Probleem 1: de pups hebben alleen oog voor elkaar
Leuk toch, zo’n maatje voor het leven? Dat denken jouw puppy’s ook en voor je er erg in hebt, zijn ze alleen maar met elkaar bezig. Vooral honden die uit hetzelfde nest komen, vinden hun nieuwe gezin allerminst interessant. Ze hebben elkaar toch, dus waarom moeten ze tijd en moeite investeren in die nieuwsgierige tweebeners?Probleem 2: duo- puppy’s hechten zich minder snel aan mensen
Meestal halen we jonge honden weg bij hun moeder op een leeftijd van 8 weken. Dan kunnen ze stilaan de wereld aan zonder hun moeder en zijn ze het best in staat om nieuwe dingen in zich op te nemen. Ze hechten zich makkelijk aan eender wie zich om hen ontfermt, maar die drang is een pak minder groot wanneer er nog een jong soortgenootje rondhangt.Probleem 3: socialiseren is moeilijker met twee
Stabiele, zelfzekere pups zijn misschien stoer genoeg om alle aspecten van hun omgeving te ontdekken, maar een pupje dat zich meer op de achtergrond houdt, valt al snel uit de boot. Het trekt zich op aan zijn kloeke broertje of zusje, maar leert niet om zelfstandig beslissingen te maken. Bij twee pups in hetzelfde gezin, zie je meestal dat één pup zich alleen maar veilig voelt met z’n soortgenootje in de buurt. De meest timide pup van de twee ontwikkelt later in zijn leven vaak ernstige angstproblemen.
Eén van de twee pups is bijna altijd wat banger

Twee pups vermaken zich prima met elkaar
Probleem 4: tweeling-pups zijn lastiger te trainen
Omdat puppy’s uit hetzelfde nest zo aan elkaar gehecht zijn, zullen ze weinig zin hebben om ook met jou dingen te ondernemen. Waarom zouden ze jou blij maken door dingen te leren, terwijl ze even goed lekker met elkaar kunnen spelen? Om dat probleem te voorkomen, onderneem je best zoveel mogelijk dingen met elke pup apart. Alleen … is dat alweer een moeilijke opgave, omdat de pups moeilijk kunnen functioneren zonder hun steun en toeverlaat in de buurt.Probleem 5: de pups zetten de hondenschool op stelten
Sommige eigenaars durven het toch aan om met beide honden tegelijk naar de hondenschool te gaan. Dat loopt zelden goed af: ofwel zijn de pups de hele tijd met elkaar aan het ravotten in dezelfde les, ofwel haal je ze uit elkaar en schreeuwen ze moord en brand om bij hun vriendje te kunnen zijn.Probleem 6: één plus één is drie
Het opvoeden van één pup is een flinke opgave, doe de tijd en energie die dat kost gerust maal drie voor twee pups. Je moet hen beide apart trainen en tegelijkertijd aanleren om zonder vriendje achter te blijven. Ze hebben tonnen energie en zijn moeilijker tot rust te brengen omdat de andere altijd in de buurt is. Bovendien gaat de training minder snel vooruit dan bij een enkele pup, omdat de honden geen nood voelen om met hun mensengezin te interageren.Probleem 7: niemand wil twee pubers in huis
De puberteit is veruit de meest veeleisende periode in het leven van een jonge hond. Pubers lijken alles te vergeten wat ze ooit geleerd hebben en tasten hun grenzen af. Dat doen ze ook bij elkaar. Baldadig testen ze hoe ver ze kunnen gaan en wie aan het langste eind trekt in discussies. Dat gebeurt ook in gezinnen met een oude hond erbij, maar dan is het meestal meteen duidelijk wie de overhand heeft. Met twee pups van dezelfde leeftijd kan zo’n conflict uitmonden in een bitse strijd. Hebben ze ook nog eens hetzelfde geslacht en zijn ze onderling aan elkaar gewaagd, dan loop je het risico dat ze nooit meer door dezelfde deur kunnen. Wat ooit zo’n goed idee leek, verandert zo al snel in een regelrechte nachtmerrie waarbij er niets anders opzit dan de twee honden permanent te scheiden.
Twee honden van hetzelfde ras, geslacht en leeftijd blijven niet altijd goede vrienden