Het paard vergezelt de mens al eeuwenlang als krachtig lastdier, handig transportmiddel en trouwe vriend. Ze bestaan in ontelbaar veel rassen, kleuren en maten, en kunnen op één dag tijd wel vijftig liter water drinken. Dat en nog veel meer nuttige weetjes kan je in dit artikel vinden!

Oorsprong: waar komt het paard vandaan?

Het allereerste oerpaard bewandelde onze aardbol al meer dan 50 miljoen jaar geleden, al zag het er wel een tikkeltje anders uit dan het paard dat we nu kennen. Met een hoogte van 50 centimeter was er geen denken aan dat de mens dit beestje ooit kon berijden ... Gelukkig evolueerde deze Noord-Amerikaanse paardachtige – met tenen in plaats van hoeven – langzaam maar zeker naar een struisere variant, die eerst emigreerde naar onze contreien en vervolgens in Noord-Amerika uitstierf na de laatste ijstijd. Pas in de 15de en 16de eeuw introduceerden de Spaanse ontdekkingsreizigers het paard opnieuw in de Nieuwe Wereld.
 
De paardenrassen die we nu kennen, zijn afstammelingen van de 5 miljoen jaar oude, Euraziatische Equus. Het bekendste, nog bestaande wilde oerpaard is het przewalskipaard. Wat de gedomesticeerde rassen betreft, is de Arabier vermoedelijk het oudste ras: deze afstammeling van paarden uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten wordt al meer dan vijfduizend jaar gefokt. 
 
Er bestaan twee soorten paarden: warmbloeden en koudbloeden. Deze laatsten waren sterker en zwaarder, wat ideaal was om hen als last- en trekdier op het land te gebruiken. De warmbloeden waren meer geschikt om op te rijden. Vermoedelijk waren stammen uit Mongolië, China of rond de Zwarte Zee zo’n 6.000 jaar geleden de eerste ruiters in de geschiedenis. Dankzij de uitvinding van het wiel werd het paard al gauw een veelgebruikt transportmiddel.

 

Hoe ziet een paard eruit?

Grootte en gewicht

Wereldwijd zijn er honderden verschillende paarden- en ponyrassen, die stuk voor stuk verschillen in omvang, schofthoogte en gewicht. Zo bestaan er miniatuurpaardjes van amper 110 cm groot, die tussen de 90 en 200 kg wegen. Wanneer de schofthoogte lager is dan 148 cm, spreken we doorgaans van een pony, die tot zo’n 350 kg weegt. Het gemiddelde paard heeft een schofthoogte tussen de 148 cm en 185 cm, met een gewicht van 500 à 800 kg. Belgische trekpaarden zijn dan weer echte kolossen, die wel 1.000 kg zwaar kunnen worden. 
 
Het gewicht van je paard is van belang voor het bepalen van de hoeveelheid voeding en medicatie, maar ook voor het vervoer. Passeer dus zeker eens langs de weegschaal van je dierenarts of paardenkliniek met je elegante viervoeter!
 

In welke kleuren komt het paard voor?

De dekharen van een paard kunnen uit meerdere kleuren of volledig uit één kleur bestaan, van sneeuwwit tot gitzwart. Een schimmel wordt met een donkere vacht geboren, die met de jaren steeds witter wordt, vaak in een gespikkeld patroon. Een bont paard heeft dan weer scherp afgetekende witte vlekken op een zwarte of bruine vacht.
 
Daarnaast kunnen het hoofd en de benen ook typische tekeningen vertonen, zoals een bles of sokje. Sommige rassen hebben een heel kenmerkend patroon, denk maar aan de stippen van de Appaloosa. Ook zijn er combinaties met verschillende vacht- en manenkleuren mogelijk. Zo is een vos bijvoorbeeld roodbruin met dito manen en heeft een isabel een bleekgele of crèmekleurige vacht met blonde manen.
Drie paarden op een rij
De vacht van een paard kan meerdere kleuren hebben of volledig uit één kleur bestaan

Huisvesting van het paard

Weide

Paarden zijn echte buitenliefhebbers en houden ervan de beentjes los te gooien. Hoe groter de weide, hoe beter! Voor vier paarden mag je al gauw rekenen op 1 hectare. 
 
  • Er mag best wat variatie in het terrein zitten: wat heuveltjes, een ondiepe poel en een zanderige plaats om in te rollen, volstaan ruimschoots om de verveling tegen te gaan. Idealiter voorzie je ook een verhard gedeelte waar je paard kan draven om zijn hoeven beter af te slijten. 
     
  • Zorg dat er steeds voldoende kwalitatief gras staat en gebruik een aangepaste bemesting en onkruidbestrijding. Opgelet: staat er in het voorjaar te eiwitrijk gras of te veel klaver op je weide, dan kan je paard obesitas, koliek of hoefbevangenheid krijgen.
     
  • Let ook op voor giftige planten! Van esdoorn, taxus en jacobskruiskruid kan je paard ernstig ziek wordt of zelfs overlijden. 
     
  • Bovendien moet je paard op de weide onbeperkte toegang tot schoon drinkwater hebben.
     
  • Een stevige en veilige omheining die hoog genoeg is, moet voorkomen dat je paard ervandoor gaat. Voor een gemiddeld paard is een hoogte van 125 cm ideaal, voor pony’s mag hij ietsje lager komen. Met schrikdraad kan je voorkomen dat je paard zich al te enthousiast gaat schuren tegen de omheining, maar gebruik alsjeblieft geen prikkeldraad! Daar kan je paard zich ernstig aan verwonden. 
     
  • Heb je nog wat ruimte over in je weide? Dan kan je een heus paardenparadijs bouwen om je viervoeter dagelijks de nodige uitdaging te bezorgen.
 

Beschutting

In principe kan een paard dag en nacht buiten op de weide staan, maar hij heeft wel een dak boven zijn hoofd nodig om te schuilen tegen regen, zon en kou. Dit kan een natuurlijke beschutting van bomen of struiken zijn – opgelet: in de winter mogen ze hun bladeren niet verliezen – of een schuilstal
 
  • Hoe meer paarden er op je weide staan, hoe breder je schuilstal.
     
  • In de zomer volstaat één gesloten kant, in de winter voorzie je best extra zijwanden. Komt de wind hoofdzakelijk uit het westen, dan plaats je aan die zijde best een gesloten wand.
     
  • Voor het dak gebruik je een materiaal dat zowel kou, regen als hitte tegenhoudt. Als het dak een kleine meter hoger dan de schofthoogte van je paard komt, kan hij er makkelijk onder staan.
     
  • Zorg ook voor een ruime toegang en een droge ondergrond, zodat je paard comfortabel kan schuilen en niet met zijn hoeven in de modder moet staan
 

Stal

Het is essentieel dat de stalruimte droog, licht, schoon, goed geventileerd en groot genoeg is voor je paard(en). Ook hier geldt: hoe meer bewegingsvrijheid, hoe beter.
 
  • De grootte van je paard bepaalt de minimale grootte van de stalbox. Voor de wiskundigen onder ons is er een handig regeltje: gebruik het kwadraat van tweemaal de schofthoogte van je paard om het minimale aantal vierkante meters stal te berekenen. Voor een paard kleiner dan 155 cm volstaat dus een box van een dikke 9 m2, terwijl een paard van 175 cm een stal van ruim 12 m2 nodig heeft.
     
  • Een verharde bodem is een absolute must. Wat de vloerbedekking betreft, heb je de keuze uit diverse materialen met hun bijbehorende eigenschappen én prijskaartje. Zo is zaagsel misschien goedkoop en leuk voor je hamsterkooi, maar in een paardenstal geeft dit veel te veel stof. Kies liever voor vlasstrooisel, houtkrullen of stro, tenzij je paard de neiging heeft verstopt te raken door te veel stro te knabbelen.
     
  • Net als op de weide staat een paard ook binnen graag in contact met zijn soortgenoten. Zorg dus voor een open stal of boxen van waaruit het de andere paarden kan zien
     
  • Heb je zelf geen stal? Bekijk dan of je je paard kan stallen bij een manege of paardenpension. Het Equilabel van Paardenpunt Vlaanderen is een handige leidraad om de kwaliteit in te schatten. Denk eraan: een paard wil niet de hele dag opgesloten worden in een stal! Check dus zeker of je paard dagelijks wordt uitgelaten in een wei of paddock, zodat het genoeg beweging krijgt.
Vier paarden achter staldeur
Zorg dat je schuilstal voldoende ruimte biedt voor het aantal paarden op je weide

Voeding: wat eet een paard?

Ruwvoer

Paarden in het wild eten regelmatig kleine hoeveelheden gras en ruwvoer, zoals bladeren, stengels en bloemen. Door voortdurend te kauwen, slijten hun tanden beter af en houden ze hun spijsverteringsorganen in goede gezondheid
 
  • Staat je paard in een weide? Zorg dan dat hij daar alle voeding vindt die hij nodig heeft – een mix van gras en kruiden is ideaal. Ook takken van bepaalde bomen en struiken, zoals berk, vlierbes en beukenhaag, gaan er vlotjes in. Let er wel op dat er geen planten tussen zitten die giftig zijn voor je paard, zoals esdoorn, taxus en jacobskruiskruid. 
     
  • Staat je paard op stal? Dan kan je hem best drie tot vijf keer per dag hooi of voordrooghooi van goede kwaliteit voeren, in kleine porties. Maïs, voederbieten en wortelen bieden een goede aanvulling. Ook paarden die in de winter buiten blijven, wanneer er minder gras op de weide staat, geef je best extra hooi en ander ruwvoer met weinig suikers.

 
Krachtvoer

Heb je een sportpaard of laat je je paard regelmatig hard werken? Dan heeft het nood aan extra energie uit krachtvoer, in de vorm van brokken of haver. Ook als het buiten kouder wordt, kunnen ze wat krachtvoer gebruiken om warmte te produceren. Geef dit wel telkens in kleine hoeveelheden, anders ligt het zwaar op de maag. Net als bij mensen!
 

Mineralen en vitaminen

Heb je een jong veulen of net een ouder paard? Staat je paard meestal in de weide of zet je hem regelmatig aan het werk? Voor elk type en elke levensfase zijn er bepaalde mineralen en vitaminen belangrijk voor je paard. Met een voedingssupplement kan je die makkelijk toevoegen aan zijn dieet. Een liksteen in zijn stal of schuilhok houdt zijn zoutgehalte op peil. 
 

Water

Wist je dat een volwassen paard wel 25 tot zelfs 50 liter water per dag kan drinken? Bij erg warm weer of grote inspanningen mag je daar gerust nog wat liters bijtellen. Daarom moet je ervoor zorgen dat hij altijd en overal toegang heeft tot drinkbaar leiding- of grondwater. Neem in de winter ook de nodige voorzorgen zodat het water niet bevriest.

 

Verzorging: hoeveel tijd heb je nodig om een paard te verzorgen?

Vóór je een paard aanschaft, bedenk je best even dat dit dier behoorlijk veel verzorging nodig heeft. 
 
  • Vanzelfsprekend moet je je paard voorzien van voldoende water en voeding, maar je dient ook dagelijks de stal uit te mesten en te zorgen voor voldoende lichaamsbeweging
     
  • Idealiter doe je elke dag een snelle gezondheidscheck om te kijken of je paard normaal gedrag vertoont.
     
  • Geef je paard ook regelmatig een flinke borstelbeurt. Zo hou je zijn vacht schoon en merk je sneller kleine wondjes of ongewenste beestjes op. Controleer ook zijn hoeven op oneffenheden en verwijder kleine steentjes.
     
  • De stal moet minstens één keer per week schoongemaakt worden. Dit wil zeggen: vuil stro of andere bodembedekking verwijderen en nieuw materiaal instrooien. Een aantal keer per jaar moet je de stal ook grondig schrobben, schoon spuiten met de tuinslang en desinfecteren. 
     
  • Laat de dierenarts op z’n minst eenmaal per jaar op bezoek komen voor de nodige vaccinaties en behandelingen tegen parasieten zoals ontwormen. Laat ook het gebit van je paard regelmatig controleren.
     
  • Plan om de 6 tot 10 weken een bezoekje van de hoefsmid om de hoeven van je paard te laten bekappen of beslaan
Hoefsmid verzorgt paardenhoef
Een regelmatige 'pedicure' door een hoefsmid kan veel problemen voorkomen

Sociaal: hoe gaan paarden om met gezelschap?

Eén, twee of veel paarden?

Een paard leeft in het wild altijd in een (kleine) kudde, dus doe je hem absoluut een plezier met het gezelschap van enkele soortgenoten. Kan je maar één paard houden? Zorg dan dat hij vanuit zijn weide op z’n minst enkele andere paarden of pony’s kan zien. Of misschien ken je wel andere paardeneigenaars die de weide met jou willen delen? 
 
Denk er wel aan dat een nieuw paard tijd nodig heeft om te wennen aan de groep en vice versa. Je zet hem dus best eerst enkele weken in een afgebakend stuk van je weide, zodat de paarden elkaar veilig kunnen leren kennen en verdragen. Met voldoende hooi en water op verschillende plaatsen, vermijd je dat ze elkaar in de haren, euh ... manen vliegen eens ze bij elkaar gezet worden.
 

Paarden en andere dieren

Paarden zijn over het algemeen sociale dieren, die het best oké vinden om hun stukje gras te delen met bijvoorbeeld ezels of geiten. Ook schapen en kleinere koeienrassen kunnen vreedzaam naast je paard staan grazen. Met kippen zal je paard geen band voor het leven smeden, maar hij ziet er ook geen graten in dat dit gevogelte in dezelfde weide rondscharrelt.
 

Paarden en mensen

Paarden zijn van nature een prooidier en ook mensen hebben in het verleden op deze mooie dieren gejaagd. Een paard zal daarom niet zo snel aanvallen, maar eerder de benen nemen als hij het gevoel heeft in gevaar te zijn. Wat ze heel goed kunnen, is hun omgeving ‘lezen’. Ook jouw gezichtsuitdrukking, geur en lichaamstaal nemen ze scherp in zich op. Wil je je paard op zijn gemak stellen, zorg dan dat je zelf ook ontspannen bent. Angst kan een paard letterlijk ruiken en hij spiegelt dit gedrag. Paarden kunnen dus prima met mensen overweg, zolang je maar niet druk doet, geen onverwachte bewegingen maakt of het paard een andere reden geeft om jou niet te vertrouwen.

 

Gezondheid: welke ziektes en aandoeningen komen voor bij het paard?

Een gezond paard kan je herkennen aan zijn glanzende vacht, zijn heldere blik en zijn stevige uitwerpselen. Als je je paard goed verzorgt, kan het wel 25 tot 30 jaar oud worden. Jammer genoeg is een paard wel vatbaar voor een hele rits ziektes en aandoeningen, dus een dagelijkse gezondheidscheck is geen overbodige luxe. Zo kan je bepaalde afwijkingen of symptomen tijdig opmerken en snel actie ondernemen. 
 
Zie je je paard bijvoorbeeld lichtjes manken? Ga dan snel op zoek naar de oorzaak, voor de kreupelheid escaleert en je paard niet meer op zijn been kan staan. Elk gedrag dat afwijkt van het ‘normale’, is reden tot alertheid.
 
Dit zijn enkele van de meest voorkomende aandoeningen bij paarden:
 
  • Koliek: felle buikpijn die dodelijk kan zijn. Bij koliek zal het paard naar de buik schoppen en bijten, met zijn staart zwiepen, onrustig bewegen en vaak erg zweten. Probeer te voorkomen dat het paard gaat rollen en laat zo snel mogelijk een dierenarts komen.
     
  • Hoefbevangenheid: een ontsteking in de hoeven die het hoefbeen omlaag drukt, wat erg pijnlijk is. Je kan dit herkennen wanneer je paard weigert te stappen en een bepaalde houding aanneemt om zijn hoef te ontlasten, namelijk schuin naar achteren geleund. Ook hier is de interventie van een dierenarts heel dringend.
     
  • Droes: een besmettelijke, bacteriële aandoening aan de luchtwegen met koorts, een slechte eetlust en diverse verkoudheidssymptomen. Let op dat je geen andere paarden besmet door contact met voederbakken of via de lucht!
     
  • Zomereczeem: een allergische reactie op het speeksel van kleine muggen of ‘knutjes’ die in de zomer actief zijn. Vooral aan de staartwortel en de manenkam geeft dit veel jeuk, waardoor paarden zichzelf soms zo hard krabben of schuren dat er kale plekken of zelfs open wonden ontstaan, die kunnen ontsteken. Een eczeemdeken en -masker biedt soelaas!
     
Om besmettelijke ziekten zoals influenza en rhinopneumonie te voorkomen, laat je je paard best regelmatig inenten. Ook kan je problemen met inwendige parasieten beperken door je paard tijdig en regelmatig te ontwormen. Vraag na bij je dierenarts hoeveel keer per jaar deze behandelingen noodzakelijk zijn.

 

Waarop letten als je een paard koopt?

Een paard koop je bij een erkende fokker, particulieren of een paardenasiel. Als dit je eerste eigen paard wordt, is het altijd een goed idee om een ervaren paardenkenner mee te nemen die je het nodige advies kan geven. Wees je ervan bewust dat een paard altijd een Europees conform paspoort moet hebben, gechipt moet zijn en geregistreerd in de centrale databank. Wil je een raspaard aanschaffen, dan is ook een afstammingsbewijs verplichte kost. Onderteken samen met de verkoper zeker ook een koopcontract, dat dienst doet als eigendomsbewijs.
 
Let erop dat het paard dat je wil kopen er gezond uitziet, geen zichtbare mankementen vertoont en niet extreem angstig reageert op mensen. Zo’n ‘kneusjes’ wekken misschien wel je medelijden op, maar dit is geen goede basis om je keuze te maken. De kans is groot dat je met een dubieuze fokker te maken hebt en diens praktijken wil je liever niet sponsoren. Pas na tien maanden heeft een veulen geen nood meer aan zorg van zijn moeder, dus controleer zeker ook goed de leeftijd van het paard. 
 
Denk eraan dat je voor een getraind paard wel wat geld neertelt, tussen de 4.500 en 10.000 euro om precies te zijn, afhankelijk van de leeftijd, het seizoen en het opleidingsniveau. Bij de aankoop hoort ook nog een uitgebreide veterinaire keuring, eventuele castratie en de nodige uitrusting voor de verzorging, het onderhoud van de stal en het berijden van je paard. Koop je zelf een stal en een weide aan of zet je je paard in een manege of pension? Heb je opslagruimte voor het voeder en het stro? Jaarlijkse kosten voor de dierenarts, de hoefsmid en eventueel de tandarts maken het kostenplaatje af. Zorg dus dat je op voorhand je rekening hebt gemaakt voor je tot je aankoop overgaat. 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen