Eigenlijk zou het parvovirus hier bij ons niet mogen bestaan, volgens dierenarts Rob van DNA Dierenartsencentrum. Wie zijn pup netjes laat vaccineren op de juiste momenten,  heeft amper kans om in aanraking te komen met deze verschrikkelijke puppyziekte. En toch worden er jaarlijks – tijdens de coronaperiode gebeurde het zelfs wekelijks – doodzieke pups bij Rob binnengebracht. De meeste van die zieke hondjes zijn afkomstig uit zogenaamde broodfokkerijen, waar veel honden dicht op elkaar leven en de voorgeschreven vaccinatieschema’s niet altijd even strikt gevolgd worden. Toch kan ook jouw volgens het boekje gevaccineerde pup de ziekte oplopen. Lees hier alles wat je moet weten over het gevreesde parvovirus.

Wat is het parvovirus? 

Het parvovirus is een erg besmettelijke ziekte die vooral pups en jonge honden treft. Virusoverdracht gebeurt door direct of indirect contact met de uitwerpselen van besmette honden. Wanneer je pup parvovirose doormaakt, zie je aan alles dat je asap naar de dierenarts moet: hij voelt zich doodziek. Dat uit zich vooral in (veel) braken en waterige/bloederige diarree die ontzettend stinkt. Behalve de darmen, wordt ook de hartspier aangetast door het virus. 
 
Snel handelen is noodzakelijk, want zonder hulp is je pup een vogel voor de kat. En zelfs wanneer je wel tijdig bij de dierenarts aanklopt, is het niet zeker dat je hondenbaby het einde van de week haalt. Er bestaat immers geen geneesmiddel dat het virus een kopje kleiner krijgt, het enige wat een dierenarts kan doen is je hondje op alle vlakken ondersteunen om het virus zelf de baas te krijgen. 
 
 

Vaccin tegen parvovirus

Gelukkig bestaat er wel een doeltreffend vaccin tegen parvo of het parvovirus. Hun eerste prik krijgen pups doorgaans reeds bij de fokker, op een leeftijd van 6 weken. Vroeger vaccineren heeft geen zin, want dan zijn de hondjes nog beschermd door antistoffen die ze van hun moeder kregen (op voorwaarde dat de moeder correct gevaccineerd is en een goede immuniteit heeft). Die antistoffen vallen de werkzame bestanddelen van het vaccin zelfs aan, omdat ze een gevaarlijk virus denken te herkennen. Het probleem is dat niet (of slecht) gevaccineerde pups op een leeftijd van 6 tot 12 weken extra gevoelig zijn voor het parvovirus. Komen ze in aanraking met levend virus wanneer de moederlijke immuniteit is uitgewerkt, dan worden ze gegarandeerd heel erg ziek. 
 
Daarom is het zo extreem belangrijk om het juiste vaccinatieschema te volgen. Een dier dat gevaccineerd is volgens het voorgeschreven tijdschema, bouwt normaal een goede immuniteit op die hem helpt vechten wanneer hij met de ziekte besmet wordt. Toch is zelfs een vaccinatie niet zaligmakend, want heel soms reageert het immuunsysteem van een hond niet zoals verwacht. Zulke honden noemen we ‘non-responders’. 
 
Omdat er in broodfokkerijen veel honden bij elkaar zitten, kan de ziekte er snel en makkelijk verspreiden. Bovendien worden pups vaak te jong ingevoerd, want schattige jonkies verkopen beter dan uit de kluiten gewassen pre-pubers. Om toch ‘in orde’ te zijn met de wetgeving, krijgen deze buitenlandse pups hun inentingen te vroeg en kan het vaccin zijn werk niet doen. Het resultaat: een zieke pup die opgenomen moet worden bij de dierenarts. 
Pups in een broodfokkerij
In een broodfokkerij leven te veel honden te dicht bij elkaar, waardoor het parvovirus zich makkelijk kan verspreiden

Hoe behandelt de dierenarts een pup met parvo? 

Wanneer een pup met een vermoeden van parvovirose wordt binnengebracht, brengt het dierenartsenteam meteen alles in gereedheid om het jonge dier in quarantaine te zetten. Het parvovirus is extreem besmettelijk en kan bovendien tot een jaar lang overleven in de omgeving. Parvo-pups worden daarom ondergebracht in een geïsoleerde, inoxen hospitalisatie-bench met wegwerpdekens. Die benches, en ook alle instrumenten die met de pup in aanraking komen, moeten achteraf weer steriel gemaakt worden. Wanneer een dierenarts of assistent de patiënt gaat verzorgen, pakt hij zich volledig in met een steriel pak dat achteraf – na elk bezoek – wordt weggegooid. Dat is hartverscheurend, want op die leeftijd hebben pups, net zoals baby’s, nood aan warmte en geborgenheid. 
 
Het enige wat je als dierenarts verder nog kan doen voor een parvo-puppy, is zorgen dat het dier niet te hard lijdt onder zijn vochtverlies t.g.v. veelvuldig braken en diarree. Als ondersteunende therapie wordt daarom een infuus aangelegd met vocht, elektrolyten en antibiotica om bijkomende infecties de kop in te drukken. 
 
Hoe hard een dierenarts en zijn team ook hun best doen, het is nooit zeker of al die inspanningen ook beloond zullen worden. Het parvovirus is een gemeen virus waartegen geen enkel medicijn bestaat. Het is dan ook heel frustrerend wanneer een pup ondanks intensieve zorgen toch de strijd verliest.
Puppy met parvovirus in quarantaine
Besmette pups moeten in quarantaine en missen het menselijke contact dat ze in die levensfase zo hard nodig hebben

Eens het parvovirus in je huis zit … 

Ook voor de eigenaars van een zieke pup wacht een zenuwslopende tijd van wassen, poetsen en schoonmaken. Eigenlijk zou je het ganse huis moeten behandelen met javel of bleekwater, want alleen daartegen is het virus niet bestand. Doe je dat niet, dan blijft het parvovirus tot een jaar lang aanwezig op je vloer, in je zetels, in de hondenmand, enzovoort. 
 
Eingelijk is het quasi onmogelijk om heel je huis weer virusvrij te krijgen. Daarom neem je het eerste jaar best geen nieuwe pup. Let ook op met andere honden (of eigenaars van honden) die bij je op bezoek komen. Sommige broodfokkers geven mensen die een hondje verloren aan parvovirose een nieuwe puppy mee, als onderdeel van hun ‘garantieverklaring’. Dat houdt echter grote risico’s in, want het gevaar bestaat dat je thuis opnieuw een slecht gevaccineerde pup met het dodelijke virus in aanraking brengt. 
 
 

Koop geen pup bij een broodfokker

Broodfokkers verkopen liefst zoveel mogelijk hondjes op een zo kort mogelijke tijd. Omdat er in België onvoldoende pups geboren worden om aan de grote vraag te voldoen, halen ze er ook op in het buitenland. Om hun verkoopkansen te vergroten – maar ook om de kosten te beperken – worden ze vaak (veel) te jong naar België getransporteerd. Dat houdt gesjoemel in met papieren én met vaccinatiebewijzen. Raakt zo’n slecht-gevaccineerde pup besmet met het parvovirus (dat hij meebrengt uit het buitenland), dan ziet zijn toekomst er allesbehalve rooskleurig uit. Bovendien kunnen deze honden ook ‘non-responders’ besmetten, puppies die correct gevaccineerd zijn, maar waarbij het vaccin niet of onvoldoende gewerkt heeft. 
  
Blijf dus ver weg van broodfokkers en winkels die honden verkopen. De kans dat je bij een verantwoorde, binnenlandse fokker (bekijk hier onze checklist) een parvopup koopt, is heel erg klein. Vraag na aan de fokker welke vaccins je nieuwe pup reeds gehad heeft en wanneer hij opnieuw naar de dierenarts moet. Om goed beschermd te zijn tegen het parvovirus is – na het vaccin op 6 weken – een herhalingsvaccinatie nodig op 9 en op 12 weken. Daarna moet je hond nogmaals gevaccineerd worden rond zijn eerste verjaardag. Vanaf dan volstaat het om je hond elke drie jaar te laten vaccineren tegen het parvovirus.

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen