Katten zijn ook prooidieren
Wanneer je je huistijger voor de zoveelste keer ziet thuiskomen met een muis in haar bek, zal je er misschien niet meteen aan denken dat ze van nature naast roof- ook prooidier is. Een kat dan ook te allen tijde op haar hoede voor gevaar. Zo kan ze tijdig weg rennen om haar hachje te redden! Maar … wanneer jij haar stevig vasthoudt, is er geen ontkomen aan. Bovendien betekent onvrijwillig met de vier pootjes van de grond komen in het wild dat ze ten prooi is gevallen aan een roofdier. Een goedbedoelde knuffelsessie kan voor je kat dus heel beangstigend overkomen. Zonder de mogelijkheid om zelf te kiezen wanneer ze mag wegrennen, voelt een kat zich allesbehalve prettig.
Hoe kan je dan wel knuffelen met je kat?
Het liefst van al blijft je kat dus gewoon met haar vier pootjes op de vloer (of de zetel, of de tafel, of de krabpaal …) Wil je toch graag knuffelen met je kat? Nodig haar dan uit op je schoot, of als dat te veel gevraagd is, naast je op de zetel. Lok haar eventueel met een kattensnoepje (klik hier als je kat er haar neus voor ophaalt). Zo kan zij zelf beslissen of ze bij jou op schoot springt en in de stemming is voor een knuffelsessie! Lees hier waar je kat het liefst geaaid wordt. Check ook regelmatig of je kat nog verder gestreeld wil worden: stop na 5 seconden aaien even en kijk of ze zelf terug contact opzoekt met je hand.
Als je wil knuffelen met je kat leg je best een snoepje op je schoot zodat je kat zelf kan kiezen of ze in de stemming is voor een knuffelsessie
Wat als je je kat echt moet optillen?
Als je je kat echt moet oppakken, bijvoorbeeld omdat ze in een kast geglipt is, doe dat dan op de juiste manier. Hou één hand onder haar borstkas, net achter de voorpoten. Met de andere hand ondersteun je de achterpoten. Wil je het wat comfortabeler maken voor je kat, leg dan haar voorpoten over je schouder of arm. Hou je kat zo losjes mogelijk vast, probeer spanning te voorkomen. Neem je kat nooit bij de nekvel, dat is onnatuurlijk voor een volwassen kat en het doet erg veel pijn.
Leer je kat van jongs af dat optillen fijn is
Veel mensen tillen hun kat alleen op voor nare dingen: tijdens een bezoek aan de dierenarts, om hen in een transportmand te zetten, omdat ze ergens zijn waar ze niet mogen zijn (dan gaat het optillen ook nog gepaard met een boze eigenaar) … Dan is het logisch dat zo’n kat het nooit leuk gaat vinden om zich te laten optillen.
Toch zijn er ook heel wat katten die het wél fijn vinden om in de armen van hun huisgenoot te liggen. Kittens die reeds op jonge leeftijd vaak op een stressloze manier opgetild werden, hebben er later meestal geen problemen mee om even van de grond te gaan.
Je kan je kat ook trainen om zich te laten optillen. Niet omdat het noodzakelijk is om de hele dag met je kat op je arm te lopen, wel omdat het soms echt van pas kan komen. Doe dat in kleine stapjes en hou lekkere beloningen in de aanslag. Begin met de beweging die je later zal maken om je kat op te tillen, zonder ook echt druk uit te oefenen. Breng bijvoorbeeld voorzichtig je hand onder de borst van je kat en beloon met een snoepje wanneer je kat rustig blijft. Vindt ze het toch nog te spannend, dan ga je waarschijnlijk te snel. Ga pas een stapje verder wanneer je kat helemaal ok is met je hand op die plek. Voer in kleine stapjes de opwaartse druk op en til je kat al even met de voorpoten een halve centimeter van de grond. Als dat goed gaat, komt je andere hand erbij. Ook die beweging deel je op in stukken, tot je kat het hele optilrepertoire onder de knie heeft.
