Welke honden kunnen niet zwemmen?
Vooraleer je je hond op zwemles stuurt, loont het de moeite om hem eerst eens goed te bekijken. Volgende hondentypes zijn over het algemeen geen goede zwemmers of kunnen helemaal niet zwemmen:- honden met korte pootjes, zeker in combinatie met een zwaar lichaam (basset, teckel ...)
- honden met een korte snuit (Franse bulldog, mopshond, boxer ...)
- honden met een zwaar hoofd en/of borstkas (bullterriër, Engelse bulldog ...)
- honden met een zware of lange (onder)vacht (chow chow …)
In dit artikel ontdek je waarom ze zo moeilijk het hoofd boven water houden.
Watergewenning
Behoort je hond niet tot bovenstaande rassen, dan kan het toch nodig zijn om hem te begeleiden tijdens zijn eerste ervaringen met water. Sommige honden zijn onverschrokken en zwemmen zo weg, anderen hebben wat meer tijd nodig.Laat je hond eerst wennen aan water. Oefen bijvoorbeeld met het lopen en spelen in plassen. Gooi je hond nooit zomaar het water in met het idee ‘dat hij het vanzelf wel zal leren’. De kans is groot dat hij in paniek raakt en de volgende keer met een grote boog om alles wat nat is heen gaat.
Kies voor het vervolg een veilige plek uit met ondiep water en een toegankelijke oever. Als je hond (nog) niet van water houdt, wacht dan af tot een seizoen met aangename temperatuur. Zo leert je hond dat water een welgekomen verfrissing betekent. Bovendien kan je dan zelf mee het water in, waardoor je hond ziet dat hij helemaal niet bang hoeft te zijn. Soms helpt het om een rustige hond mee te nemen die houdt van water.
Doe een zwemvest aan bij je hond of een harnas met handvat op de rug (laat hem eerst thuis wennen). Verplicht je hond niet om meteen mee het water in te gaan. Speel een spel met de andere hond, zonder druk te leggen op de toekomstige zwemmer. Doe dit regelmatig in korte sessies, tot je hond zich vrijwillig en vrij in en uit ondiep water beweegt.
Hoe leer je je hond zwemmen?
Als water geen issue meer is, kan je eens testen of je hond naar je toe durft komen. Met een zwemvest heeft hij automatisch de juiste houding: een rechte rug en het hoofd boven water. De meeste honden zullen vanzelf beginnen trappelen wanneer ze geen bodem meer voelen. Als je hond geen zwemvest draagt, ondersteun hem dan onder de buik. Zo leert hij om ook met de achterpoten te trappelen.Vind je het zelf heel spannend of heb je het gevoel dat je hond extra begeleiding nodig heeft? In sommige centra voor hydrotherapie is het mogelijk om zwemlessen te boeken voor je puppy of volwassen hond.
Let op: ook geoefende zwemmers kunnen verdrinken!
Je hond mag dan nog zo’n goeie zwemmer zijn, net als bij mensen is dat geen garantie tegen verdrinking. Er zijn altijd situaties mogelijk waarbij je hond de controle verliest. Leer je hond daarom aan om alleen in het water te gaan wanneer hij je toestemming krijgt. Zo voorkom je gevaarlijke situaties.In volgende gevallen is het geen goed idee om je hond te laten zwemmen:
- op plaatsen met een steile oever waar je hond niet zelfstandig uit geraakt
- op plaatsen waar waterwild zit, als je hond dat achterna jaagt (risico op uitputting)
- op plaatsen waar de oever zo drassig is dat je hond erin kan zakken
- bij te koude temperaturen
- als er ijs op het water ligt
- in snelstromende rivieren
- in een woelige zee
- je hond is jong, onbezonnen en overmoedig
Andere gevaren bij het zwemmen
Zorgeloos genieten van een zwempartij is één van de allerleukste dingen om samen met je hond te doen. Dat kan alleen als je je bewust bent van alle risico’s. Hou je hond daarom altijd goed in de gaten, zodat je tijdig kan ingrijpen als het mis gaat. Waar moet je op letten:Zoutvergiftiging
Als je hond gewoonlijk veel drinkt tijdens het zwemmen, doet hij dat misschien ook aan zee. Omdat het zout nog meer dorst veroorzaakt, gaat hij nog meer drinken. Neem dus altijd drinkwater mee naar het strand en grijp in als je hond van het zeewater blijft drinken.