Beestig

Oorsprong – waar komt de tinker vandaan?

De tinker heeft veel verschillende namen: tinker, Irish cob, gypsy vanner … Uit die namen kan je al wat afleiden over de herkomst van dit paardenras. De meest voor de hand liggende is dan Irish cob. De tinker is inderdaad afkomstig uit Ierland, maar ook uit Engeland. Wat betekent ‘cob’ dan precies? Misschien herken je het woord wel van een van je vele uitstapjes naar de ruitershop. Daar kan je het namelijk terugvinden op halsters, dekens en zadeldoeken om de maat aan te geven. De maat ‘cob’ verwijst daarbij naar een paard dat net wat groter is dan een pony, maar ook niet zo groot als een echt paard. Het is dus eigenlijk een grote pony. 

Als je wil weten waarom dit dier dan specifiek in Ierland en Engeland ontstaan is, kan de naam ‘gypsy vanner’ je meer vertellen. Daaruit kan je afleiden dat de tinker oorspronkelijk ontstaan is bij de zigeuners in Groot-Brittannië, die een paard nodig hadden dat sterk genoeg was om hun woonwagens vooruit te trekken. Daarnaast was het uiteraard ook belangrijk dat het een kalm, makkelijk te trainen paard is, aangezien ze het vertrouwden om hun familie te verplaatsen. Uiteindelijk is de tinker ontstaan uit een combinatie van de Shire en het Clydesdale paard. Later werden ook de Dales pony en de Fell pony in de mix gegooid. Door de invloed van de pony’s kreeg de tinker zijn middelgrote formaat. 

Op het eerste gezicht lijkt het dat ‘tinker’ eerder een schattig gekozen rasnaam is die niets weggeeft over de oorsprong, maar als je je wat verdiept in de Ierse woordenschat, dan zie je een overeenkomst met het Ierse woord ‘tinceard’. Dat is een scheldnaam die gebruikt werd voor de zigeuners in Ierland. 
 
 

Uiterlijk – hoe herken je een tinker? 

Misschien wel het belangrijkste uiterlijke kenmerk van de tinker zijn z’n volle sokken. Dat wil zeggen dat het paard enorm lange haren heeft vanaf zijn knie over zijn volledige onderbenen. 

Wist je trouwens al dat er officieel drie verschillende types tinkers zijn? Die drie types worden ingedeeld op basis van hun bouw:
 

• Romany vanner: het zwaarst gebouwde type en daarom ook wel gezien als de meest barokke tinker. Dit is een erg robuust en stevig paard met een enorm stoer uiterlijk.
   
• Romany cob: net wat minder zwaar gebouwd dan de Romany vanner. Toch is dit paard nog steeds erg robuust en stoer. Hij ligt eigenlijk qua uiterlijk net tussen de Romany vanner en de Romany grai.
   
• Romany grai: heeft een veel fijnere bouw dan de twee vorige types tinkers. Daarnaast heeft hij vaak minder weelderige manen en niet zo’n volle sokken als de Romany vanner en de Romany cob. 

   
Wat de vachtkleur van de tinker betreft, zijn er geen limieten. Het paard mag werkelijk elke kleur of kleurencombinatie hebben, maar er zijn wel bepaalde kleurencombinaties die vaker voorkomen:
 

• zwarte vacht met witte vlekken 
• witte vlekken op een vacht met een andere kleur dan zwart
• donkere vacht met een witte buik 

   
 

Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de tinker? 

Door de inmenging van zowel de dales- als de fellpony is de tinker een eerder klein paardenras. Dat maakt dat zijn schofthoogte gemiddeld net geen anderhalve meter is, namelijk 1,45 meter. Zijn kleinere stokmaat stelt echter geen limieten aan zijn kracht. Zoals je al weet, werd de Irish cob oorspronkelijk gebruikt om woonwagens vooruit te trekken, waardoor hij ook perfect als koetspaard gebruikt kan worden. Uiteraard kan dit paard ook grotere ruiters aan. 

Karakter en opvoeding – de tinker is een kalm paard

De tinker is een erg versatiel paard. Je kan er ongeveer alle verschillende disciplines mee uitoefenen - al zal hij nooit hoge toppen scheren in veeleisende sporten zoals dressuur, jumping en endurance. Bovendien kan met de tinker zowel western als klassiek gereden worden. Daarnaast is hij dankzij zijn onbevreesde en moedige karakter erg makkelijk om op te leren. 

De tinker heeft een erg rustig temperament, waardoor minder ervaren ruiters er ook mee kunnen rijden. Dat maakt hen ook geschikt voor gezinnen met kinderen, die misschien nog te jong zijn om op de rug van het paard te zitten, maar wel graag helpen bij het verzorgen. Tinkers zullen namelijk zelden een foute stap zetten of uithalen naar mensen. Dat is ook een van de redenen waarom ze gebruikt worden bij paardentherapie. 

Naast zijn typische koudbloedige karakter staat de tinker echter ook wel bekend om zijn eigenzinnige karakter. Als hij geen zin heeft om te doen wat jij hem vraagt, dan kan dit paard wel eens koppig uit de hoek komen. Het gebeurt echter zelden dat hij daarbij gevaarlijk handelt, door bijvoorbeeld te steigeren of te bokken. De tinker zal eerder blijven stilstaan tot hij weer zin heeft om te luisteren (of tot jij het hem op een tinker-waardige manier hebt gevraagd). 

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een tinker nodig? 

De tinker houdt van een borstelbeurt en heeft die ook erg regelmatig nodig. Niet alleen de weelderige manen en staart, maar ook de volle sokken van de tinker kunnen wat meer aandacht gebruiken. Zo is het belangrijk dat de haren goed uitgeborsteld worden. Leeft jouw tinker op een weide waar het modderig kan zijn in de herfst? Dan mag je je klaarmaken voor nog meer borstelplezier om de modder uit de vacht van het paard te krijgen. 

De tinker is een sober paard, wat betekent dat het niet al te veel mag eten. Hij heeft een traag metabolisme en komt dus al snel gewicht bij als hij te veel eet en te weinig beweging krijgt. Goed, maar sober ruwvoer vormt een goede basis voor je tinker, aangevuld met de nodige vitamines en mineralen in de vorm van een balancer of vitaminebrok. 

Ten slotte moet je uiteraard ook over de nodige voorzieningen beschikken voor de huisvesting van je tinker. Waar ga jij je paard zetten? Kies je voor een weide bij jou in de buurt met een schuilstal? Of toch eerder voor een pensionstal? Dit is een belangrijke keuze, waarbij je rekening dient te houden met verschillende factoren. Zo spreek je met de eigenaars van de pensionstal best goed af wie welke taakjes voor zich neemt, terwijl je bij het gebruik van een eigen weide zelf instaat voor alle taken en de verzorging van je paard. 

Waar je je paard ook zet, hij heeft altijd toegang nodig tot een tochtvrije, droge stal. Wat betreft de bodembedekking kan je kiezen uit verschillende opties. Er is niet één soort bodembedekking die de beste is, dus je zal moeten uitproberen welke type jouw paard verkiest. Paarden zijn het gelukkigst wanneer ze zelf kunnen kiezen wanneer ze in de stal staan en wanneer ze op de weide rondlopen, dus laat je best de deur van de stal voortdurend open. Je zal merken dat je paard dan zelf regelmatig de weide opzoekt en zo wat beweging krijgt, wat zeker bij een ras als de tinker, dat gevoelig is voor overgewicht, geen overbodige luxe is!

Uiteraard heeft je weide ook een stevige omheining nodig, zodat je paarden er niet voor kunnen kiezen om zelf een ommetje te maken in de buurt. In de zomer zal je paard ook graag de schaduw opzoeken, waarvoor hij terechtkan in de stal, maar zorg zeker ook voor wat bomen in of rond de weide, zodat je paard ook daar beschutting tegen de zon kan opzoeken. 

Het allerbelangrijkste in de weide van een paard is een maatje. Paarden zijn kuddedieren, wat betekent dat ze depressief worden van een eenzaam leven. Je denkt misschien dat jij de plaats van zijn paardenmaatje kan innemen, maar dat is helaas onmogelijk. Hoe vaak je je paard ook borstelt en gezelschap houdt, jij kan hem nooit alles geven wat een ander paard wel kan. Zorg daarom zeker voor een vriendje bij jouw nieuwe tinker! 

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de tinker vatbaar?

Als tinkereigenaar moet je volgende zaken in de gaten houden op vlak van gezondheid: 
 

• Mok: de lange haren aan zijn sokken zorgen ervoor dat de koot vochtig blijft, waardoor de tinker gevoeliger is voor mok dan andere paarden. Door het vocht krijgen bacteriën en schimmels namelijk een grotere kans om zich te manifesteren. Gewoonlijk is een paard voldoende bestendig tegen dergelijke bacteriën en schimmels, maar als hij even een verminderd afweersysteem heeft, is hij een vogel voor de kat.
   
• Chronische progressieve lymfoedeem: deze aandoening is te herkennen aan de zwelling in het onderbeen. Helaas is er geen remedie voor dit probleem, waardoor de aandoening gedurende het leven van het paard steeds ernstiger wordt.
   
• Hyperkeratose: bij hyperkeratose zijn er schilferige plekken en dikke bulten terug te vinden op de huid van het paard door een teveel aan keratine. Die bulten komen voornamelijk op de benen van het paard voor en moeten verwijderd worden om bacteriële infecties en schimmels te vermijden. 

Waarop moet je letten bij het kiezen van een tinker?

De tinker klinkt dankzij zijn rustige temperament en vriendelijke karakter als een droompaard. Bovendien is het makkelijk om de tinker te trainen, waardoor je misschien denkt dat het een makkelijk paard is voor iedereen … Desalniettemin blijft het belangrijk om te onthouden dat het een enorm engagement van je vraagt om een paard als ‘huisdier’ te nemen. Hou er rekening mee dat het uitmesten en schoonmaken van stal, paddock en weide een behoorlijke taak is die iedere dag op jouw staat te wachten. En dan ben je nog niet aan rijden toegekomen! Denk dus vooraf  na of je dat engagement wil maken en zoek ook alvast iemand die je paard kan verzorgen wanneer jij op vakantie bent. 

Bij het begin van je zoektocht naar een tinker moet je een aantal belangrijke zaken voor ogen houden. De tinker is namelijk een erg populair paardenras in België en Nederland, waardoor er een groot aanbod aan tinkers is. Dat betekent dat je overal advertenties zal vinden: bij particulieren, bij fokkers, op zoekertjessites … Dat kan erg overweldigend zijn, dus hou je ogen open voor enkele cruciale aspecten voordat je een paard koopt. Het belangrijkste punt is de gezondheid van het dier. Laat een paard daarom altijd keuren door jouw eigen dierenarts voordat je overgaat tot de aankoop. Heb jij nog twijfels bij de aankoop na je bezoek? Aarzel dan niet om die te stellen aan jouw veearts, die je zonder twijfel zal helpen! 

Wordt dit jouw eerste paard? Dan is dat uiteraard ontzettend spannend en leuk, maar dan is het des te belangrijker om een doorgewinterde paardenkenner mee te nemen tijdens je bezoek. Jijzelf zal misschien overspoeld worden door een heleboel informatie, omdat je nog geen ervaring hebt met paardenbezoeken, terwijl een ervaren paardeneigenaar al beter weet waar hij naar moet kijken. Als je jouw tinker koopt om te berijden, dan maak je tijdens je eerste bezoek best ook een proefritje. Zo weet je meteen hoe het paard reageert op jou en of jullie een goede match zijn.
 
 

Nog meer rustige paardenrassen

• Haflinger: de haflinger is enorm betrouwbaar en houdt steeds het hoofd koel, en bovendien is hij geschikt voor werkelijk alle disciplines. Ervaren ruiters en beginners vinden een geschikt maatje in de haflinger dankzij zijn menslievendheid.
   
• Fjord: de fjord is net als de tinker een erg rustig paard, wat hem ook geschikt maakt voor beginners. Dit betrouwbare dier houdt ervan om samen te werken met zijn ruiter.
   
• Connemara: de connemara ziet er misschien indrukwekkend uit, maar eigenlijk is het een erg betrouwbare en lieve pony. Het is misschien een rustig paard, maar toch is hij niet zo geschikt voor beginners door de combinatie van zijn intelligentie en zijn enorme kracht.