Wens jij ook wel eens dat je een echte conversatie kon voeren met je hond? Dat je hem kon vragen hoe zijn dag geweest is, waar hij zin in heeft en of hij ook zo ontzettend veel van jou houdt? De Amerikaanse logopediste Christina Hunger voegde de daad bij het woord en leerde haar jonge hond praten met behulp van een reeks indrukbare knoppen. In het boek ‘Hoe ik mijn hond leerde praten’ lees je in geuren en kleuren haar buitengewone verhaal en krijg je tips om met je eigen hond aan de slag te gaan. 
Als nieuwsgierige hondentrainer volg ik de avonturen van Stella en Christina al een tijdlang op hun Instagram-account @hunger4words. Tegenwoordig zijn ze daar lang niet meer uniek, maar hun account is wél datgene waarmee het allemaal begon. Zelf stond ik al die tijd redelijk sceptisch tegenover het fenomeen ‘pratende honden’, want beseffen deze knopdrukkende viervoeters écht wat ze zeggen, of hebben ze gewoon ontdekt dat er leuke dingen gebeuren wanneer ze een bepaald woord indrukken? In dit boek hoopte ik een onderbouwd antwoord te vinden op al mijn vragen. 
 
 

Honden zijn talige wezens

Dat honden er meester in zijn om hun wensen en gevoelens uit te drukken, weet ik al langer. Wanneer mijn jongste hond Mauro in één vlotte beweging zijn voorpoot over de achterdeur strijkt, weet ik meteen hoe laat het is: hij wil naar buiten óf hij wil vers drinkwater. Dat laatste zit zo: de drinkbak staat dicht bij de achterdeur en hij weet dat ik rechtsta wanneer hij naar buiten wil. Doe ik de achterdeur open en zet hij vervolgens een pas achteruit, dan heeft er een kat van het water gedronken en wil Mauro een kom water-zonder-kattenkwijl verkrijgen. 
  
Bovenstaand voorbeeld is maar één van de vele manieren waarop wij met elkaar communiceren. Mauro laat ook zien wanneer hij een wandeling verwacht, vertelt met zijn blik dat zijn favoriete bal onder kast ligt en legt tijdens het thuiswerken zijn snoet op m’n schoot wanneer hij het tijd vindt voor een knuffelpauze. En dan heb ik het nog niet gehad over zijn uitgebreide repertoire aan lichaamstaal waaraan ik o.a. kan zien of hij blij, nerveus, boos, angstig of opgewonden is. 
 
Met de vaststelling dat honden continu met ons proberen te communiceren, begint ook het boek over Stella. Maar door de achtergrond van de auteur als spraakwetenschapper, geeft zij een grotere betekenis aan wat ze ziet. Zo ontdekt Christina grote gelijkenissen tussen de ‘gebarentaal’ van haar jonge pup en die van de kinderen waarmee ze dagelijks werkt - de taalontwikkeling van kleine mensjes begint immers al lang voordat ze gesproken taal leren gebruiken. Ze stelt zich dus terecht de vraag hoe ver het taalvermogen van onze huisdieren reikt. 
 
Op het einde van elk hoofdstuk krijg je als lezer leerpunten aangereikt om je eigen hond ‘taliger’ te maken. De eerste tips die we meekrijgen zijn meteen heel waardevol, eigenlijk zijn het zaken die je op elke hondenschool zou moeten meekrijgen. Veel conflicten tussen mens en hond komen vandaag de dag nog steeds voort uit een gebrek aan inlevingsvermogen. Wie een beetje moeite doet om te begrijpen waarom een hond bepaald (ongewenst) gedrag vertoont, heeft daarmee alvast een een goede eerste stap gezet richting oplossing. De tips: 
 
  • Observeer hoe je hond jou iets probeert te vertellen → pas wanneer je beseft wanneer je hond probeert te communiceren, kan je gepast reageren  
     
  • Reageer zo goed mogelijk op wat je hond communiceert → hoe meer moeite jij doet om je hond te begrijpen, hoe makkelijker hij in de toekomst met jou zal communiceren 
     
  • Leer je hond al doende zijn eerste woordjes → door te benoemen wat je hond wil, zal hij zijn vraag gaan koppelen aan de klanken die jij maakt
  
   

Hoe communiceer je met woorden, als je geen stem hebt? 

In haar boek beschrijft Christina hoe bijzonder groot het ‘receptieve’ taalvermogen van haar hond Stella blijkt te zijn. Dat wil zeggen ze in staat is om vrij veel woorden te begrijpen. Dat honden bijzonder goed onze taal begrijpen, bewees eerder al Chaser, de Border collie die meer dan 1000 verschillende speeltjes op naam kon apporteren. Ook als je zelf even stilstaat bij al die keren dat je tegen je hond praat, durf ik ervoor wedden dat je meer woorden kan bedenken dan je misschien eerst dacht (wandelen, buiten, pipi doen, baasje, bal, braaf, zit, mandje, pootje, eten, koekje …).
 
Tegenover dat grote begrip van onze taal, staat bij honden een vrij beperkt ‘expressief’ taalvermogen. Ze kunnen van nog zo veel woorden de betekenis leren, ze zullen nooit in staat zijn die woorden met hun stem te reproduceren. Die conditie is vergelijkbaar met bepaalde spraakstoornissen die ook bij mensen voorkomen, met name bij de patiënten die bij Christina over de vloer komen. Dus kreeg de logopediste het idee om haar hond op dezelfde manier te helpen met communiceren: door middel van een speciaal communicatieapparaat. Kinderen die een goed begrip hebben van woorden, maar zelf om één of andere reden niet kunnen spreken, krijgen een tablet met icoontjes om op te drukken om hun taalontwikkeling te stimuleren. Een meer gesofisticeerde vorm van dat apparaat is de computer waarmee de bekende natuurkundige Stephen Hawking een groot deel van zijn leven communiceerde. 
 
 
Een tablet voor honden is misschien een brug te ver, dus leerde Christina haar hond woorden te gebruiken via een systeem met grote knoppen. Wanneer hond Stella op zo’n knop drukt met haar voorpoot, klinkt er een woord dat Christina vooraf ingesproken heeft. De eerste woordjes die Stella leerde waren (de Engelse woorden voor) ‘buiten’, ‘spelen’ en ‘water’: drie woorden die ze vaak te horen krijgt en die relevant zijn in haar leven als hond.  
 
Tijdens het lezen van het boek besloot ik om voor Mauro gelijkaardige woorden te programmeren op een set knoppen die ik ooit aankocht voor een workshop: ‘open doen’ (om de achterdeur te openen), ‘drinken’ en ‘spelen’. Als extraatje maakt ik ook een ‘slapie doen’-knop om bij de deur van onze slaapkamer te zetten, Mauro’s lievelingsplek voor een middagdutje. 
 
 

Hoe leer je je hond ‘spreken’ met behulp van spraakknoppen? 

En toen kon het echte werk beginnen. Mauro leerde al eerder om op knoppen te drukken, met zijn poot of met zijn neus, maar volgens de instructies uit het boek was het net niet de bedoeling om hem daartoe aan te moedigen. Hoe moet het dan wel? Door een proces dat Christina ‘modelleren’ noemt. 
 
Wat houdt dat modelleren precies in? 
 
  • Op het gepaste moment benoem je meermaals vooraf uitgekozen activiteiten. In ons geval was dat bijvoorbeeld tijdens het openen van de achterdeur, het verversen van het drinkwater en het uitzoeken van een speeltje. 
     
  • Gebruik zowel het gesproken woord als het knop-woord. Toon duidelijk aan je hond hoe jij de knop indrukt, zodat hij jouw gedrag later kan gaan imiteren. 
     
  • Wees alert voor elke interactie die je hond met de knoppen opzoekt. Verwacht niet meteen een ferme poot op de knop, maar beloon je hond wanneer hij naar de knop kijkt, erbij gaat staan of er naar blaft. Hoe meer interesse hij toont in de knop, hoe groter de kans dat hij hem binnenkort gaat gebruiken. 
 
Zelf maakte ik geen groot ‘bord’ met knoppen, maar plaatste ik de knoppen op strategische plaatsen in huis. Vol goede moed begon ik met modelleren en reeds na twee dagen drukte Mauro ostentatief de knop ‘spelen’ in die naast zijn speelgoedmand stond. Dat initiatief werd beloond met een feestje: samen het ultieme trekspelletje uitkiezen en even flink ravotten. Ik kan er echter niet de vinger op leggen of hij doelbewust op de knop drukte om met mij te praten of dat hij het gewoon een leuk spelletje vond om mijn aandacht mee te trekken. 
 
De overige drie knoppen liet hij echter helemaal links liggen. Hoewel in het boek duidelijk uitgelegd wordt dat het proces van ‘praten met knoppen’ vele weken tijd kost, daalde mijn motivatie zienderogen aangezien Mauro ook zonder knoppen moeiteloos zijn punt maakt. Al snel werd Mauro’s primitieve spraakapparaat met geen vinger (of hondenpoot) meer aangeraakt … 
 
 

Kunnen honden echt communiceren met behulp van knoppen? 

Dat wij het zo snel opgegeven hebben, doet uiteraard geen afbreuk aan de methode die in het boek beschreven wordt. Het systeem wordt op zeer overzichtelijke wijze uitgelegd en alleen al met de tips achteraan elk hoofdstuk, kan je je eigen trainingsplan samenstellen. Stella - de hond uit het boek - leerde maar liefst 50 verschillende knoppen gebruiken en tikt soms 5 woorden na elkaar aan om een eenvoudige ‘zin’ te maken. 
 
Een grote kanttekening bij dit alles is dat Christina een logopediste is dit werk tot in de puntjes beheerst, terwijl het als leek vermoedelijk veel moeilijker is om het helemaal goed te doen. Langs de andere kant slagen we er allemaal in om kinderen talig op te voeden, dus waarom zou het met een hond niet lukken? 
 
Hoewel de auteur in het boek heel veel achtergrondinformatie geeft over leerprocessen, taalontwikkeling en het gebruik van een spraakapparaat, blijf ik als lezer op mijn honger zitten als het over wetenschappelijk onderbouwde feiten gaat. De toon van het verhaal is doorgaans erg luchtig - wat het een heel aangenaam boek maakt om te lezen - maar van een ondubbelzinnig proefopzet is nergens sprake. De nauwkeurigheid en de professionaliteit waarmee het taalvermogen van de bekende grijze roodstaartpapegaai Alex gedocumenteerd werd, is bij dit ‘pratende dier’ niet aanwezig. 
 
 
Wanneer ik eender welk filmpje van pratende honden bekijk, vraag ik me dan ook telkens weer af in welke mate de interpretatie van de eigenaar overwicht krijgt op de intentie van de hond. Het filmpje hierboven, van een andere bekende pratende hond, is daar een perfect voorbeeld van. Maar die interpretatie maakt volgens Christina net deel uit van het proces: ook wanneer een peuter ‘papa bal’ zegt, is het aan ons om te ontdekken wat hij wil zeggen. Wil hij dat papa naar de bal kijkt? Of dat hij de bal gooit? Misschien zingt papa soms een leuk liedje over een bal? Toch weten de ouders van de peuter in kwestie meestal exact wat hun kind bedoelt, en zo gaat het (volgens de auteur) ook met honden die je goed kent. 
 
 

Meer onderzoek naar ‘pratende honden’ is nodig

Om écht te weten of honden ons bewust dingen kunnen vertellen door op knoppen te drukken, of dat ze gewoon beseffen dat een druk op de knop steevast aandacht en andere leuke dingen oplevert, is verder onderzoek nodig. Wetenschappers van de universiteiten van Toronto en San Diego verzamelen momenteel enorm veel data via een burgerwetenschap-initiatief, onder de naam ‘They Can Talk- al zou de naam ‘Can They Talk’ beter geweest zijn. De studie loopt over enkele jaren en wil ondubbelzinnig bewijs verzamelen voor het al dan niet begrijpend kunnen ‘praten’ van onze honden. Resultaten om naar uit te kijken! 
 
Maar wat nu als het antwoord ‘nee’ blijkt te zijn? Dat honden niet in staat zijn om te praten zoals kinderen zonder stem, maar hun spraakapparaat gewoon zien als een soort automaat die oorzaak en gevolg aan elkaar koppelt? Is alle moeite van de deelnemende eigenaars dan voor niks geweest? Zeker niet! Hoe meer tijd je doorbrengt met je hond en hoe beter je je probeert in te leven in zijn gedachtenwereld, hoe meer oog je krijgt voor het welzijn van je hond. Dus ook al hangt er een tikkeltje ‘eigen interpretatie’ aan een conversatie met je viervoeter, je hond wordt daar zeker niet slechter van. Misschien is dat nog wel de grootste beloning: een betere begrip en een betere band met je hond – of hij nu echt met jou kan 'praten' of niet. 
Hond leest boek op parketvloer

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen