De Berner Sennenhond is een rustige, vriendelijke gezinshond die het goed kan vinden met kinderen. Hoewel zijn kalme inborst misschien iets anders doet vermoeden, houdt hij van lange wandelingen en andere buitenactiviteiten. Dit prachtige hondenras kampt met gezondheidsproblemen (pijnlijke gewrichten en kanker) en wordt gemiddeld niet zo oud. Laat je daarom bij de aanschaf van een pup goed begeleiden door een fokker die zijn ouderdieren test op erfelijke aandoeningen. 

Oorsprong – waar komt de Berner Sennenhond vandaan?

De Berner Sennenhond is afkomstig uit de Zwitserse bergen. Waarschijnlijk ontstond hij uit molossers en mastiffs die door de Romeinen mee naar de Alpen gebracht werden. Het ras wordt van oudsher ingezet op boerenerven als multifunctionele hond die het erf bewaakt, het vee hoedt en ook een kar kan trekken. In het begin ging het ras door het leven onder de naam ‘Dürrbachler’, vernoemd naar een gehucht in de Bernese Alpen waar de hond vaak voorkwam. Pas in 1904 duikt de naam Berner Sennenhond voor het eerst op in de stamboeken en op tentoonstellingen. Vanaf dan wordt de driekleurige loebas steeds populairder, ook in andere landen. 
 
 

Uiterlijk – hoe herken je een Berner Sennenhond? 

De haren van de Berner Sennenhond zijn halflang en sluik of licht golvend. Hij heeft een vriendelijke uitdrukking op zijn krachtige hoofd. De oren zijn driehoekig en hangend, maar zijn hoog ingeplant op het hoofd. De staart mag niet tot op de grond hangen en wordt licht zwevend gedragen. Algemeen kan je spreken van een krachtige hond die met zijn rechte rug, gespierde schouders en stevige benen goed in proportie is.
Berner Sennenhond rent door het gras
De Berner Sennenhond houdt van actie 
Deze grote hond komt slechts in één kleurvariëteit voor. De grondkleur zwart als kool met een goudbruine ‘tan-aftekening’, die verschijnt op de poten, wangen, boven de ogen en op de borst. Enkele typische witte aftekeningen maken het plaatje compleet: een bles die tussen de ogen tot rondom de neus - maar nooit voorbij de mondhoeken - reikt, een witte vlek op keel en borst die doorloopt naar de buik. Witte voeten en een staartpunt zijn een plus, maar niet verplicht. De ogen zijn donkerbruin. 
 
 

Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de Berner Sennenhond?

De Berner Sennenhond is iets langer dan hij hoog is. Het is een uit de kluiten gewassen hond met een schofthoogte tot 74 cm bij reuen en tot 66 cm bij teven. Omwille van zijn grote en zware bouw (en zijn erfelijke voorbestemming) is de Berner Sennenhond extra gevoelig voor gewrichtsproblemen. Voorzichtigheid is geboden om overbelasting te voorkomen, zeker bij jonge honden die nog in de groei zijn. 
 
Om dezelfde reden is het voor dit ras extra belangrijk om overgewicht geen kans te geven. Dat kan best een uitdaging zijn met zo’n alleseter in huis! Om je een idee te geven van het gewicht, kunnen we meegeven dat reuen gemiddeld 47 kg en teven gemiddeld 38 kg wegen. Maar als je weet dat het grootteverschil tussen de kleinste teef en de grootste reu meer dan 15 cm kan bedragen, dan kan je je wel indenken dat hier veel variatie op zit. Alle gewichten tussen 31 en 54 kg zijn mogelijk en kunnen gezond zijn - indien het gewicht past bij de grootte en de lichaamsbouw. 
 
 

Karakter en opvoeding – de Berner Sennenhond is een intelligente hond

Deze gezinshond staat bekend om zijn vriendelijke en rustige karakter, maar hij zal zeker zijn mannetje staan wanneer dat nodig is. Hij draagt zijn waakse genen nog steeds met zich mee, maar zal enkel alarm slaan wanneer het echt nodig is. Gekende bezoekers worden vriendelijk onthaald en wanneer de eigenaar zegt dat het goed is, aanvaardt hij ook vreemde mensen op zijn erf.
 
De Berner Sennenhond is erg trouw en aanhankelijk. Hij kan het prima vinden met kinderen. Honden en kinderen laat je best nooit alleen, maar hou zeker een oogje in het zeil wanneer er vriendjes komen spelen. Wanneer de spelletjes wat ruwer worden, kan het zijn dat deze gezinsbewaker de boel tot de orde roept om ‘zijn’ kinderen te beschermen. 
 
Het ras is vrij makkelijk op te voeden tot een aangename metgezel en de opvoeding levert meestal weinig problemen op. Berner Sennenhonden zijn meegaand van aard en zullen zelden in opstand komen. De Berner Sennenhond is gevoeliger dan je op het eerste gezicht zou denken, ze leren dan ook het snelst wanneer je hen respectvol en met de nodige liefde traint. Het ras is uiterst geschikt voor gehoorzaamheidstraining en blinkt zelfs uit in doggy dance - indien het programma aangepast wordt aan zijn rustige karakter en de gewrichtsbelasting wordt beperkt. 
 
Besteed bij de opvoeding van je Berner Sennenpup extra veel aandacht aan het leren wandelen aan een ontspannen lijn. Straks weegt je kleine uk meer dan 40 kg en die wil je echt niet aan je arm laten trekken! Het rustig meewandelen leer je best niet aan door aan de riem te rukken. De gewrichten van je hond zijn al zo gevoelig, die hoeven geen extra trauma op te lopen. Wees consequent en verzet geen voet zolang je hond druk zet op de lijn. Keer eventueel om telkens wanneer hij de lijn aantrekt. Zo leert je pup of puber snel dat het geen zin heeft om hard te trekken, want dan raakt hij geen meter vooruit. Hij kiest ‘eieren voor zijn geld’ en wandelt rustig met je mee om zijn bestemming te bereiken. 
Berner Sennen ligt naast kam met een heleboel haren
De vacht van de Berner Sennenhond moet regelmatig gekamd worden om klitten te voorkomen

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een Berner Sennenhond nodig? 

 
Verzorging van de vacht

De vacht van de Berner Sennenhond heeft de allerbeste zorgen nodig, maar die zullen niet overdreven veel tijd van je afnemen. Een wekelijkse borstelbeurt is meestal voldoende om klitten te snel af te zijn. In de periode van de rui ga je er best wat vaker doorheen, om te voorkomen dat de dode haren samenklitten én dat je living in een haarhoop verandert. 
 
De haren tussen de teenkussens van de Berner Sennenhond worden soms wat te lang, waardoor er veel vuil in blijft hangen en de hond makkelijker schuift op vloeren. Ook kunnen er in de winter ijsbolletjes in blijven hangen. De haren kort afknippen is handiger voor jou én je hond. 
 
 

De juiste voeding

Het is uiterst belangrijk om overgewicht te voorkomen bij je Berner Sennenhond. Dat doe je door enerzijds voldoende activiteiten te ondernemen met je hond, maar ook door zijn dieet perfect af te stemmen op zijn behoeften. Zeker wanneer je hond gecastreerd of gesteriliseerd is, is het extra opletten geblazen. Kies voor een goed merk van een evenwichtige hondenvoeding, waarin de nodige eiwitten, vitamines en mineralen zitten. Hoeveel voer je hond precies mag krijgen, hangt af van veel factoren. Men zegt wel eens dat je moet voederen ‘met je ogen’, dat wil zeggen dat je niet klakkeloos het advies op de verpakking volgt maar de hoeveelheid voer afstemt op wat je hond werkelijk nodig heeft om in goede conditie te blijven. 
 
 

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de Berner Sennenhond vatbaar?

 
Levensverwachting

De gemiddelde leeftijd van een Berner Sennenhond is slechts 7 jaar. Dat wil zeggen dat de helft van al deze rashonden die leeftijd niet haalt. De kansen op een gezonde oude dag vergroten aanzienlijk wanneer je dit ras aanschaft bij een fokker die kan bewijzen dat hij enkel fokt met gezonde dieren. Vraag ook na hoe oud de grootouders van je toekomstige pup werden en check of er gezondheidsproblemen bekend zijn bij familieleden. 
 
 

Gewrichtsproblemen

Grote en zware rassen zijn extra gevoelig voor problemen met het bewegingsapparaat en dat is bij de Berner Sennenhond niet anders. Een belangrijke manier om dat te voorkomen, is het voorzien van voldoende beweging. En dan hebben we het niet over snelle, explosieve sporten zoals agility, maar eerder over lange wandelingen die geleidelijk opgebouwd worden. Met honden in de groei is het extra opletten. Zij hebben voldoende rust nodig en mogen in geen geval trappen lopen of de hele dag in en uit de zetel springen. 
 
 

Kwaaltjes en ziektes

De Berner Sennenhond heeft last van enkele erfelijke aandoeningen die je in de gaten moet houden samen met je dierenarts. De belangrijkste daarvan zijn (opnieuw) gewrichtsproblemen en een aanleg voor kanker. Meer dan de helft van alle Berner Sennenhonden sterft trouwens aan een vorm van kanker, dat is dan meteen ook de reden waarom dit ras een lage gemiddelde leeftijd heeft.  
 
  • Heupdysplasie: een afwijking in het heupgewricht waardoor stappen pijnlijk wordt.
     
  • Elleboogdysplasie: een erfelijke aandoening in het ellebooggewricht.
     
  • Mastocytoom en hystiocytair sarcoom: twee vormen van kanker waarvoor dit ras erfelijk belast is.
     
  • Degeneratieve myelopathie: een neurologische aandoening van het ruggenmerg.
     
  • Epilepsie: terugkerende aanvallen.
     
  • Oogaandoeningen: zowel PRA (een voortschrijdende verslechtering van het netvlies) als entropion (naar binnen krullende oogleden) komen voor.
     
Berner Sennenpups in de sneeuw
Berner Sennenpups houden van de buitenlucht 

Waarop moet je letten bij het kiezen van een Berner Sennen?

We kunnen het niet hard genoeg benadrukken: zoek eerst en vooral een GEZOND maatje voor het leven. Ga vooraf naar het nestje pups kijken en bekijk de gezondheidscertificaten van beide ouders. Misschien mag je zelfs al bij de fokker langsgaan voor de kleintjes geboren zijn, zodat je niet in de verleiding komt meteen ja te zeggen. Een goede fokker houdt de moeder bij zich in huis, waar de pups met het ganse gezin opgevoed worden. Is de moeder niet aanwezig of leven de honden in een schuur of winkel? Zoek dan verder naar een andere fokker. 
 
Een pup die door de fokker en zijn gezinsleden wordt grootgebracht, krijgt de allerbeste start. Vraag na wat ze ondernemen met hun mini-roedel. Komen de pups in contact met andere mensen, honden, dieren, stofzuigers, kletterende pannen, gras onder hun voeten, enzovoort? Het is belangrijk dat pups van jongs af aan kennismaken met alle aspecten van het gezinsleven. De socialisatie is super belangrijk in het jonge leven van een hond en die kan je op latere leeftijd nooit meer inhalen. Fokt een fokker meer dan twee rassen of heeft hij meer dan twee nestjes tegelijkertijd? Dan kan hij onmogelijk voldoende aandacht schenken aan de socialisatie van zijn pups. 
 
Heb jij al je vragen gesteld aan de fokker? Prima! Hou je dan nu vast voor zijn wensenlijst. Een goede fokker stelt ook vragen aan zijn toekomstige pupkopers, want hij vindt het belangrijker dat zijn honden goed terechtkomen dan er een mooie cent aan over te houden. Vertel eerlijk hoe je gezinsleven eruit ziet en wat je later zal ondernemen met je hond. Zo kan de fokker je helpen met het uitkiezen van een karakter dat bij jou past. 
 
Denk tenslotte ook eens na over een asielhond. Ook in asiels en bij herplaatsingsorganisaties vind je regelmatig een Berner Sennenhond die op zoek is naar een tweede kans. Het is een hardnekkig vooroordeel dat asielhonden altijd een ‘rugzakje’ met zich meedragen. De meeste honden die een nieuwe thuis zoeken zijn echter doodnormale, vriendelijke honden die door omstandigheden (overlijden, ziekte, scheiding, allergie) van huis moeten wisselen. De dankbaarheid die je terugkrijgt van een asielhond is te mooi voor woorden!  
 
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen