Graag een viervoeter met een lief maar alert karakter, die samen met jou spelenderwijs de wereld wil ontdekken? Misschien is de boxer dan wel perfect voor jou! Kies voor een fokker die sportieve honden fokt met een gezonde snuitverhouding. Een té korte snuit, geeft immers levenslang gezondheidsproblemen. 

Oorsprong – waar komt de boxer vandaan?

De boxer, officieel de Deutscher boxer, komt oorspronkelijk uit Duitsland. Het ras is een kruising van de uitgestorven bullenbeisser, de Engelse bulldog en de mastiff. Ook zouden de Duitse dog en terriër in de kruising kunnen gezeten hebben. De boxer heeft dus een achtergrond van jachthonden en ook vandaag is dat speurende karakter nog aanwezig. Het ras werd in de 19de eeuw gefokt om ingezet te worden bij stierengevechten en als slagershulpje. Ook was het een van de eerste rassen die werden ingezet als politiehonden voor opsporings- en reddingsmissies. De naam van het ras zou afkomstig zijn van de specifieke beweging die de boxer maakt met zijn voorpoten. Die zou namelijk lijken op een persoon die bokst.

In 1895 werd de München Boxer Club opgericht en de rassenstandaard werd vastgelegd in 1905. De normen van toen gelden ook vandaag nog en worden streng gehanteerd. Er mag enkel gefokt worden met honden die aan alle eisen voldoen, daarvoor wordt er gelet op de gezondheid en het uiterlijk maar ook op het fitheidsniveau. Na de Eerste Wereldoorlog deed het ras ook in de Verenigde Staten zijn intrede, waar het snel heel populair werd.
 
 

Uiterlijk – hoe herken je een boxer?

De boxer heeft een heel leuke en unieke uitstraling. Zijn kop is heel slank en hoekig en het meest kenmerkende is dat de onderkaak langer is dan de bovenkaak, ook wel een onderbeet genoemd. Hij heeft ook stevige tanden en hangoren. De ogen zijn donker en hebben zwarte oogranden. De vacht kan variëren van geel tot reebruin. Soms zijn er ook strepen aanwezig. Deze zijn volgens de standaard donker of zwart en moeten duidelijk donkerder zijn dan de basiskleur.

De platte snuit is een typisch kenmerk van de boxer, maar brengt vaak ernstige gezondheidsproblemen met zich mee. Het is van nature een erg actief en sportief ras, maar ademhalingsmoeilijkheden strooien roet in het eten. In sommige landen is het ondertussen reeds verboden om te fokken met ouderdieren die een té korte snuit hebben.

De snuit heeft steeds een donkerdere kleur dan de rest van het hoofd. Op de snuit, borstkas en voeten kunnen wel enkele witte accenten aanwezig zijn, maar die mogen maximaal een derde van het lichaam innemen. Vroeger werden de oortjes van puppy’s van zes à zeven weken oud bijgesneden, maar gelukkig werden deze praktijken verboden in 1996. Sinds 2001 is ook het afsnijden van de staart verboden. Dat is helaas nog niet zo in alle landen, waardoor er vandaag nog steeds enkele boxers met afgesneden oren en staarten te vinden zijn.

De boxer is vierkant gebouwd wat wil zeggen dat de schofthoogte gelijk is aan de lichaamslengte. De hond ziet er heel sterk uit en ook de achterpoten zijn heel gespierd. Daarnaast heeft hij een brede borstkas en sterke rug. De staart wordt hoog gedragen. De boxer maakt door zijn lichaamsbouw heel levendige bewegingen die toch sierlijk zijn.
 
 

 

Grootte en gewicht – hoe groot en hoe zwaar is een boxer?

Een volgroeide reu weegt ongeveer 30 tot 36 kilogram en heeft een schofthoogte van 57 tot 64 centimeter. Een teef weegt ongeveer 22 à 29 kilogram en wordt tussen de 53 en 60 centimeter groot.

Lees hier alles over de boxerhond!
Een blije boxer brengt meteen een glimlach op je gezicht

Karakter en opvoeding – de boxer is een energieke karakterhond die houdt van gezelschap

De boxer is een echt gezelschapsdier, maar onderschat hem niet… De hond zal zeker ook waken over zijn thuis. Normaal gezien kunnen boxers makkelijk overweg met andere dieren op voorwaarde dat ze samen zijn opgegroeid, maar laat je hond zeker niet los wanneer er vreemde katten in de buurt zijn! De boxer heeft een heel alert karakter, zeker wanneer er vreemde mensen of dieren in de buurt zijn. Blaffen zal een boxer niet snel doen, tenzij er zich een echte dreiging voordoet. Wanneer het baasje aangeeft dat het veilig is, zal de boxer zijn vijandigheid wel snel achterwege laten, aangezien hij het oordeel van zijn baasje vertrouwt. Boxers kunnen wel af en toe grommen, maar je boxer bedoelt dit vaak niet slecht. Het is gewoon zijn manier van communiceren.

Het ras heeft graag veel aandacht en gezelschap en is niet graag alleen. Wanneer je hem als baasje niet genoeg aandacht geeft, zal je viervoeter zich snel laten horen! Daarnaast is een boxer heel geduldig, beheerst, zelfverzekerd en nieuwsgierig. Hij ontdekt de wereld graag al spelenderwijs. Als je hond met kinderen is opgegroeid, zal je hond er makkelijk mee overweg kunnen, maar geef hem zeker steeds de tijd om te wennen aan kinderen. In het algemeen is de boxer absoluut een familiehond!

Een boxer leert snel bij, maar een goede opvoeding is wel noodzakelijk. Het baasje heeft best al wat ervaring met honden – of is bereid te leren hoe je een hond opvoedt – aangezien je best sterk in je schoenen staat met zo'n karakterhond in huis. Verwar gezag echter niet met een uiterst strenge en wrede opvoeding … Dat zal juist een omgekeerd effect hebben. 

In de opvoeding moet een baasje vooral consequent zijn. Een jonge puppy moet leren dat hij energiek mag zijn, maar niet op een onstuimige manier. Ook moet hij leren dat er bij kinderen een rustiger gedrag nodig is. Ook als baasje is het belangrijk een kalme aanpak te hanteren. Roep zeker niet wanneer je hond iets fout doet, maar laat hem dit op een rustige, maar duidelijke manier weten. De kans is groot dat je hond deze fout daarna niet meer herhaalt. De boxer leert dus heel snel bij als je hem zaken op de juiste manier bijbrengt. Zorg ook dat je een boxer genoeg kans geeft om actief te zijn. Ze zijn enorm graag in beweging. Daarom kan het handig zijn om een grote tuin (liefst met omheining) te hebben. Maar als je vaak buitenshuis gaat wandelen en spelen, kan je deze hond ook perfect in een appartement houden. Een sportief baasje is dus eigenlijk ideaal aangezien je dan samen kan sporten, wat het zo veel leuker maakt!
 
 

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een boxer nodig?

Boxers hebben een energierijke voeding nodig. Ze hebben wel een heel gevoelige maag, dus kan het soms moeilijk zijn om de juiste voeding voor jouw hond te vinden. Onthoud ook dat je puppy een andere soort voeding nodig heeft dan een volgroeide boxer. Zorg zeker dat je hond altijd vers drinkwater heeft … Een boxer speelt graag en daar krijgt hij natuurlijk dorst van!
 
De korte, strakke en gladde vacht heeft niet veel verzorging nodig. Wel kan hij af en toe een stevige borstelbeurt gebruiken. Verharen gebeurt slechts matig. Een wasbeurt is enkel nodig wanneer hij echt vuil is. Door de korte vacht kan de boxer niet goed tegen de kou, dus een hondenjas kan in de koudste periode van het jaar handig zijn. Toch kunnen boxers ook bij warm weer afzien, dus hou je ze best zoveel mogelijk uit te vlakke zon.
 
Dat een boxer een ideale sportpartner is, weet je al, maar welke sporten kan je samen beoefenen? Een boxer houdt van lange wandelingen, lopen naast de fiets, maar ook van joggen in de frisse buitenlucht in een bos of park. Denk hierbij bijvoorbeeld aan canicross: bij deze sport bind je een soort van leiband (maar dan met elastische band) rond je middel en trekt je hond je een beetje voort tijdens het lopen. Het maakt het lopen makkelijker voor jou en bovendien loop je er wat sneller door, een win-winsituatie dus! Het ras houdt ook van trekspelletjes en ballen terugbrengen. Ook positieve jachttraining is echt zijn ding. Wanneer je meerdere honden hebt of aan teamsport wil doen, kan flyball (een soort van estafettespel) een leuke optie zijn. Keuze genoeg en de perfecte hond dus om samen aan de conditie te werken!
 
 

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de boxer vatbaar?

Gemiddeld wordt een boxer 7 tot 10 jaar oud. Boxers hebben wel enkele ziektes en kwaaltjes waar zij tijdens hun leven makkelijk last van krijgen. Zo krijgen ze makkelijk last van de hitte en is het nodig hen daar zo goed mogelijk tegen te beschermen. Er zijn ook boxers die heel erg snurken en kwijlen. Dat is een gevolg van een té korte snuitlengte. Het is niet alleen storend voor hond en baasje, maar het wijst op een moeizame ademhaling.

Daarnaast brengt de platte snuit nog enkele andere problemen met zich mee. Zo vergroot deze de kans op het brachycefaal obstructief syndroom. Dat syndroom kan leiden tot ernstige ademhalingsproblemen en een slechter uithoudingsvermogen. Met zo'n hond kan je best niet te intensief wandelen of sporten. Beter nog is het om nooit zo'n hond aan te schaffen, want zo hou je dit misvormde uiterlijk in stand. Koop dus enkel een boxer bij een fokker die bewust sportieve types fokt met een lange snuit – zoals de oorspronkelijke boxer eruitzag. 
 
Enkele aandoeningen waarmee boxers te maken krijgen zijn voornamelijk hart- en vaatziekten zoals cardiomyopathie en subaortastenose. Ook voor tumoren is het ras gevoelig. Daarnaast hebben boxers ook aanleg voor misvormingen, heupdyplasie (HD), allergieën, huidproblemen en epilepsie. Door de gevoelige maag en darmen van het ras kan ook winderigheid voorkomen.

Boxer puppy
Een boxerpup

Waarop moet je letten bij het kiezen van een boxer?

Het is van uiterst belang dat je bij een professionele fokker gaat voor de aankoop van een boxerpup. Het is een gevoelig ras en dus is zorgvuldig fokken essentieel. Voor de gezondheidsevaluatie van fokhonden wordt zelfs vaak naar de hele familie van de hond gekeken om te beslissen of deze voldoet aan alle voorwaarden. Een boxerpup kost al snel 1.000 euro. Laat je niet verleiden door kleine prijsjes, dat zou erop kunnen wijzen dat het hondje niet volledig in orde is. Informeer je goed bij een fokker en let zeker op volgende zaken:
 

  • Zijn de levensomstandigheden goed? Hebben de honden voldoende ruimte?
     
  • Hebben de honden een normaal gewicht?
     
  • Zijn de oogjes niet te bol en/of waterig en is de neus niet te plat (dit kan ademhalingsproblemen veroorzaken)?
     
  • Een goede fokker heeft meestal maximaal twee nestjes tegelijkertijd en fokt maximaal twee verschillende rassen.
     
  • Neem een kijkje bij de ouderdieren: hoe zit het met hun gezondheid en zijn ze getest op erfelijke ziekten? Hoe ziet hun neus eruit? 
     
  • Zijn de hondjes ingeënt, ontwormd, gechipt en geregistreerd?
     
  • Heeft de pup een stamboom?


Als al deze zaken goed zitten, kan je ervoor gaan. Natuurlijk kan je er ook voor kiezen een hond uit het asiel een nieuw leven te schenken. Informeer je in dat geval wel goed naar zijn achtergrond én check of er enkel gefokt wordt met honden die een behoorlijk lange snuit hebben. Alleen zo ben er er zeker van dat je gezin lang kan genieten van een speelse en gezonde hond. Zowel bij een hond uit het asiel als bij eentje van een fokker, is het belangrijk de beslissing overwogen te maken. Het gaat tenslotte om een hondenleven!

Ben jij ervan overtuigd dat een boxer jouw nieuwe huisgenoot kan zijn? Ga ervoor! 
 
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen