Beestig

1. Roep je hond alleen om hem aan te lijnen 

• Waarom zou je je hond vaker roepen, behalve om hem zijn vrijheid te ontnemen? Hij luistert toch niet, dus laat hem gewoon lekker zijn zin doen. Zie je andere honden, wilde dieren of mensen waaraan je hond niet kan weerstaan? Dan is het een goed moment om je viervoeter te roepen en hem aan te lijnen. Of misschien vind je dat hij genoeg tijd heeft gehad om te spelen en wil je hem weer mee naar huis nemen. Ook een prima idee om je hond even bij je te roepen. Tenzij hij niet komt als je roept, natuurlijk … 

 
In theorie klinkt bovenstaand scenario perfect: je hond komt wanneer dat nodig is, maar krijgt daarnaast alle vrijheid die zijn hartje begeert. Alleen … eindigt alle fun zodra jij je fluitje bovenhaalt of ‘kom hier’ roept. Dan mag je nog een lekker koekje voor hem in petto hebben, het eindresultaat is dat je je hond weghaalt uit een plezierige situatie om hem te beperken in zijn vrijheid. Een regelrechte straf - en zoals je in het volgende punt kan lezen, is straffen net nefast voor het leren hierkomen. Roep je hond regelmatig bij je, beloon hem en laat hem meteen verder gaan met zijn activiteiten. Of lijn hem eens aan voor een halve minuut, om hem daarna weer los te laten. Zo weet je hond niet op voorhand wanneer het gedaan is met de pret en leert hij dat aanlijnen niks is om zich zorgen over te maken. 

 

2. Wees extra boos wanneer je hond na 10 minuten weer opduikt

• Om jezelf ervan te verzekeren dat je hond zo traag mogelijk weer naar je terug komt, helpt het om hem eens goed zijn vet te geven telkens hij wél terugkeert na een partijtje yolo’en. Zo leert hij dat het bij zijn eigenaar nooit leuk is, dus waarom zou hij in de toekomst wel braaf luisteren? 

 
Liever een hond die wel netjes terugkomt? Beloon hem op elk moment dat hij bij je komt, ook al was hij 10 minuten van de aardbol verdwenen. Je beloont immers alleen zijn laatste actie: het naar je toe komen. Alles wat daarvoor gebeurde, kan een hond niet linken aan jouw reactie. Kwaad worden heeft dus geen zin, want dan koppelt je hond zijn brave terugkomst aan een negatief gevolg en zal hij in de toekomst wel twee keer nadenken voor hij zijn speeltijd onderbreekt om bij jou te komen. 

3. Blijf zo vaak mogelijk roepen naar je hond

• Komt je hond niet bij één keer roepen? Geen nood! Roep hem gewoon nog een keer. En nog eens. Verhef je stem, laat het wat dringender klinken. Misschien heeft je hond het de eerste keer niet goed gehoord, dus blijf gewoon de hele tijd roepen tot hij (misschien wel nooit) terugkomt. Deal? 

 
Het is heel verleidelijk om meerdere keren te roepen naar je hond, maar dat heeft een averechts effect. Je hond zal al snel vergeten wat jouw commando ook alweer betekent. Jij roept meermaals ‘hier’, je hond komt niet en gaat jouw stem linken aan zijn uurtje me-time. In de ogen van jouw hond wordt je stem herleid tot vervelend achtergrondgeluid! Roep slechts éénmaal op een moment dat je hond daar ontvankelijk voor is en beloon voor een goeie reactie. Oefen dat eerst thuis, met weinig prikkels, voor je het bos in gaat. 

4. Neem geen beloningen mee tijdens het wandelen 

• Een hond moet luisteren omdat jij hem dat vraagt, niet omdat je lekkers bij hebt. Als een echte roedelleider straal je gezag uit, daar heb jij geen snoepjes voor nodig. Of wel? 

 
Zou jij elke dag gaan werken als je baas telkens vergeet je loon te storten? Veel mensen vinden het vanzelfsprekend dat hun hond luistert en lijken wel allergisch aan het gebruiken van voedsel om hun viervoeter te trainen. Maar ook voor honden - eigenlijk zelfs voor alle dieren - geldt: ‘voor wat, hoort wat’. Ze leren alleen om netjes naar jou toe te komen als daar een leuk gevolg aan hangt. Voor niets gaat de zon op, als die beloning keer op keer uitblijft, heeft je hond geen reden meer om te luisteren naar jouw vraag. Zorg er dus voor dat het de moeite waard is om naar jou toe te komen. Hoe groter het loonbriefje (biefstuk, kaas, gedroogde vis), hoe sneller je hond de volgende keer zal luisteren. En hou het verrassend, neem niet tijdens elke wandeling hetzelfde mee. Zo hou je je hond gemotiveerd! 

 

5. Oefen het hierkomen 100 keer tijdens elke wandeling

• Je kan het hierkomen niet genoeg oefenen, doe het daarom zo vaak mogelijk. Het is de bedoeling dat je hond dit gedrag perfect beheerst, dus moet je veel tijd investeren in het aanleren ervan. Ga je wandelen? Neem dan een zak vol lekkers mee, vraag je hond om hier te komen van zodra hij meer dan 5 meter van jou weg is en geef hem telkens een brokje voor zijn bewezen dienst. 

 
Je hoeft je hond écht geen honderd keer per wandeling te roepen ‘gewoon om te oefenen’. Je loopt het risico dat hij het spelletje beu geraakt en op momenten dat het er echt toe doet, een andere keuze maakt die in zijn ogen véél leuker is. Beter is het om slecht drie keer per wandeling een ‘noodcommando’, bijvoorbeeld een fluitsignaal, te laten horen. Na dat fluitsignaal krijg je hond het beste van het beste: een lekker stuk gekookte kip, wat gedroogde pens of een paar minuten speeltijd met zijn favoriete speeltje. 

6. Gebruik de naam van je hond om hem te straffen

• De naam van je hond kan hij maar beter heel goed kennen. Gebruik hem dus telkens wanneer je iets van hem vraagt. Ook als je hem wil terechtwijzen: ‘Max, nee!’ Hoe weet je hond anders dat je het tegen hem hebt? 

 
Ga eens voor jezelf na hoe vaak je de naam van je hond gebruikt in een negatieve context. Zoals hierboven bijvoorbeeld: roep je wel eens ‘Max, nee’ of zelfs kortweg ‘Max!’ wanneer hij naar de kat van de buren blaft, een frietje van tafel steelt of met zijn vuile poten tegen je witte broek springt? Waarom zou hij dan wel komen wanneer je zijn naam roept om hem te laten hierkomen? Wil je dat je hond altijd vrolijk reageert op zijn naam, gebruik hem dan enkel op leuke momenten. Veel honden ervaren het horen van hun naam als een straf in plaats van een beloning. Maar daar kan jij verandering in brengen!

7. Ren achter je hond aan en probeer hem te grijpen

• Komt je hond niet meteen als je hem roept? Dan is het hoog tijd om in te grijpen. Zeker als hij nog een puppy is, ben je gegarandeerd sneller bij hem dan hij de benen kan nemen. Zet een sprintje in en grijp je hond vast bij zijn halsband of tuigje. Eind goed al goed …  Duimen maar dat hij de volgende keer wel weet wat de bedoeling is! 

 
Je hond achterna hollen is nefast voor het hierkomen. Geen enkele hond kan immers een tof jaagspelletje weerstaan! Kijk maar eens goed wanneer jouw hond met z’n vriendjes speelt: er zit altijd wel één hond achter de andere aan. Alleen … kan jij dat spelletje onmogelijk winnen van je supersnelle viervoeter. Hij zal gauw doorhebben hoe hij telkens nét buiten jouw armlengte kan blijven. Je kan hier wel gebruik maken van een sterk staaltje ‘omgekeerde psychologie’: laat al je moederinstincten achterwege en loop eens weg van je weerbarstige hond. Wedden dat hij je achterna loopt? Weersta ook aan de verleiding om je hond snel vast te grabbelen. Ook daar is de kans klein dat je de strijd ‘wint’ en bovendien komt die handeling heel bedreigend over bij je hond. Strooi wat lekkers op de grond en lijn hem dan rustig aan. 

 

8. Vraag je hond om te gaan zitten na het hierkomen

• Wat een perfect luisterende hond heb jij toch: als een speer komt hij naar je toe gelopen, hij gaat netjes voor je voeten zitten en laat zich gewillig aanlijnen. Een droomscenario! Geen tijd te verspillen met mooie woordjes en lekkere beloningen, het is wel zo handig om je hond meteen in de goede positie te hebben zodat jij zelf zo weinig mogelijk energie hoeft te verspillen. 

 
Hoe zou jij je voelen als je net een gigantische inspanning geleverd hebt en meteen een volgende taak opgelegd krijgt? Het terugkomen naar een roepende baas terwijl je lekker aan het ravotten bent is immers écht een niet te onderschatten opgave voor je hond. Door dat te erkennen en je hond naar behoren te belonen, geef je hem het nodige respect. Dat komt jullie band alleen maar ten goede én de kans wordt groter dat je hond de volgende keer weer netjes terugkomt. 

9. Roepen als je hond toch niet zal komen

• Is je hond lekker aan het spelen met zijn vriendjes, zit hij met z’n neus in een hoopje hondenstront of kan hij niet snel genoeg achter een konijntje aan gaan? Toch maar even roepen, wie weet gebeurt er een mirakel en komt hij netjes naar je terug bij het horen van zijn naam! 

 
Helaas, mirakels bestaan niet. Ken je pappenheimer: op een moment dat je er zeker van bent dat je hond niet ontvankelijk is voor je geroep, laat je hem best even met rust. Door toch te roepen, loop je het gevaar dat we hierboven in puntje 3 aanhaalden. Moet je toch écht naar huis of steekt je hond zijn neus in zaken die de zijne niet zijn? Ga er dan naartoe, neem hem kordaat (maar zachthandig) weg uit de situatie en beloon hem zodra hij weer oren naar jou heeft. 

 

10. Laat je hond altijd en overal los

• Om je hond in alle omstandigheden te laten terugkomen, moet je hem het ook gunnen om overal los te lopen. Zelfs op plaatsen waar de kans erg klein is dat hij naar je zal luisteren. Want het zijn net die plaatsen waar je hond zijn energie kwijt raakt, nietwaar? 

 
Laat je allerliefste huisdier alleen los op plaatsen waar je hem zeker kan terug roepen. Werk daar aan jullie onderlinge band door samen dingen te doen, te belonen voor spontane aandacht en vier het hierkomen uitgebreid met een jackpot. Ben je bang dat je hond achter wild zal gaan of dat hij in de verleiding komt andere honden lastig te vallen? Hou hem dan aangelijnd en bezoek die plek later nog eens, wanneer je veel geoefend hebt en zekerder van je stuk bent.