven niet meer. 
 
De grootste uitdaging om je suikerzieke kat gezond te houden, is het consequent toedienen van de juiste hoeveelheden voedsel en insuline. Het is een relatief goedkope behandeling, maar ze vergt veel toewijding van jou als eigenaar. Je moet op vaste tijdstippen thuis zijn om de medicatie toe te dienen en wanneer je op vakantie gaat, heb je een betrouwbare petsitter nodig die het ziet zitten om de behandeling even secuur over te nemen. 
 
Natuurlijk helpt het enorm om een kat te hebben die aan haar behandeling wil ‘meewerken’. Honden zijn over het algemeen makkelijker te overtuigen van een strikt eetpatroon, terwijl katten erom bekend staan nogal eigenzinnig om te springen met voedsel. Bovendien komen buitenkatten niet altijd op hetzelfde moment naar huis, waardoor het moeilijk wordt om hun medicatieritme vol te houden. 
 
Vaak vormt het een echte uitdaging om tot een goede consensus te komen tussen jou en je kat: wenst zij ‘s morgens 50 g voedsel en is ze ‘s avonds tevreden met 30 g, dan moet je de dosis pancreashormoon aan die grillen aanpassen. Je kan eventueel zelf glucosemetingen uitvoeren om de dosis steeds juist te hebben. 
 
 

Wat als je kat een ‘hypo’ krijgt? 

Wanneer je te veel insuline toedient aan je kat, bijvoorbeeld omdat ze wat minder gegeten heeft of vaker beweegt, kan ze een ‘hypo’ krijgen - dierenartsen noemen het ook wel ‘hypoglycemie’. Door een tekort aan suiker voelt je kat zich flauw en valt ze letterlijk om. 
 
Wanneer dat gebeurt, heeft je kat dringend nood aan suiker. Als ze zich zo slecht voelt dat ze niet wil eten, kan je wat honing (ongeveer 1g honing per kg kat) aan de binnenkant van haar wang smeren. Zodra je kat uit haar hypo komt, kan je haar wat te eten geven om weer op te fleuren. 
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen