Vraag
Waarom luistert onze hond niet?
Wij hebben een toller die geen ‘nee’, ‘foei’ of ‘mag niet’ verstaat. Ze steelt alles wat ze te pakken krijgt, rent achter onze kat aan en blijft de kat bewaken.
“Hij luistert niet” is een verzuchting die elke hondeneigenaar wel eens over de lippen laat rollen. Instinctief herhalen we dan onze vraag of verheffen we onze stem, alleen … is het waarschijnlijk zo dat je hond écht niet weet waar je het over hebt op dat moment.
De woorden die wij gebruiken om te communiceren, hebben geen betekenis voor een hond (tenzij ze zorgvuldig worden aangeleerd). Sommige honden - noem hen van het ‘gevoelige type - zullen meteen stoppen met wat ze aan het doen zijn als je ‘nee’ roept. Maar dat doen ze zelden omdat ze het concept ‘nee’ begrijpen, meestal zijn ze gewoon geschrokken van jouw reactie waardoor ze eventjes uit het moment gehaald worden. De kans is groot dat je hond er niets van geleerd heeft en enkele seconden later gewoon verder gaat met zijn kattenkwaad. Want buiten even schrikken van jouw geroep, heb je hem niet verteld wat dan wél de bedoeling is.
Hoewel de lieve blik in hun ogen ons soms op andere gedachten wil brengen, zijn honden niet in staat om te begrijpen wat gewenst of ongewenst gedrag is. Dat honden zich schuldig kunnen voelen, is een hardnekkig fabeltje. Wat een hond wél heel goed kan inschatten, is welk gedrag hem opzadelt met een goed dan wel slecht gevoel. Zo goed als alle beslissingen die een hond maakt, maakt hij door oorzaak en gevolg tegen elkaar af te wegen - maar dan wel vanuit het standpunt van de hond.
Wanneer jouw toller iets steelt en daarmee wegkomt, weegt de winst die hij boekt voor hem zwaarder door dan het slechte gevoel dat jouw ‘nee’ hem oplevert. En de kick van een katse achtervolging, overstemt jouw ‘foei’. Wil dat dan zeggen dat je harder moet roepen? Absoluut niet! Want (1) je hond leert niet wat hij dan wel hoort te doen, (2) je hond zal nog steeds kattenkwaad uithalen als jij niet in de buurt bent en (3) je hond gaat jou minder leuk vinden en je proberen te ontwijken.
Probeer in eerste instantie te voorkomen dat je hond in de fout gaat. Hoe minder vaak hij de kans krijgt om kattenkwaad uit te halen, hoe minder vaak hij dat goede gevoel krijgt. Laat geen spullen slingeren die hij niet mag oppakken, geef je kat een mooie kattenmuur of een aparte kamer om zich in te verschuilen en hou je hond aan de leiband zodra hij zich in dezelfde ruimte bevindt als zijn poezelige huisgenoot.
Daarnaast loont het de moeite om je hond te leren wat hij wél hoort te doen. Geef hem voldoende speelgoed in alle soorten, vormen en maten waarmee hij naar hartenlust mag ravotten. Prijs hem wanneer hij zijn eigen spulletjes opraapt, speel er een trekspel mee of laat het hem apporteren. Steelt hij iets wat van jou is? Ook dan mag je hem prijzen, laat hem het naar je toe brengen en ruil het voor iets anders waarmee je samen een spelletje speelt. Doordat je hond telkens een fijn gevoel krijgt van het samen spelen, zal hij steeds minder vaak andere ongewenste spullen oprapen.
Speel ook eens in de buurt van je kat met je hond of vraag hem om eenvoudige oefeningen uit te voeren. Leer hem dat hij geen aandacht hoeft te schenken aan de kat en dat het veel leuker is om met jou te interageren. Hou de dieren apart wanneer je hen niet in de gaten kan houden en geef je hond in geen geval een vrijgeleide om achter de kat aan te rennen.
Soms vergt het heel wat moeite om je eigen gewoontes aan te passen en kan je daar wel wat hulp bij gebruiken. Zeker wanneer je altijd al honden in huis had en het vroeger wél vanzelf lukte. Wacht niet te lang en vraag hulp aan een gediplomeerd gedragstherapeut. Die komt aan huis om te kijken wat voor karakter je hond heeft, hoe de gezinsleden met hem omgaan en op welke manier jullie prettiger kunnen samen leven.
De woorden die wij gebruiken om te communiceren, hebben geen betekenis voor een hond (tenzij ze zorgvuldig worden aangeleerd). Sommige honden - noem hen van het ‘gevoelige type - zullen meteen stoppen met wat ze aan het doen zijn als je ‘nee’ roept. Maar dat doen ze zelden omdat ze het concept ‘nee’ begrijpen, meestal zijn ze gewoon geschrokken van jouw reactie waardoor ze eventjes uit het moment gehaald worden. De kans is groot dat je hond er niets van geleerd heeft en enkele seconden later gewoon verder gaat met zijn kattenkwaad. Want buiten even schrikken van jouw geroep, heb je hem niet verteld wat dan wél de bedoeling is.
Honden kennen geen ‘goed’ of ‘slecht’
Hoewel de lieve blik in hun ogen ons soms op andere gedachten wil brengen, zijn honden niet in staat om te begrijpen wat gewenst of ongewenst gedrag is. Dat honden zich schuldig kunnen voelen, is een hardnekkig fabeltje. Wat een hond wél heel goed kan inschatten, is welk gedrag hem opzadelt met een goed dan wel slecht gevoel. Zo goed als alle beslissingen die een hond maakt, maakt hij door oorzaak en gevolg tegen elkaar af te wegen - maar dan wel vanuit het standpunt van de hond.
Wanneer jouw toller iets steelt en daarmee wegkomt, weegt de winst die hij boekt voor hem zwaarder door dan het slechte gevoel dat jouw ‘nee’ hem oplevert. En de kick van een katse achtervolging, overstemt jouw ‘foei’. Wil dat dan zeggen dat je harder moet roepen? Absoluut niet! Want (1) je hond leert niet wat hij dan wel hoort te doen, (2) je hond zal nog steeds kattenkwaad uithalen als jij niet in de buurt bent en (3) je hond gaat jou minder leuk vinden en je proberen te ontwijken.
Hoe ga je dan wel om met ongewenst gedrag?
Probeer in eerste instantie te voorkomen dat je hond in de fout gaat. Hoe minder vaak hij de kans krijgt om kattenkwaad uit te halen, hoe minder vaak hij dat goede gevoel krijgt. Laat geen spullen slingeren die hij niet mag oppakken, geef je kat een mooie kattenmuur of een aparte kamer om zich in te verschuilen en hou je hond aan de leiband zodra hij zich in dezelfde ruimte bevindt als zijn poezelige huisgenoot.
Daarnaast loont het de moeite om je hond te leren wat hij wél hoort te doen. Geef hem voldoende speelgoed in alle soorten, vormen en maten waarmee hij naar hartenlust mag ravotten. Prijs hem wanneer hij zijn eigen spulletjes opraapt, speel er een trekspel mee of laat het hem apporteren. Steelt hij iets wat van jou is? Ook dan mag je hem prijzen, laat hem het naar je toe brengen en ruil het voor iets anders waarmee je samen een spelletje speelt. Doordat je hond telkens een fijn gevoel krijgt van het samen spelen, zal hij steeds minder vaak andere ongewenste spullen oprapen.
Speel ook eens in de buurt van je kat met je hond of vraag hem om eenvoudige oefeningen uit te voeren. Leer hem dat hij geen aandacht hoeft te schenken aan de kat en dat het veel leuker is om met jou te interageren. Hou de dieren apart wanneer je hen niet in de gaten kan houden en geef je hond in geen geval een vrijgeleide om achter de kat aan te rennen.
Hulp nodig? Da’s oké!
Soms vergt het heel wat moeite om je eigen gewoontes aan te passen en kan je daar wel wat hulp bij gebruiken. Zeker wanneer je altijd al honden in huis had en het vroeger wél vanzelf lukte. Wacht niet te lang en vraag hulp aan een gediplomeerd gedragstherapeut. Die komt aan huis om te kijken wat voor karakter je hond heeft, hoe de gezinsleden met hem omgaan en op welke manier jullie prettiger kunnen samen leven.