Zwijmel jij ook helemaal weg bij de aanblik van zo’n schattige puppy die overal aan zit te knabbelen? Mispak je niet, de mond van een jonge hond bestaat uit twee kaken vol vlijmscherpe melktandjes! Waarom dat zo is en wat er nog meer te vertellen valt over het gebit van je puppy, is een kolfje naar de hand van dierenarts Rob van DnA Dierenartsencentrum.

 
Wanneer krijgt een pup zijn eerste melktandjes?

Bij de geboorte zijn kleine hondjes niet alleen doof en blind, maar hebben ze ook nog geen tanden. Na een week of drie beginnen de eerste tandjes al door te komen. Voor mama hond is dat natuurlijk niet zo prettig wanneer haar pups aan haar tepels gaan trekken … Gelukkig neemt de behoefte aan moedermelk vanaf dan ook geleidelijk aan af. En dat is maar goed ook, want vanaf drie weken hebben die snel groeiende pupjes zoveel voeding nodig, dat de moeder vaak niet kan volgen met de melkproductie. Het kan een zestal weken duren vooraleer alle tandjes doorgekomen zijn. Op het moment dat jij jouw nieuwe hondje in huis neemt, heeft hij dus zijn volledige puppygebit al. 
 
 

Waarom zijn die melktandjes zo scherp?

Eens je pup zijn melkgebit heeft, is het aan jou om hem een zogenaamde ‘bijtinhibitie’ aan te leren – dit wil zeggen: even op de rem gaan staan en niet dóórbijten. Een hond mag gerust zijn tanden gebruiken om aan te geven dat hij iets vervelend vindt, maar het mag geen pijn doen. Dat die puppytandjes zo vlijmscherp zijn, heeft dus een reden. Wanneer je pup te hard in je hand bijt, dan zal je vanzelf een pijnreactie vertonen om aan te geven dat je dit niet oké vindt. Zo leert hij: “Oeps, zo hard mag ik dus niet bijten”. Draag zeker geen handschoenen terwijl je met je puppy speelt, want dit laat hem toe harder door te bijten en zo leer je hem dat je dit niet erg vindt. En eens hij zijn volwassen gebit heeft, zal hij net hetzelfde doen … met ernstiger gevolgen. 
 
 

Wanneer begint een puppy zijn melkgebit te wisselen?

Vanaf de leeftijd van drie maanden beginnen puppy’s hun melkgebit te wisselen, met de voortandjes als eerste ‘slachtoffers’. Je ziet de nieuwe tandjes dan al meteen klaarzitten, want de volwassen tanden duwen de melktandjes er bij wijze van spreken uit. Heb je je al suf gezocht naar die uitgevallen tandjes? Staak het zoeken, want meestal slikken ze die gewoon in. Aan de melktandjes zit ook geen worteltje meer, want dit is volledig opgelost – waardoor ze dus uitvallen. Het wisselen doet, net als bij mensen, geen pijn, maar het kriebelt wel een beetje. Geef je puppy in deze periode dus voldoende speeltjes en snacks om op te kauwen, zodat ze dat vervelende gevoel te lijf kunnen gaan. En anders zoeken ze wel hun toevlucht tot je schoenen
Puppygebit op drie maanden
Het wisselende gebit van een puppy van drie maanden oud

Verliezen pups hun melktandjes allemaal tegelijk?

Nee, je puppy verliest niet zijn volledige melkgebit in één keer. Dat komt omdat de kaken nog aan het groeien zijn en dat gebeurt niet altijd helemaal in proportie. Soms groeit de bovenkaak wat sneller dan de onderkaak, of omgekeerd. Je dierenarts zal bij jonge hondjes regelmatig controleren of de beet goed zit: het hondengebit moet een scharend gebit zijn, waarbij alle tanden mooi op elkaar vallen en mag dus geen onder- of overbeet hebben. Is dat wel het geval, dan kan dit het eten bemoeilijken en de vorming van tandsteen verergeren. 
 
 

Wanneer zijn alle melktandjes gewisseld?

Na een maand of zeven zijn de kaken van je hond volgroeid en heeft hij al zijn volwassen tanden. Dat gebit bestaat uit 12 snijtanden, 4 hoektanden en 26 kiezen (16 premolaren of ‘kleine kiezen’ en 10 molaren of ‘grote kiezen’). De achterste kiezen zijn permanente kiezen: ze komen niet voor in het melkgebit, maar verschijnen pas aan het einde van het wisselproces. Wijsheidstanden of verstandskiezen heeft een hond niet – dat is een ‘voorrecht’ van de menselijke soort. Het wisselen van het melkgebit verloopt trouwens niet voor elk hondenras op dezelfde manier. Hoe kleiner het ras, hoe later ze hun tandjes wisselen.
 
 

Wat zijn persisterende melktanden?

Persisterende melktanden, daarin hoor je het Engelse woord ‘persistant’, wat zoveel betekent als ‘volhardend’, ‘aanhoudend’ of ‘blijvend’. Het zijn dus melktandjes die hardnekkig blijven staan, zelfs nadat de volwassen tand al is doorgebroken. Erg vaak komt dit verschijnsel bij honden niet voor, maar als het gebeurt, is het meestal bij de hoektanden. Je ziet dan een klein tandje naast de definitieve tand staan. Dat is niet goed, want hierdoor krijgt die laatste een afwijkende stand. Bovendien blijft er ondanks een goede tandverzorging makkelijk voer zitten tussen de grote en de kleine tand, wat leidt tot parodontitis – een ernstige tandvleesontsteking die verder gaat dan het tandvlees. Dat persisterende tandje moet er dus uit, en dat gebeurt tijdens een operatie onder volledige narcose. Omdat een melktand hol is, moet deze ingreep heel voorzichtig gebeuren, anders breekt het tandje in duizend stukjes. 
Persisterende hoektand bij een hond
Naast de volwassen hoektand zie je nog een kleinere versie staan: een persisterende melktand

Wat als je hond te veel of te weinig tanden heeft? 

Het is erg belangrijk om je puppy tijdens de eerste maanden regelmatig te laten controleren door je dierenarts. Je doet dit best maandelijks tot hij een half jaar oud is, en nadien nog eens op negen en twaalf maanden. Zo kan je dierenarts de ontwikkeling van het gebit van nabij opvolgen en bijsturen indien nodig.
 
  • Heeft je pup te veel tanden? Dan wil dat waarschijnlijk zeggen dat er wat melktandjes zijn blijven staan, die dan best getrokken worden om een afwijkende stand bij de volwassen tanden te voorkomen.
     
  • Zijn er te weinig tandjes? Daar kan je in feite niet veel aan doen, tenzij je een speciale tandarts inschakelt. Sommige honden zullen aangepaste voeding nodig hebben, omdat ze gewone voeding niet goed kunnen kauwen.  
 
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen