Het przewalskipaard is het bekendste nog bestaande oerpaard ter wereld. In 1967 werd het voor het laatst gespot in Mongolië, toen het nog vrolijk ronddraafde in het wild, waarna het als ‘uitgestorven’ werd bestempeld. Wil je vandaag een przewalskipaard zien, dan trek je best naar een van de tientallen dierenparken die het ras in stand proberen te houden. Met succes, want dankzij tal van herintroductieprogramma’s strekken de kleine, stevige paardjes sinds kort weer hun benen in de vrije natuur! Zelf een przewalskipaard kopen, dat zit er niet meteen in ... tenzij je een eigen dierentuin hebt. Maar wat weet jij eigenlijk over dit bijzondere en unieke paardenras?

 
Hoe ziet het przewalskipaard eruit?

Het przewalskipaard heeft een heel typisch, herkenbaar uiterlijk: korte, stevige benen, een groot, breed hoofd en wilde, rechtopstaande manen. Met zijn schofthoogte tussen de 122 en 142 centimeter en een gewicht van zo’n 300 kilogram is dit paardenras opvallend kleiner en lichter dan zijn gedomesticeerde soortgenoten. In de zomer heeft de vacht een lichte isabelkleur, in de winter wordt die ietsje donkerder. De benen zijn vaak gestreept, wat hem een ietwat ‘primitieve’ look oplevert. Wil je ze qua uiterlijk vergelijken met een tamme paardensoort, dan kom je al snel uit bij de fjord of het konikpaard.
 
Wat ook bijzonder is aan het przewalskipaard – al is het dan niet zichtbaar aan de buitenkant – is dat het over 66 chromosomen beschikt, in plaats van de gebruikelijke 64 bij gedomesticeerde paardenrassen. Dit belet echter niet om het przewalskipaard met gewone paarden te kruisen. Zo’n kruising levert gezonde, vruchtbare nakomelingen met 65 chromosomen op.
Przewalskipaard in kudde
Het przewalskipaard is opvallend kleiner en lichter dan gedomesticeerde paarden

Oorsprong van het przewalskipaard

Het przewalskipaard – in het Mongools takhi genoemd – werd lange tijd beschouwd als het laatste échte oerpaard. Het was Nikolaj Przhevalski, een Russische kolonel van Poolse afkomst, die het ras in 1878 ontdekte en er prompt zijn eigen naam aan gaf. Vandaag is het gekend onder de officiële, wetenschappelijke naam Equus ferus przewalskii.
 
Wat de afkomst van dit wilde paardenras betreft, spreken recente DNA-onderzoeken elkaar voortdurend tegen. Uit de ene studie blijkt dat het ras zich zo’n 38.000 tot 72.000 jaar geleden afsplitste van de moderne, tamme paardenrassen en zijn eigen leven is gaan leiden op de woeste steppen van Centraal-Azië. Terwijl wilde paarden zoals de Amerikaanse mustang en de Australische brumby afstammen van gedomesticeerde rassen, zou het przewalskipaard een zuiver wild ras zijn. Ander DNA-onderzoek trekt dit dan weer in twijfel en meent dat het przewalskipaard wél afkomstig zou zijn van een gedomesticeerd ras, dat nog niet ontdekt werd. Hoe het ook zij, het przewalskipaard is een specialleke onder de paardenrassen, zoveel is duidelijk!
 
 

Uitgestorven in het wild

Rond het jaar 1900 zijn er een aantal przewalskipaarden gevangen genomen en in dierentuinen in Europa en de Verenigde Staten geplaatst. Met deze dieren is vervolgens succesvol gekweekt – al liep dat in het begin niet van een leien dakje omwille van inteelt, wat tot onvruchtbaarheid leidde. Een wilde merrie die in Mongolië werd gevangen, bracht in 1957 de broodnodige genetische diversiteit: een kleine tien jaar later leefden er zo’n 130 przewalskipaarden in gevangenschap, verspreid over dierentuinen wereldwijd.
 
Geen moment te vroeg, want de populatie van de kleine oerpaardjes in Mongolië slonk ondertussen gestaag. Onder andere door strenge winters en de competitie met ander vee, maar ook door de jacht en de vangst van veulentjes voor de collecties van ‘liefhebbers’ nam hun aantal zienderogen af. Na verloop van tijd werden de paarden alleen nog maar gespot in het Dzungarisch Bassin in de Gobi-woestijn. Het laatste wilde przewalskipaard is gezien in 1967 en wordt sindsdien als uitgestorven in het wild beschouwd.
Przewalskipaarden in Mongolië
Op de woeste steppen van Mongolië voelt het przewalskipaard zich helemaal in zijn element

Herintroductie van het przewalskipaard

Nadat in 1977 een stamboek werd opgericht, zorgden uitgekiende fokprogramma’s ervoor dat je het przewalskipaard vandaag in tientallen dierentuinen over de hele wereld kan bewonderen. Ook bestaan er gespecialiseerde reservaten, zoals het Askania Nova-reservaat in Oekraïne, waar het unieke paardenras in stand gehouden wordt. In Le Villaret, gelegen in het Zuid-Franse nationaal park van de Cévennes, krijgen przewalskipaarden de kans om zich voor te bereiden op een terugkeer naar het wild. In het kader van hun herintroductie in hun natuurlijke biotoop mogen ze hier in alle vrijheid zelf hun voedsel bij elkaar te zoeken en een eigen partner kiezen. 
 
Sinds 2011 loopt in de dierentuin van Praag het project ‘Return of the Wild Horses’. Elk jaar vertrekt er een transport met in gevangenschap gekweekte przewalskipaarden naar de Great Gobi B Strictly Protected Area, en ook voor elders gefokte paarden lopen er diverse programma’s om hen opnieuw in de nationale parken van Mongolië, maar ook China, Rusland en Kazachstan te introduceren. Met succes! Jarenlang gelabeld als ‘uitgestorven in het wild’, kreeg het przewalskipaard een nieuwe status toebedeeld: sinds 2011 is het paardenras ‘bedreigd’.
 
Wist je trouwens dat de zoo van San Diego er in 2020 in slaagde om het allereerste gekloonde przewalskipaard op de wereld te zetten? Met dank aan het genetische materiaal van een rasgenoot, dat in 1980 werd afgenomen en ingevroren, en via IFV bij een merrie werd ingeplant. Het veulentje werd Kurt gedoopt, naar een van de oprichters van de Frozen Zoo van San Diego.
 
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen