Een hond die 16 jaar wordt? Daar tekenen we voor! Maar bij het ouder worden veranderen de noden van onze huisdieren aanzienlijk. Niet alleen op fysiek vlak krijgen ze het wat lastiger, ook mentaal kunnen er heel wat uitdagingen komen bovendrijven. Zeker wanneer je hond getroffen wordt door dementie. In dit artikel ontdek je wat dementie bij honden precies is, hoeveel honden er last van hebben, op welke manier je het kan herkennen en vooral hoe je je bejaarde hond het best kan ondersteunen tijdens zijn oude dag. 

Wat is dementie bij honden? 

Driekwart van de ‘oudere’ honden verandert van gedrag, volgens hun eigenaars. Maar dat is niet altijd een gevolg van dementie, of zoals dierenartsen het syndroom noemen: ‘cognitieve caniene dysfunctie’ (CCD). Gedragsveranderingen kunnen ook optreden omdat je hond met het ouder worden pijn krijgt aan zijn gewrichten, moeilijker hoort of ziet, en sneller buiten adem is. Veel honden zijn rustiger en milder op hun oude dag, wat perfect te verklaren is door het normale verouderingsproces. 
 
Van dementie of CCD spreken we pas wanneer er zich veranderingen voordoen binnenin de hersenen. Net zoals bij mensen met dementie, vormen er zich in de hondenhersenen zogenaamde ‘plaques’: opeenhopingen van eiwitten die het normaal functioneren van de hersenen tegengaan. Er kunnen echter nog andere oorzaken zijn die dementie doen ontstaan, zoals slecht werkende mitochondrieën (energiefabriekjes in cellen), vermindering van het hersenvolume en oxidatieve stress in de neuronen. 
 

Welke honden krijgen last van dementie? 

Tegenwoordig komt CCD vaker voor bij honden. Dat komt omdat onze honden gemiddeld ouder worden en vaker een hoge leeftijd bereiken. Die positieve tendens hebben we enerzijds te danken aan meer diergeneeskundige mogelijkheden en anderzijds aan de bereidheid van eigenaars om ernstig zieke honden te laten behandelen met dure methodes. 
 
Bij honden die 11 of 12 jaar oud zijn, ontwikkelt ongeveer 28% dementie. Bij 15- en 16-jarigen loopt dat getal op tot 68%. Eens de eerste symptomen vastgesteld worden, verloopt de ziekte bij honden veel sneller dan bij mensen. Een half jaar na de diagnose van milde symptomen vertoont 24% van de honden reeds matige symptomen. 
 
Waarschijnlijk zijn er meer mentaal zieke honden dan hierboven beschreven, omdat het syndroom niet altijd opgemerkt wordt. Of bepaalde rassen, geslachten of formaten meer risico lopen, kunnen wetenschappers nog niet met zekerheid zeggen. 
Oude hond met jas
68% van de 15- en 16-jarige honden krijgt last van dementie 
Oude teckel rennend in het gras
Onze honden worden gemiddeld ouder dan vroeger 

Welke symptomen horen bij honden met dementie? 

De achteruitgang van de hersenen heeft een invloed op de manier waarop honden leren, hun geheugen, bewustzijn en de manier waarop ze de wereld om zich heen beleven. De exacte symptomen worden door dierenartsen vaak samengevat met de letters DISHA
 
  • Desoriëntatie: de hond komt verward over en weet zich moeilijk te bewegen in de omgeving. Hij staart naar de muur, vindt de deur niet, kan zijn eetkom niet vinden, komt vast te zitten … 
  • Interactieverandering: de hond heeft minder aandacht voor zijn huisgenoten en komt je niet meer begroeten bij het thuiskomen. Sommige honden worden minder sociaal en zijn snel geïrriteerd, terwijl andere juist extra aanhankelijk worden. 
  • Slaapwaakverandering: het dag- en nachtritme van de hond raakt omgekeerd. Overdag slaapt hij en ‘s nachts is hij rusteloos. 
  • Huisvervuiling: de hond wordt onzindelijk en plast/ontlast zich in huis. Hij geeft niet meer aan wanneer hij dringend moet of gaat naar buiten, draait zich om en plast binnen. 
  • Activiteitsverandering: de hond vertoont gedrag dat hij vroeger niet deed, zoals aan voorwerpen likken, meer of sneller eten, in de lucht happen, dwangmatig blaffen … 
 
Behalve bovenstaande symptomen, zijn er echter nog meer gedragsveranderingen mogelijk: 
 
  • Angstverhoging: de hond wordt bang van zaken die hij vroeger leuk vond, blaft bij geluiden of wil niet meer alleen blijven. 
  • Afname in zelfverzorging
  • Veranderde eetlust
  • Minder reactie op prikkels: de hond is minder onderzoekend, heeft geen interesse meer in spel en activiteiten, geeft een depressieve indruk. 
  • Minder leervermogen en geheugen: de hond kent de aangeleerde taken niet meer of reageert niet meer wanneer hem iets gevraagd wordt. Nieuwe dingen leren wordt erg moeilijk. 
 

Hoe help je je hond met dementie? 

Overleg met je dierenarts op welke manieren je je hond kan ondersteunen met medicatie. Zulke geneesmiddelen keren de ziekte niet om, maar kunnen de vooruitgang vertragen en de symptomen milderen.
 

Daarnaast zijn er ook enkele dingen die je zelf kan doen: 
 

- Dieet aanpassen

Er bestaan speciale voeders die de hersenen van je hond kunnen ondersteunen. Daarnaast kan je ook supplementen geven die goede resultaten opleveren. Honden met dementie hebben vaak een tekort aan vitamine E, waardoor oxidatieve stress optreedt in de hersenen. Het extra toevoegen van vitamine E en antioxidanten zoals vitamine C kunnen daarom een positieve invloed hebben op het ziekteverloop. Daarnaast hebben ook vitamine B, bèta-caroteen, selenium en L-carnitine een goede invloed op demente honden. Behalve in de vorm van supplementen, zijn deze honden ook gebaat met af en toe een stukje groente of fruit
 
Ook omega-3 vetzuren zijn weldadig voor de hersenen. Ze zijn zelfs noodzakelijk voor een normale functie van de hersencel en men ziet vaak tekorten bij oudere patiënten. Extra omegavetzuren bevorderen de celwandgezondheid en kan je bijvoorbeeld geven in de vorm van zalmolie
Oude hond met voederspeeltje
Stimuleer de zintuigen van je oude hond met voederspellen
Jonge vrouw knuffelt met oude hond
Geniet van je oude hond! 

- Routine voorzien

Het is erg belangrijk dat honden met CCD zo weinig mogelijk veranderingen te verwerken krijgen. Plotse wijzigingen in zijn omgeving verhogen het gevoel van desoriëntatie. Met behulp van gekende geuren en geluiden kan je de hond helpen om zich thuis te blijven voelen. Er bestaan ook rustgevende feromonen die je hond geruststellen en angst helpen bestrijden. Zulke feromonen kan je toedienen in de omgeving met een spray of als halsband aandoen bij je hond. 
 

- Voorzie een veilige plek

Wanneer je hond zich gedesoriënteerd voelt en moeite heeft met het vinden van zijn slaapplek, dan kan je hem helpen door een veilige plek te creëren in een bench. Misschien kent hij die nog uit zijn jonge jaren of gebruikte je ze al in de wagen. Maak van de bench een gezellige plek met zachte kussens en gekende geuren. Leg er een doek overheen zodat het een veilig ‘hol’ wordt. Door je hond ‘s nachts de veiligheid van een bench aan te bieden, bijvoorbeeld naast je eigen bed, heeft hij minder nood om te gaan ronddwalen. 
 

- Stimuleer de neus en de hersenen van je hond

Laat je hond niet rustig wegkwijnen in deze periode van zijn leven, maar onderneem dingen met hem op maat van zijn capaciteiten. Meestal werkt de neus van honden nog erg goed. Bied eenvoudige zoekspellen aan zoals een snuffelmat of vul een voederspel met lekkers. Verstop eens lekker geurend vlees in de tuin en laat je hond op oudjes-expeditie gaan. Een goed moment voor deze mentale stimulatie is de avond, zodat je hond (hopelijk) moe wordt en minder rusteloos gedrag vertoont tijdens de nacht. 
 

- Beperk de overlast door onzindelijkheid

Een demente hond heeft moeite met aangeven wanneer hij naar het toilet moet. Dat is niet alleen lastig voor jou, ook voor je hond is dat geen ideale situatie. Neem hem vaak mee naar buiten, zodat hij minder vaak in huis de aandrang voelt om zich te ontlasten. Leg eventueel een trainer pad in de buurt van zijn slaapplek of voor de deur om ongelukjes te voorkomen. Weet wel dat het niet makkelijk zal zijn om je hond daarop te laten plassen. ‘Ook oude honden kan je trucjes leren’, zegt het spreekwoord, maar dat geldt niet voor honden met CCD. Wees niet kwaad op je hond als hij toch een foutje maakt. Hij kan er niks aan doen en jouw boze stem maakt hem verward of zelfs angstig. Stel een goede routine op met je gezinsgenoten zodat je hond regelmatig onder begeleiding naar buiten kan. 
 

- Geniet van elkaar

Ook al is je hond in dit levensstadium niet meer ‘de oude’, vergeet niet te genieten van zijn aanwezigheid. Als je rekening houdt met zijn veranderende behoeften, kunnen jullie zeker nog een leuke tijd beleven met elkaar. Maak van etenstijd een wij-momentje door samen naar voedsel te snuffelen, organiseer een (gemakkelijke) speurtocht in je huis of trakteer je hond op een deugddoende massage. Stel je verwachtingen bij, ondersteun zijn ziekte en wees boven alles dankbaar voor de hoge leeftijd die je hond heeft bereikt. 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen