Wil je een kitten adopteren, dan krijg je steevast de vraag voorgeschoteld ‘of het er ook twee mogen zijn’. Het idee dat katten niet in staat zijn om sociale relaties aan te gaan, is immers al lange tijd achterhaald en de voordelen van een duo-adoptie zijn groot. Maar wat als er al een koninklijke katheid in jouw huis ronddartelt? Zit die hunkerend te wachten op een soulmate of kan ze even goed het geluk vinden in haar eentje? Die vraag leggen we voor aan de Katviseur Benjamin. 

Maar zijn katten dan geen solitaire dieren? 

Jarenlang was gedragsonderzoek bij huisdieren een grote niche en namen we gewoon voor waar wat we al die tijd al dachten te weten: dat katten solitaire dieren zijn die het liefst alleen door het leven gaan. Men dacht zelfs dat katten zó asociaal zijn dat ze zich niet kunnen hechten aan een mens, enkel aan een woonplaats. Eén-kat-huishoudens waren dan ook lange tijd de norm en wie daar anders over dacht, had ‘geluk’ met een verdraagzaam duo katten. 
 
De laatste decennia is er met mondjesmaat meer aandacht gekomen vanuit de wetenschappelijke wereld voor de psyche van onze huistijgers. Voortschrijdend inzicht zorgde dan ook voor een ware ommekeer in bovenstaand gedachtengoed: katten mogen dan wel solitaire jagers zijn (hun prooien zijn gewoonweg te klein om te delen), in hun sociale leven kan er wel degelijk plaats zijn voor soortgenoten. Dat bewijzen de zogenaamde ‘kattenkolonies’ die her en der ontstaan: groepen van verwante vrouwtjes die samen voor hun kittens zorgen.
 
Zulke kat-kat-relaties zijn bijlange niet zo sterk als die in een groep honden, maar zolang er genoeg ‘bronnen’ aanwezig zijn (voedsel, slaapplekken, schuilplekken, uitkijkposten …) heerst er relatieve vrede in de kolonie. Dat deze katten sociaal zijn t.o.v. elkaar, wil overigens niet zeggen dat ze het met iedereen kunnen vinden. Volwassen katers maken geen deel uit van de groep en vreemde kattinnen worden meedogenloos verjaagd. Bovendien kan de sociale dynamiek in zo’n groep uit elkaar vallen wanneer de omgeving verandert. Zijn er plots minder bronnen ter beschikking, dan heerst er ineens wél concurrentie en moet de groep noodgedwongen verkleinen. 
 
 

De voordelen van twee kittens 

Katten zijn dus geen groepsdieren in de strikte zin van het woord, maar kunnen wel (beperkte) sociale relaties aangaan. Dat is voor de meeste beestige katteneigenaars trouwens geen groot nieuws, want die weten al langer dat katten perfect in staat zijn om een liefdevolle band op te bouwen met ‘hun’ mens. Iedereen met een besnorde schootverwarmer kan dat beamen! 
 
Ook met andere katten kunnen onze poezelige huisgenoten een sterke relatie ontwikkelen. Katten die elkaar écht graag zien slapen tegen elkaar aan, wassen elkaar wederkerig (beide katten zijn afwisselend ‘wasser’ en ‘gewaste’) en spelen sociale spelletjes met elkaar. Dat type relaties komt vooral voor bij kittens die uit hetzelfde nest geadopteerd werden of katten met een complementair karakter die elkaar van jongs af kennen. Het is dus niet onlogisch dat asielen en herplaatsingsorganisaties het liefst geen katten alleen plaatsen. Bovendien kunnen die instanties de jaarlijkse toestroom aan thuisloze kittens amper verwerken, wat het nog interessanter maakt om twee kittens tegelijk te plaatsen. 
Twee katten geven elkaar een kopje
Katten kunnen onderling een hechte relatie opbouwen
Twee katten wassen elkaar
Tegen elkaar slapen, elkaar wassen en sociaal spelen zijn een teken van genegenheid voor elkaar 
Vooral in de eerste levensmaanden tot haar eerste verjaardag is een soortgenootje in huis een enorme meerwaarde voor je kat: het duo kan samen spelen, leert kattentaal, vindt steun bij elkaar … stuk voor stuk belangrijke levenslessen die negen kattenlevens lang meegaan en die geen mens hen kan bijbrengen. Woont er nog geen kat in jouw huis en sta je open voor adoptie, dan is het dus altijd de beste keuze om voor twee kittens (of een oudere kat) te gaan. 
 
Toch ontstaat er later in hun leven soms wel eens ‘ruzie’ tussen twee huisgenoten. Zeker wanneer hun omgeving niet geoptimaliseerd is, kunnen ze moeilijkheden krijgen om hun territorium met elkaar te delen. Zelfs met twee kittens uit hetzelfde nest is het dus uiterst belangrijk om voldoende kattenbakken, krabpalen, drink- en eetbakjes, slaapmandjes, enzovoort te voorzien én die te verspreiden over het huis op een strategische manier.
 
 

Is het altijd beter om een tweede kat te nemen? 

Maar wat als je al jarenlang een kat hebt die nooit eerder samenleefde met een soortgenoot? Voelt die zich eenzaam wanneer jij vaak van huis bent? Die kans bestaat, maar dat wil niet zeggen dat een soortgenoot die leegte kan opvullen. Laten we een kat een kat noemen: slechts weinig katten in die situatie zitten te wachten op een andere kat om haar territorium mee te delen. Wel kan het zijn dat ze jouw aanwezigheid mist wanneer je plots vaker van huis bent. Dat probleem los je beter op met een plusbaasje dat overdag even langskomt, dagelijkse spelmomenten en/of voedselverrijking om verveling tegen te gaan. 
Twee kittens spelen met elkaar in de woonkamer
Tot aan hun eerste verjaardag hebben jonge katten erg veel aan elkaar 
Kat wordt geaaid over het hoofd
Een kat die nooit eerder samenleefde met een soortgenoot, zit daar waarschijnlijk niet op te wachten
Ben je toch vastberaden om een tweede kat erbij te nemen? Neem dan uitgebreid de tijd om alle parameters op een rijtje te zetten die kunnen leiden tot succes (of tot een flop). Als eerste neem je de eigenschappen van je eigen kat onder de loep: 
 
  • Is jouw kat lang genoeg (tot minstens 12 weken) in het nest gebleven om sociale skills aan te leren? 
     
  • Vermoed je dat jouw kat sociaal is met andere katten omdat ze zich open en nieuwsgierig opstelt naar buurkatten? 
     
  • Heeft jouw kat in een vorig leven vredevol samengeleefd met een soortgenoot? 
     
  • Is jouw kat angstig van aard en raakt ze van haar melk bij veranderingen? 
     
  • Is jouw kat de schrik van de buurt en jaagt ze elke indringer hardklauwig weg? 
 
 
Maar ook de pluskat moet uit het juiste hout gesneden zijn om bij jouw kat te passen: 
 
  • Hoe verliepen de eerste weken van jouw nieuwe kat? Groeide ze op in een liefdevol kattengezin of is ze te vroeg weggehaald bij haar soortgenoten? 
     
  • Vertoont de nieuwe kat sociaal gedrag naar andere katten toe in het asiel of bij het opvanggezin? 
     
  • Hoe reageert de nieuwe kat op vreemde mensen of dieren
 
 
Hoe meer je over de achtergrond van beide katten te weten kan komen, hoe groter de kans op een goede match. Heb je aan beide kanten geen idee welk vlees je in de kuip hebt? Dan is het nemen van een tweede kat een erg groot risico dat je misschien liever niet neemt. Want wat als de katten elkaar rauw lusten, ook na een geleidelijke introductie en het aanpassen van je huis voor meerdere katten? 
 
 

Wanneer heeft een eenzame kat wél nood aan een vriendje? 

Een volwassen kat die het goed doet in haar eentje heeft weinig tot geen nood aan een andere kat om haar huis mee te delen. Wat voor jou een ‘leuk vriendje’ lijkt, is voor haar een ‘gevaarlijke indringer’ die een grote bedreiging voor haar welzijn vormt. Hoe leuk het ook lijkt om twee of meer katten te hebben, daar wacht je beter mee tot je eerste kat er niet meer is. 
 
Toch zijn er gevallen te bedenken waarin er op een later moment wél ruimte is voor een extra kat. Misschien leefde je kat altijd samen met een nestgenootje dat (te vroeg) overleden is. In dat geval kan het gemis zo groot zijn, dat een zorgvuldig uitgekozen nieuwe kat die leegte kan opvullen. Doe dat echter niet overhaast en geef je kat - en jezelf - voldoende tijd om te rouwen.. Is je kat nog jong en heel energiek, dan kan ze mogelijk een leeftijdsgenootje (met hetzelfde energieniveau) gebruiken om samen kattenkwaad uit te halen. 
 
Ook al is je kat heel sociaal, bereid de komst van een nieuweling zo goed mogelijk voor. Hoe je de twee katten best aan elkaar introduceert, is voer voor een volgend artikel. 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen