Beestig

Oorsprong – waar komt de quarter horse vandaan?

De quarter horse is – wat een verrassing – afkomstig uit hét westernland aller westernlanden: de Verenigde Staten. De paarden ontstonden uit kruisingen tussen Engelse, Spaanse en Amerikaanse paardenrassen die vroeger in de verschillende kolonies voorkwamen. Later werden quarter horses voornamelijk gebruikt voor vervoer en door boeren en cowboys. Het was pas in 1940 dat de American Quarter Horse Association werd opgericht. 
 
 

Uiterlijk – hoe herken je een quarter horse? 

Quarter horses worden gekenmerkt door het grote contrast tussen hun kleine hoofd en sterk gespierde achterhand. De compacte, fors ontwikkelde achterhand laat hen toe snel op te trekken en eenvoudig om hun as te draaien, twee zaken die erg van pas komen tijdens het drijven van vee. Hun vacht kan en mag maar liefst zeventien verschillende kleuren en tinten aannemen, behalve vlekken. Gevlekte paarden worden niet toegestaan, maar moeten geregistreerd worden onder het ‘paint horse’-ras. Volgens het stamboek bestaan er bovendien meerdere ‘soorten’ quarter horses. Bepaalde kenmerken zouden meer uitgesproken zijn, afhankelijk van de discipline waarvoor het paard gebruikt wordt.  

 

Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de quarter horse?

Quarter horses hebben een stokmaat tussen 1m45 en 1m60. Ze wegen gemiddeld tussen 450 en 600 kilogram.

Karakter en opvoeding – de quarter horse is een wendbaar en snel paard 

Wat is het eerste waaraan je denkt wanneer je ‘quarter horse’ hoort? Inderdaad, aan western. Deze associatie doet nochtans afbreuk aan de vele andere capaciteiten die dit paardenras bezit. Quarter horses zijn namelijk uiterst geschikt om lange boswandelingen te maken als recreatiepaard, maar ook in andere paardensporten kunnen ze vast en zeker hun mannetje staan. We moeten natuurlijk niet flauw doen: het is voornamelijk in de westernsport dat de dieren er met kop en schouders bovenuit steken. Hun gehoorzaamheid, snelheid en wendbaarheid maken hen de ideale paarden voor onder andere reining, barrel racing en cutting. Doe daar nog eens hun zogenaamde ‘cow sense’ bij, en ze zijn niet meer te stoppen. ‘Cow sense’ is het instinct van quarter horses om de bewegingen van zowel het vee als zijn ruiter natuurlijk aan te voelen en daarop in te spelen. Dit maakt bijvoorbeeld het drijven van vee een stuk makkelijker. Wist je trouwens dat de quarter horse het snelste paard over een afstand van 400 meter is? Hier hebben ze overigens hun naam aan te danken, want 400 meter is een kwart van een mijl. Vandaar: quarter horse.
 
Naast hun uitstekende sportieve kwaliteiten, zijn quarter horses ook gewoon heel vriendelijke, zachtaardige en loyale paarden. Dankzij hun geduldige karakter en relatief kleine stokmaat, zijn ze bovendien geschikt voor ruiters van verschillende niveaus en kunnen ook kinderen een ritje op hen maken. Vergeet echter niet dat paarden altijd onverwacht kunnen reageren of schrikken. Laat je kind daarom nooit alleen naar de stal toe gaan en zorg voor begeleiding tijdens het rijden. 

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een quarter horse nodig? 

Het dieet van een quarter horse bestaat voor het grootste deel uit kwaliteitsvol ruwvoer. Wat is kwaliteitsvol ruwvoer dan precies? Wel, je kiest best voor droog, sober hooi met zo veel mogelijk vezels en zo weinig mogelijk suikers. Dit vul je dan aan met verschillende planten,  zoals duizendblad en wilgentakken. Je kan jouw paard eventueel wat krachtvoer geven, maar dit is meestal niet nodig. Enkel wanneer hij intensieve (sport)prestaties moet leveren, kan hij hier baat bij hebben. Wil je toch zorgen voor wat extra voedingstoffen? Dan kies je best voor een vitaminebrok of ‘balancer’. Deze zullen je paard van alle nodige vitamines en mineralen voorzien. 
 
Jouw toekomstige quarter horse vindt het natuurlijk heerlijk om af en toe even geborsteld te worden. Je doet dit dan ook best enkele keren per week om alle viezigheid uit zijn vacht te krijgen en zijn manen en staart in optimale conditie te houden. Verder krab je dagelijks zijn hoeven uit en maak je regelmatig een afspraak bij de bekapper en paardentandarts. 
 
Het grootste deel van de verzorging gaat (jammer genoeg) uit naar het uitmesten van de stal en het schoonhouden van de weide of paddock. Verwijder dagelijks mestbollen en natte plekken uit de stal en vervang de volledige bodembedekking één keer per week door nieuwe. 
 
 

Huisvesting

Heb je al eens nagedacht over waar je jouw quarter horse zal onderbrengen? Kies je voor je eigen stal en weide? Of toch liever een manege of pension? Wat je ook beslist, wij helpen je alvast even op weg door de belangrijkste dingen op te lijsten. 
 
Eerst en vooral heb je natuurlijk een stevige, warme en droge stal nodig. Je kan deze vullen met verschillende soorten bodembedekkers zoals stro, houtkrullen of vlaslemen. In de stal zelf plaats je een schone eet- en drinkbak en ook op de weide moet er een tweede drinkbak aanwezig zijn. Het liefst staat de deur van de paardenstal altijd open, zodat je paard zelf kan kiezen of het binnen schuilt of buiten de benen strekt. In de zomer kan het rechtstreeks de weide op lopen, in de winter is een paddock met onbeperkt hooi een waardig alternatief.
 
Daarnaast is het belangrijk een goede, veilige omheining rond de weide te zetten. Je hebt daarbij de keuze uit eentje van schrikdraad, eentje van hout of eentje met schrikdraad én hout. Zorg tevens voor voldoende schaduwplekken waar je quarter horse even kan schuilen bij warm weer. Wilgen en lindebomen zijn bijvoorbeeld uiterst geschikt voor de paardenweide. Vergeet zeker niet je domein even te checken op gevaarlijke bloemen, bomen of planten zoals boterbloemen, esdoorn, klimop, eik of jacobskruiskruid. Deze zijn namelijk erg giftig voor paarden en kunnen een ernstig gevaar vormen voor hun gezondheid. 
 
Last but not least: paarden zijn kuddedieren pur sang. Haal het dan ook niet in je hoofd om je paard dag in dag uit alleen op een weide of in een stal te laten staan. Zorg voor minstens één weidemaatje dat jouw toekomstige vriend gezelschap zal houden. Je kan hierbij trouwens kiezen voor een iets ouder paard. Op die manier kan het dier nog enkele jaren in alle rust van zijn pensioen genieten. 

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de quarter horse vatbaar?

Gezonde quarter horses kunnen makkelijk 25 jaar oud worden. Jammer genoeg zijn de paarden extra vatbaar voor enkele (erfelijke) aandoeningen die voornamelijk spiergerelateerd zijn. Gelukkig zijn er ondertussen verschillende DNA-testen beschikbaar, waardoor dragende dieren uit de fokkerij kunnen worden gehaald.   
 

• Maligne hyperthermie: genetische afwijking die de skeletspieren aantast. Maligne hyperthermie komt voornamelijk voor bij quarter horses en kan leiden tot nierfalen, ongecontroleerde spierbewegingen en een onregelmatig hartritme. 

 

• Hyperkaliëmische periodieke paralyse (HYPP): genetische aandoening die gekenmerkt wordt door spierspasmen, verminderde kracht in de spieren en/of verlamming. Tijdens een ernstige aanval kan het paard volledig instorten en zelfs sterven door verlamming van de luchtwegen. Tot op heden is er geen behandeling voor HYPP, maar symptomen kunnen met behulp van medicatie wel worden verminderd. 

 

• PSSM (PolySaccharide Storage Myopathy): erfelijke spierziekte veroorzaakt door een afwijkende opslag van suiker. Normaal gezien worden suikers met behulp van het hormoon insuline als glycogeen opgeslagen in de spieren. Insuline zorgt er namelijk voor dat de spieren suikers uit de bloedbaan opnemen, deze suikers omzetten in glycogeen en vervolgens het glycogeen opnieuw opslaan in de spieren. Als het paard dan een inspanning levert, kan het glycogeen vrijkomen om brandstof te leveren voor de spieren. Bij paarden met PSSM gebeurt dit echter anders: ze maken veel meer glycogeen aan dan gezonde paarden en het hele proces verloopt een pak sneller. De hoeveelheid glycogeen bouwt daardoor in snel tempo op, waardoor ze er vaak twee tot drie keer zoveel van in hun spieren hebben zitten. Het teveel aan glycogeen beschadigt de spieren en zorgt dat deze langzaamaan zullen afbreken. Quarter horses die aan PSSM lijden, kunnen aanvallen krijgen die gepaard gaan met zweten, spierstijfheid, moeite met bewegen en zeer donkere urine. Heb je een vermoeden dat je paard een aanval krijgt, dan stop je best meteen met wat je aan het doen bent en bel je de dierenarts. Zorg dat het dier geen toegang heeft tot krachtvoer, geef hem water en zet hem niet vast in een stal, maar zorg dat hij ook even in een kleine paddock kan wandelen.

Waarop moet je letten bij het kiezen van een quarter horse?

Zie je jezelf al helemaal galopperen door de bossen met jouw eigen quarter horse? Wij ook, maar voor het echt zo ver is, kan je best nog even deze checklist afvinken.
 

• Weet je zeker dat je een goede paardeneigenaar zal zijn? Bij het kopen van een paard, ga je een groot engagement aan. Zo zal je het iedere dag moeten verzorgen, maar ook alle benodigdheden (voeding, huisvesting, dierenarts …) zullen een aardig centje kosten. Bovendien kunnen paarden bijzonder oud worden. Kijk maar naar de quarter horse, die wordt gemakkelijk 25 jaar! Denk dus zeer goed na vooraleer je effectief beslist een paard in ‘huis’ te halen. Ieder paard verdient immers de beste zorgen en alle liefde van de wereld. Jij zal hoogstwaarschijnlijk langer deel uitmaken van zijn leven dan omgekeerd, dus zorg dat het de moeite waard is.

 

• Paarden zijn écht geen staldieren. Het liefst lopen ze de hele dag op een weide of in een paddock te grazen en te stoeien. In het beste geval kan jouw toekomstige quarter horse dan ook dag en nacht vrij rondlopen. Zet je hem liever ’s nachts toch even op stal, of staat je paard in een pension? Geen probleem, maar zorg er wél voor dat hij minstens enkele uren per dag even naar buiten kan.

 

• Quarter horses zijn te koop op verschillende plaatsen: bij particulieren, fokkers, gespecialiseerde zoekertjessites … Kies steeds voor een verkoper die de gezondheid van zijn dieren voorop plaatst én die de nodige DNA-tests kan voorleggen. Tip: ga tijdens je zoektocht zeker ook eens langs bij enkele opvangcentra in ons land. Wie weet vind je daar wel het paard van je dromen!

 

• Ben je van plan een paard te gaan bekijken, neem dan zeker een andere, ervaren paardeneigenaar met je mee. Met twee zie je namelijk meer dan alleen. Als je ook op je quarter horse wilt gaan rijden, kan je best even een proefritje maken. Zo weet je meteen hoe hij reageert op jouw hulpen. Ten slotte is het belangrijk na te gaan of het paard zowel klinisch als röntgenologisch gekeurd is. Zo niet, dan laat je dit best nog uitvoeren voor je effectief tot aankoop overgaat. 

 

• Samen met je nieuwe quarter horse, krijg je ook zijn officiële stamboom mee naar huis.

 
  

Nog meer compacte paardenrassen
 

• Appaloosa: appaloosa’s zijn eveneens afkomstig uit de Verenigde Staten, meer bepaald uit Noord-Amerika. Ze zijn makkelijk te herkennen aan hun gespikkelde vacht die in verschillende patronen voorkomt. 

 

• Haflinger: de quarter horse is niet al te groot, maar de haflinger is met zijn stokmaat tussen 1m38 en 1m55 nog een stukje kleiner. Deze prachtige, voskleurige paarden (of pony’s) met blonde manen zijn echte allrounders die in verschillende paardensporten thuis zijn. 

 

• Fjord: deze krachtpatser uit Noorwegen heeft een stoer uiterlijk met een peperkoeken hart. Net zoals de quarter horse, is hij dankzij zijn geduldige en coöperatieve karakter geschikt voor ruiters van verschillende niveaus.