Katten zijn echte levensgenieters. Wanneer je hen niet meteen vindt, liggen ze meestal ergens waar het lekker warm is: in dat ene streepje zon, op een zacht dekentje of knus in een holletje. Hoe ga je best om met die drang naar warmte in tijden van torenhoge energieprijzen? Een brandend actuele vraag die de Katviseur Benjamin graag voor jou blust. 
Het is helemaal niet gek dat katten – zelfs in de zomer – altijd de warmste plekjes lijken op te zoeken. Ze stammen af van de Afrikaanse wilde kat die haar leefgebied heeft in steppen, savannen en halfwoestijnen. Stuk voor stuk warme biotopen, waar het ‘s nachts ook flink kan afkoelen. Over het algemeen gaan katten dan ook vrij goed om met temperatuurschommelingen, al hebben ze het liever wat warmer dan te koud. 
 

Te warm zal je kat het dus niet gauw hebben: haar ‘thermoneutrale zone’ bestrijkt 30 tot 38°C. Dat wil zeggen dat ze binnen dat temperatuurbereik geen moeite moet doen om haar lichaamstemperatuur op peil te houden. Is de omgevingstemperatuur lager dan 30°C, dan verbrandt een kat meer energie om haar interne kacheltje aan te stoken, zoekt ze warmere plekjes op, gaat ze niet languit op de vloer liggen en rolt ze haar lichaam op tot een bolletje. 
 
 

Elke kat is anders 

De vacht van een kat speelt een belangrijke rol in haar temperatuurhuishouding. Bij koude gaan kattenharen een tikje meer rechtop staan, waardoor een stilstaand laagje lucht omheen het kattenlichaam ontstaat. Hoe dikker en hoe langer de vacht, hoe beter de isolerende werking van dat luchtlaagje. Naaktkatten en oosterse rassen met hele korte haren hebben dus meer hulp nodig om hun temperatuur op peil te houden. Ook oude en heel jonge katten, katten met vachtproblemen en zieke katten krijgen het sneller te koud.
Twee naaktkatten zitten voor verwarmingselement
Naaktkatten kunnen zichzelf moeilijker warm houden dan katten met haar 
Brits korthaar ligt in de zon die door een raam valt
maar zelfs katten met een dikke, isolerende vacht zoeken de zon op
Grofweg kan je stellen dat de doorsnee huis-tuin-en-keukenkat – de typische Europese korthaar dus – zich vrij eenvoudig warm kan houden bij een temperatuur van 18 tot 24°C. Wil je ‘s nachts of wanneer je uit werken bent op stookkosten besparen, stel de thermostaat dan liefst niet lager in dan 5°C onder de temperatuur wanneer je wel thuis bent én voorzie altijd een slaapplek waar het minstens 15°C blijft. Bij die temperaturen kunnen katten nog steeds op eigen houtje hun lichaam warm genoeg houden. Voor je portemonnee is het trouwens beter om je thermostaat terwijl je uit huis bent slechts 2°C te laten zakken. Het kost minder energie om je huis dan weer op te warmen, dan wanneer je de temperatuur telkens drastisch laat dalen. 
 
 

Extra maatregelen om je kat warm te houden

Wordt het in je huis toch kouder dan je kat aangenaam vindt, dan kan je heel wat ondernemen om het haar wat comfortabeler te maken:  
 
  • Inventariseer op welke plekken zonnestralen binnenvallen en maak aantrekkelijker met zachte dekentjes en komvormige mandjes 
     
  • Hang kattenmandjes of hangmatten met zuignappen aan je raam – in de zon – of bevestig ze aan de verwarming als je kat er niet rechtstreeks op kan liggen 
     
  • Maak een knus holletje van een kartonnen doos met een dekentje erin, en plaats die op een warme, hoge plek (denk eraan: warme lucht stijgt)
     
  • Creëer met warme dekens een tentje in je zetel, waar je kat zich helemaal in kan terugtrekken
     
  • Je kan ook gezellige, isolerende slaapplekken inrichten op tafel of op een schap in je boekenkast
     
  • Is je kat al wat ouder, heeft ze last van artrose of kan ze wegens ziekte haar lichaamstemperatuur moeilijker reguleren, dan kan je de koudste momenten overbruggen met behulp van een elektrisch dekentje op kattenmaat of een kersenpitkussentje/warmwaterkruik in haar favoriete mandje
 
Met een beetje creativiteit en een minimum aan budget tover je zo in geen tijd een heleboel extra warme slaapplekjes in je huis. Zo heeft je kat altijd de keuze om het warmste plekje op te zoeken, ook wanneer jij niet thuis bent en de thermostaat een beetje lager staat. Zelfs katten die de luxe hebben om dag in dag uit in 21°C of meer te vertoeven, zullen gretig gebruik maken van bovenstaande aanpassingen in huis. 
Brits korthaar in hangmat aan de verwarming
Creëer gezellige warme plekjes voor je kat
Kat slaapt op kussen op zonnige vensterbank
bijvoorbeeld door een kussen op de vensterbank te leggen

Is het echt not done om binnendeuren te sluiten met een kat in huis? 

Specialisten in kattengedrag hameren erop om katten een zo voorspelbaar mogelijke thuis te bieden. Wanneer de deur naar de gang plots gesloten is, terwijl die haar ganse kattenleven open stond, kan dat flink wat stress veroorzaken. Maar om je energiekosten wat te drukken, kan het net heel interessant zijn om bepaalde ruimtes tijdelijk niet (of veel minder) te verwarmen. 
 
Dan loont het de moeite om te onderzoeken op welke manier je beide partijen tevreden kan houden. Misschien is het al voldoende om de deur op een kier te zetten, of kan je een kattenluik installeren. Ook zware gordijnen houden heel wat warmte tegen, terwijl je kat zich er makkelijk onderdoor kan wurmen. Zo blijft ze de toegang tot het hele huis behouden, zonder al te veel warmteverliezen. 
 
In uitzonderlijke omstandigheden – en in de huidige energiecrisis is dat zeker te verantwoorden – kan je er ook voor kiezen om bepaalde deuren het ganse winterseizoen gesloten te houden. Doe dat wel voor een langere periode, zodat je kat eraan gewend raakt en niet de ene dag wel en de andere dag niet voor een gesloten deur staat. Kies een datum uit en spreek met je huisgenoten af dat die bepaalde deur voortaan altijd dicht blijft. Pas wanneer de ergste winterkou voorbij is, kan je ervoor kiezen om de deur terug – permanent – te openen. Zo herleid je de stress voor je kat tot een (noodzakelijk) minimum. 
 
 

Besteed ‘s winters extra aandacht aan de vacht van je kat 

Tenslotte nog dit: hoe groter de temperatuurverschillen die je kat moet trotseren, hoe meer haar vacht daaronder lijdt. Wanneer ze zich regelmatig van een koude, vochtige omgeving (buiten) naar een warme, droge omgeving (binnen) verplaatst, wordt het aanwezige vocht als het ware uit de vacht getrokken. Dat veroorzaakt kleine knoopjes die kunnen aaneenklitten en zelfs vervilten als ze niet van nabij opgevolgd worden. Heeft je kat aanleg tot knoopvorming, controleer haar vacht dan extra goed tijdens de wintermaanden om het niet te laten escaleren. Ook fleecedekentjes kunnen dat effect trouwens hebben, kies dus liever voor kattenmandjes van natuurlijke materialen zoals wol en katoen. 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen