Het Brabantse trekpaard, ook gekend onder de namen Belgisch trekpaard en Brabander, staat voor pure kracht. Door zijn robuuste postuur wordt hij vaak gezien als woesteling, maar dat kan niet verder van de waarheid liggen. Zijn zachtaardige en gehoorzame aard maken van hem een betrouwbare helper bij het zware werk tijdens het garnaalvissen, in de bosbouw of bij het ploegen van akkers. Het spreekwoord ‘werken als een paard’ werd ongetwijfeld bedacht uit respect voor het werk van deze grote nobele.
 
 
 

Oorsprong: waar komt de Brabander vandaan? 

Het Brabantse trekpaard is een oer-Belgisch ras. Er zijn geschriften uit de Romeinse bezetting die het ras al vernoemen. Tot de 16de eeuw werd dit forse paard voornamelijk ingezet voor oorlogsdoeleinden, ook al staat het niet gekend om zijn snelheid. Gedurende de decennia die volgden, werd het voor het zware werk ingezet bij de landbouw, in de bosbouw en in de mijnen. In de 17de eeuw werden Engelse shires geïmporteerd om het ras nog steviger te maken.
 
Midden 19de eeuw begon men het bewust te kweken door regionale trekpaarden te kruisen met elkaar en andere rassen uit te sluiten. Vlaams-Brabant, en in het bijzonder Vilvoorde, vormen de bakermat van het nu raszuivere paard. Er werd een stamboek opgericht genaamd ‘De Sociëteit van het Belgisch trekpaard’. Het ras werd geëxporteerd over heel Europa en zelfs naar het Amerikaanse vasteland. Door de Industriële Revolutie en de opkomst van tractoren en andere werktuigen tijdens de twee wereldoorlogen, was de brute kracht van de Brabander overbodig geworden. De internationale fok daalde drastisch, maar in België bleef het relevant. In de jaren ‘80 was er zelfs sprake van een heropleving. Zo beroepen de garnaalvissers in Oostduinkerke zich tot op heden nog graag op dit trekpaard. Met zijn enorme uithoudingsvermogen en gezapige manier van werken trotseert het nog dagelijks onze imposante Noordzee.
 
In 2018 kreeg het Brabantse trekpaard een officiële erkenning omdat het toegevoegd werd aan de korte lijst van Vlaams cultureel immaterieel erfgoed. Om gekwalificeerd te worden, moet het erfgoed voldoen aan drie voorwaarden:
 
  • Iets ontastbaars, zoals gebruiken en tradities
 
  • Voldoende belangrijk geacht volgens een gemeenschap (denk maar aan de visserij in Oostduinkerke en het standbeeld in Vilvoorde ter ere van het zuiver ras)
 
  • Borgende waarde (dat wil zeggen: het bewaren en doorgeven aan toekomstige generaties)

Zo staan de Belgische frietcultuur en het Brabants trekpaard op een zucht van elkaar verwijderd. Vandaag brengt het ras bij vele Belgen en trekpaardfanaten nog veel nostalgische gevoelens naar boven.
 
 

Hoe ziet een Brabants trekpaard eruit? 

Lichaamsbouw van het Belgisch trekpaard

De Brabander is een groot, stevig koudbloedpaard. De term ‘koudbloed’ slaat terug op het rustige karakter van het dier: een kalm temperament met af en toe een koppige uitspatting wanneer het niet eerlijk behandeld wordt. Biologisch gezien hebben alle paardenrassen natuurlijk dezelfde lichaamstemperatuur. 
 
De soort wordt wel gekenmerkt door een voortreffelijke spierontwikkeling en zware houding – fysieke eigenschappen die goed van pas komen voor hard werk in allerlei weersomstandigheden. De hoeven van het Brabantse trekpaard zijn robuust en zwaar.
 
Het hoofd is vrij klein in verhouding tot het lichaam en de nek is kort. Verder heeft het een typerende beharing: met een dubbele manenkam en lang ‘behang’ (beharing aan het onderbeen) is de Brabander onmiskenbaar. De lange staart werd vroeger gecoupeerd of afgeknot, als voorzorgsmaatregel bij de paarden die karren en werktuigen moesten voorttrekken in de landbouw. Omdat er bij het knotten enkele staartwervels werden verwijderd, groeide de staart niet meer terug. Vandaag is dit barbaarse gebruik gelukkig verboden.
 
 

Grootte en gewicht 

Op schoft- of schouderhoogte is het Belgisch trekpaard gemiddeld 1 meter 70 groot. Merries zijn gemiddeld zo’n tien centimeter kleiner. Geen uitzonderlijke grootte voor een paard, maar door zijn grote spiermassa lijkt het wel een reus. Het gewicht van een volwassen Brabander schommelt tussen de 800 kilogram en 1.100 kilogram. Stevig!
 
 

In welke kleuren komt het Belgisch trekpaard voor? 

De fundamentele haarkleuren zijn bruin, zwart, ‘zweetvos’ (een diep roodbruine kleur met witte manen en staart) en schimmel. De meest voorkomende kleur is echter roan: witte haren die verspreid over het lichaam afgewisseld worden met de basiskleur. Bij de overgang van winter naar zomer en vice versa wordt de vacht van een roan iets witter. Zijn zomervacht is dus lichter dan de wintervacht, maar donkerder dan de overgangskleuren.
Brabander trekt zwaar beladen kar voort
Een bruine Brabander met zwarte beharing trekt zware lading gemakkelijk voort

Huisvesting van het Brabants trekpaard

Het thuis van het Brabants trekpaard bestaat eerst en vooral uit een stal of schuilhok. Dit zorgt niet alleen voor bescherming tegen wind, regen en sneeuw, maar ook tegen de verschroeiende zomertemperaturen, het felle licht en de vele insecten die graag zwetende paarden irriteren. Een stal voor drie Brabantse trekpaarden is minimaal 16 vierkante meter groot met drie muren en één opening, die niet gericht is naar het westen. Een grotere stal mag altijd en zal het welzijn van het dier zeker ten goede komen. Ga wel steeds na vanaf welke grootte je een bouwvergunning nodig hebt en of de bodem van de vloer mag gebetonneerd worden. Bestrooi de grond met voldoende stro, vlaslemen of houtkrullen. Je kan tussenschotten aanbouwen zodat ieder paard zijn eigen plekje heeft. 
 
De stal staat op een paddock of - liever nog - een grote weide met voldoende ruimte om te grazen. Een trekpaard dat een groot deel van zijn voeding uit het grazen haalt, heeft minimaal één hectare wei nodig, verdeeld over kleinere percelen die in de zomer beurtelings begraasd worden. Met meerdere paarden moet de wei niet per se verdubbelen in grootte, maar er moet wel steeds voldoende ruimte zijn om te kunnen bewegen en zich eventueel af te zonderen van de groep. Controleer of de weide vrij is van giftige planten en bomen. Jacobskruiskruid en esdoorn lijken onschuldig, maar kunnen fatale gevolgen hebben voor paarden. Voorzie een groot waterreservoir dat dagelijks gevuld wordt en check regelmatig de omheining. Een Brabants trekpaard zal nooit doelbewust proberen te ontsnappen, maar als zijn aandacht wordt getrokken door iets buiten de wei, is een strak aangespannen elektrische omheining wel nodig.
  
Ben je een nieuwe, onervaren paardeneigenaar? Dan is het misschien handig om je paard onder te brengen in een pension. Kies, indien mogelijk, een plek waar de paarden in kuddeverband gehouden worden. Je betaalt maandelijks huur voor het gebruik van de infrastructuur. Bij vragen over de zorg kan je terecht bij het personeel en bij jouw afwezigheid is er steeds iemand die een oogje in het zeil kan houden. Van jouw kant wordt verwacht dat je duidelijke afspraken maakt over bezoekuren, communiceert wanneer en wie jouw paard zal voeden en de stal of paddock zal uitmesten. Paarden zijn kuddedieren en horen niet de hele dag op stal te staan. Het is dan weer een voordeel van een manege of pension dat hij veel kameraden in de buurt heeft om mee in de wei te paraderen. 
 
 

Voeding: wat eet een Brabants trekpaard? 

Het Belgisch trekpaard is een strikte vegetariër. Hij volgt een sober dieet dat voornamelijk uit kwaliteitsvol ruwvoer, zoals hooi en gras, bestaat. Het is vezelrijk, maar bevat weinig suikers zodat het paard niet te snel verdikt, ook al eet hij relatief weinig ten opzichte van soortgenoten. Een volwassen paard eet zo’n 9 tot 15 kilogram per dag aan ruwvoer. Het lichaam van de Brabander is ondertussen volledig aangepast aan de sobere levensstijl. Zo heeft zijn voeding een laag energiegehalte, wat zijn lome aard verklaard. Daarnaast vergt het kauwen van ruwvoer meer energie en neemt de speekselaanmaak toe, wat de maag op zijn beurt beschermt tegen maagzweren. Een wortel als beloning mag absoluut, maar let wel op: de Brabander is van nature gevoelig voor overgewicht.
Een kudde van Belgische trekpaarden
Overweeg steeds bij het aankopen van een paard of je het niet kan stallen bij een speelmaatje

Verzorging: hoeveel tijd heb je nodig om een Brabander te verzorgen? 

Bij het Belgisch trekpaard komt zijn mentale gezondheid op de eerste plaats. Paarden zijn enorm sociaal. Hou hen niet alleen, het is belangrijk dat ze op z’n minst met één soortgenoot contact hebben. Na zijn mentale check-up kan je als goed baasje aan de klusjes beginnen: de stal uitmesten, vers stro uitleggen, de wei mestvrij maken, het water verversen en de voederbak vullen. Onderschat deze taken niet, ze nemen meer tijd in beslag dan je zou denken. Zet het alvast in je agenda: een kort binnen-buiten-bezoek zal niet voldoende zijn. Geef hem iedere week een goede borstelbeurt, zowel zijn vacht als zijn manen, om klitten te voorkomen. Neem ook wekelijks een kijkje onderaan de hoeven en check of er geen steentjes vast zitten.
 
 

Eén, twee of veel Brabantse trekpaarden? 

Paarden zijn kuddedieren tot op het bot, en de Brabander is geen uitzondering. Wanneer je de optie én de luxe hebt om minstens twee paarden aan te kopen, dan zal het dier het enorm waarderen als zijn maatje mee gaat. Natuurlijk is een paard aankopen al een heuse opgave op zich. Lukt het niet om twee paarden te houden, zoek dan een weidemaatje om kosten en taken mee te delen of zet je paard in een pension met soortgenoten.
 
 

Gezondheid: welke ziektes en aandoeningen komen voor bij het Brabantse trekpaard? 

De Brabander is sterk met een algemeen goede gezondheid. Toch zijn er een aantal kwaaltjes die hij als paard of als Brabander met zich meedraagt. Gedraagt je huisdier zich anders of merk je fysieke belemmeringen op? Neem dan zonder twijfelen contact op met een veearts.
 
  • Atypische myopathie: een fatale spierziekte bij paardachtigen die veroorzaakt wordt door esdoornvergiftiging. Slechts één op vier van de slachtoffers overleeft de pijnlijke ziekte en kan zelfs volledig recupereren. Kijk dus goed uit of er esdoorns in de buurt van de weide staan, want zowel de bladeren als gehooide zaaiingen kunnen toxische stoffen overdragen.
 
  • Mok: Brabanders zijn gevoelig voor huidontstekingen aan de kootholten (dat is de holte tussen de hoef en de enkel). De ontstekingen verergeren vaak door het verharen van de onderbenen. Raadpleeg zeker de veearts, want het is moeilijk te genezen. Hervallen komt ook vaak voor.
 
  • Chronisch Progressief Lymfoedeem (CPL): door een tekort aan elastine stapelt er zich vocht op in het been. Het verdikte been zal in het begin plooien vertonen die zich verder kunnen ontwikkelen tot pijnlijke open wonden.
 
  • Overgewicht: door zijn ingetogen voorkomen wordt de Brabander te weinig intensief gebruikt. Hij gaat echter heel zuinig om met zijn energie waardoor overgewicht zich snel voordoet bij dit ras. 
Brabantse trekpaarden in de wei
Een gelukkig paard en tegelijkertijd de kosten drukken? Overweeg dan zeker een weidemaatje!

Waarop letten als je een Brabants trekpaard koopt? 

Wil je graag deze kalme reus ‘in huis nemen’? Top! Wij geven je enkele tips en aandachtspunten, zodat je een perfecte match vindt:
 
  • Het Belgisch trekpaard kan gemakkelijk 20 jaar oud worden, en ouder is zeker geen uitzondering. Het vraagt dus een langdurige inzet van jouw kant om het paard te verzorgen en liefde te geven. Denk dus goed na of jouw levensstijl dit toelaat – ook binnen 20 jaar. Eén ding is zeker: de Brabander zal je met zijn zachte aard weten te bekoren, maar zal diezelfde tederheid ook van zijn eigenaar verwachten.
 
  • Staat je keuze vast? Dan kan de zoektocht naar een geschikt paard beginnen. Het zal wat tijd vergen, zeker als onervaren paardeneigenaar. Vraag daarom een kennis met expertise of hij/zij je wilt helpen. Deze persoon heeft een goed oog in dit soort zaken en weet de juiste vragen te stellen. Je kan een fokker of stoeterij contacteren, maar ook particulieren verkopen regelmatig hun paarden door, wanneer hun situatie het onderhoud niet langer kan dekken.
 
  • Voor de aankoop vraag je de documenten van het klinische en röntgenologische onderzoek door de dierenarts. Heeft de eigenaar deze niet? Geen zorgen, je kan je paard nog steeds laten onderzoeken. Je mist bij aankoop dan wel inzicht in mogelijke onderliggende kwaaltjes.
 
 

Nog meer machtige paardenrassen:

 
  • Holsteiner: dit ras behoort ook tot een van de sportievelingen in de paardenklas, maar in tegenstelling tot de Brabander (de gewichtheffer) is de holsteiner het manusje-van-alles in de turnles: jumping, dressuur, eventing… je noemt het maar! Maar zoals bij ieder paardenras koop je ook dit sierlijk beest pas aan na een doordacht proces van wikken en wegen.
 
  • Appaloosa: bij een uniek uiterlijk hoort een minstens even unieke geest. De met-wit-gestippelde appaloosa’s hebben een veelzijdig karakter, wat hen net erg graag gezien maakt. Heb je al een of twee kleinere paardenrassen? Dan houdt deze spring in ‘t veld ze graag gezelschap!
 
  • Shire: van nature lijkt het veel op het Belgische trekpaard: een ingetogen temperament en een oprecht hart. Van uiterlijk verschillen ze dan weer sterk: geen sterk ontwikkelde spieren, maar pure elegantie. Vandaag wordt het vaak voor de kar gespannen, zoals in het middeleeuwse Brugge.
 
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen