De Duitse staande hond, nog steeds een populair ras tijdens de jacht, is tegenwoordig ook vaak de compagnon van de sportiefste baasjes onder ons. Zijn uiterlijke kenmerken staan in functie van zijn originele doel. Zijn stevige borstkas geeft hem een uitstekend uithoudingsvermogen en zijn explosieve snelheid heeft hij te danken aan zijn krachtige poten en ranke lichaamsbouw. Zijn vacht varieert volgens drie types: korthaar, draadhaar en langhaar. Over zijn karakter niets dan lof: betrouwbaar, intelligent, speels, zachtaardig (en zo blijft de lijst van positieve kenmerken wel even doorgaan). Met een goede opvoeding ontpopt de Duitse staande zich tot een échte speelvogel. Hou er wel rekening mee: deze hond heeft een actieve thuis nodig, zodat zijn energieke uitlaatklep af en toe opgeklapt kan worden.
 
 

Oorsprong – waar komt de Duitse staander vandaan?

De Duitse staande, ook wel Duitse pointer genoemd, werd voor het eerst gefokt in Duitsland aan het einde van de 19de eeuw. Het doel van de fok was om een jachthond te creëren die precieze bevelen kon opvolgen. De veruit belangrijkste eigenschap was het zogenaamde ‘voorstaan’. Dat wil zeggen dat de hond zijn prooi aanwijst alvorens hij erop af rent (vandaar de naam ‘pointer’). Verder moest hij zijn vangst kunnen apporteren en bijzonder goede neus hebben voor het nodige speurwerk. Een goed uithoudingsvermogen was essentieel tijdens de jacht: hij moest niet alleen veel rennen achter kleine prooidieren, zoals fazanten en konijnen, maar moest ook door weer en wind zijn job kunnen volhouden.
 
Het hondenras werd gecreëerd door verschillende rassen te kruisen. Tot op de dag van vandaag is het echter nog steeds niet duidelijk om welke rassen het juist gaat. Hij draagt zonder twijfel genen van vroege staande honden in zich, zoals de Weimaraner en de Spaanse pointer. Verder zou hij ook genen van de poedel, de Griffon korthals, de Poolse waterhond, Engelse foxhound in zich dragen. Er zijn vermoedens dat de bloedhond ook in het ras gemixt werd, al blijven dat wilde speculaties. Natuurlijk verschilt het ras lichtjes tussen korthaar, draadhaar en langhaar. Hierover meer bij het uiterlijk van de Duitse staande hond.
 
In de jaren ‘20 werd de Duitse staande hond voorgesteld aan Amerika. Het zou nog 40 jaar duren voordat de American Kennel Club het ras herkende. Hij is nooit echt kunnen doorbreken als gezinshond aan de overkant van Atlantische Oceaan, maar hij blijft des te meer enorm populair in zijn land van herkomst. 
 
 

Uiterlijk – hoe herken je een Duitse staande hond? 

De Duitse staander heeft het typerende karuur van een jachthond. Zo maken een spitse snuit, een slank, gespierd lichaam en sterke staart een snelle en behendige jager van hem. De hangende oren die tegen zijn hoofd aan liggen zorgen voor een sympathieke verschijning. Zijn uiterlijk lijkt wel een weerspiegeling van zijn karakter: gehoorzaam en vriendelijk.
 
Zijn vacht kan variëren van allerlei tinten bruin en zwart tot wit-met-bruin gevlekt en gespikkeld (schimmel). Welke kleuren precies toegelaten zijn, verschilt afhankelijk van het vachttype. Zijn kop en poten hebben voornamelijk één egale kleur. Duitse staande honden kunnen erg verschillend ogen afhankelijk van het type vacht. Er bestaan 3 types binnen dit ras: de korthaar, de draadhaar en de langhaar. 
 
 

De Duitse staande korthaar

Duitse staande kortharen hebben een glanzende vacht: egaal bruin of zwart, eventueel met vlekken. De witte vlekken (af en toe met een geelkleurige omlijning) variëren van kleine spotjes, ook wel schimmel genoemd, tot middelgrote aftekeningen op het lichaam en de poten. Door de dichtheid van de haren is zijn vacht waterafstotend. Daarom werd hij vroeger ingezet bij waterwerken en is hij vandaag nog steeds een echte waterrat.
 
 

De Duitse staande draadhaar

Een Duitse staander met draadhaar ziet er heel anders uit: zijn vacht is een beetje kroezig en ruwharig. Aan de onderbuik, oren, wenkbrauwen en snuit zijn de haren wat langer. Zo lijkt het alsof hij een baard en snor heeft. De toegelaten hoofdkleuren zijn hetzelfde, maar de draadhaar is altijd geschimmeld. Zijn onderbuik heeft vaak een witte vacht. 

  

De Duitse staande langhaar

De vacht van de langhaar is, zoals de naam doet vermoeden, lang (ongeveer 4 centimeter). Aan de oren, borst, buik en staart zijn de haren aanzienlijk langer. Hij lijkt wel manen te hebben, waardoor hij vaak als ‘adellijk’ omschreven wordt. Ook bij de Duitse staande langhaar blijft het schimmelpatroon duidelijk herkenbaar, al zijn ook volledig bruine en platenbonte honden toegestaan. In het zwart komt de langhaar dan weer niet voor. Zijn rui is heviger dan bij de draad- en korthaar. Deze periode komt tijdens de lente en herfst voor. Je groomt hem dan dagelijks met een zachte borstel.
 
 
Duitse staande langhaar wandelt langs het water
De vacht van de langhaar glanst wanneer ze goed verzorgd wordt
De Duitse staande draadhaar in profiel
De Duitse draadhaar lijkt een kroezelig baardje te hebben
 

Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de Duitse staande hond?

Een gezonde Duitse staande hond weegt 25 kilogram tot 30 kilogram. Reuen worden aan de schouders maximaal 70 centimeter groot, bij teven is de maximale grootte 66 centimeter. Op 6 maanden tijd ziet hij er al volwassen uit, maar het duurt enkele jaren voordat hij zijn puppy- en puberjaren ontgroeit.
 
 

Karakter en opvoeding – de Duitse staande hond is een intelligente hond

Een gehoorzame, actieve hond die graag initiatief neemt: dat is de Duitse staander. Concreet wil dat zeggen dat dit ras niet moeilijk op te leiden is, maar een consequentie in de opvoeding is wel nodig. Bij een hond die graag zijn plan trekt, is het belangrijk om te weten welk gedrag gewenst is. Dankzij zijn hoge intelligentie en leergierigheid is de opvoeding van de Duitse staander absoluut geen intensieve opdracht - hem voorzien in zijn dagelijkse bewegingsbehoefte is dat des te meer. Je zal al snel merken dat hij na een tijdje leert aanvoelen wat jij van hem verwacht. Spelletjes als pootje geven en apporteren zullen al na enkele weken al in zijn geheugen gegrift staan als zijn favoriete bezigheden.
 
Door zijn actieve aard is de Duitse staande hond een perfecte metgezel voor sportievelingen. Hij gaat graag mee joggen, loopt graag langs je fiets en ook zwemmen ziet hij helemaal zitten. Pootje baden met de familie? Graag dus! In zijn enthousiasme zou hij wel eens met jou op wandel kunnen gaan. Leer hem dus goed aangelijnd lopen, zodat hij je arm niet uit de kom rukt. Weet je niet hoe je eraan begint, dan zetten een paar lessen bij de hondenschool jou op weg. Het spreekt voor zich dat deze energiebom de ruimte nodig heeft om zich te kunnen uitleven. Een grote tuin, een carrière in een hondensport en veel wandelmogelijkheden in de buurt zijn essentieel voor zijn geluk.

 

De Duitse staande hond en de mens

Neem je een Duitse staander in huis, dan heb je een vriend voor het leven. Hondstrouw en enthousiast naar zijn familie toe. Hij is ook een ware kindervriend, tenminste wanneer ze samen opgroeien. Tegenover vreemden is hij vriendelijk, maar dit ras stelt zich wel waaks op tegenover mensen die ongevraagd zijn territorium betreden. Het is echter een echte familiehond die wegkwijnt als hij verbannen wordt naar de tuin als full-time erfbewaker. 

 

De Duitse staander en andere dieren

De Duitse staande is, net als zijn eigenaars, een hondenmens/-hond. Hij komt goed overeen met zijn eigen ras, maar ook met grotere en kleine rassen én zelfs met andere huisdieren maakt hij vrienden. Hij zal zelden agressief uit de hoek komen, al kunnen reuen zich onderling wel laten gelden. Hoewel hij een jachthond in hart en nieren is, kan de Duitse staander perfect leren samenleven met katten - dan maakt hij wel best als puppy reeds kennis met de eigenaardigheden van deze diersoort.
 
 
Duitse staande hond springt van strobaal
De Duitse staander in zijn element: springen, rennen, vallen en weer doorgaan
 

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een Duitse staande hond nodig? 

De actieve aard van de Duitse staande hond vereist een vitaminerijk dieet.. Tot 4 maanden eet hij 4 keer per dag, tot 6 maanden worden dat 3 maaltijden per dag en vanaf een half jaar krijgt hij 2 dagelijkse porties. De grootte van de porties baseer je op het gedrag. Zo mag de kom van een hond die een hele dag heeft zitten ravotten wat meer gevuld zijn. Let wel dat je hem niet meteen na het eten laat spelen. Duitse staanders hebben vaak last van een opgeblazen gevoel. Een uurtje wachten wordt dus sterk aangeraden.
 
De Duitse staander is gemakkelijk te verzorgen en snel tevreden. Als het op de vacht aankomt, heeft de langhaar meer borstelsessies nodig dan de korthaar. Zijn wilde haren zouden klitten kunnen vormen. De langhaar mag heel af en toe wel eens gewassen worden (tweejaarlijks), bij de korthaar is dat niet nodig. Eens afspoelen met water is voldoende, want zeep zou zijn vetlaag kunnen aantasten.  Tijdens de rui van enkele draadharen en de langhaar moeten de honden geplukt worden. Zelf proberen mag, maar als je nieuw bent met het ras of algemene hondenverzorging dan is een bezoekje bij de trimmer aangeraden. Dat wil zeggen dat je Controleer daarnaast geregeld de onderkant van zijn poten. Zorg dat ze proper zijn en dat er zich geen wondjes vormen. Zijn nagels mogen regelmatig geknipt worden als ze vanzelf onvoldoende afslijten.
 
Verder is beweging een belangrijke factor in het welzijn van deze jachthond. Te weinig beweging maakt de Duitse staander rusteloos. Plan voor en na het werken ook minstens een uur in met je hond. Dat wil niet zeggen perse zeggen dat jij zelf mee moet rennen. Spelen met een oude voetbal of apporteren zijn leuke alternatieven. Het moet ook niet altijd harde actie zijn: van een lange snuffelsessie, wat hersenwerk of het aanleren van nieuwe trucjes wordt je hond mentaal moe. 
 
 
 

Gezondheid en levensverwachting 

De gemiddelde Duitse staande hond wordt zo’n 10 à 12 jaar oud, al is ouder zeker geen uitzondering. De levensverwachting van jouw huisdier zal al flink toenemen wanneer je de bovenstaande verzorgings- en opvoedingstips volgt. Toch kan het zijn dat je viervoeter krijgt te maken met kwaaltjes en rasspecifieke ziektes. Over het algemeen heeft de Duitse staande een goede gezondheid, maar wees steeds aandachtig en neem op tijd contact op met de dierenarts.
  
  • Heupdysplasie: de Duitse staande hond heeft al vanaf een jonge leeftijd een hoog risico op deze gewrichtsaandoening. Het is een aandoening waarbij het dijbeen niet goed past op de heup. Operaties en medicatie kunnen duur oplopen. Vraag daarom steeds aan de fokker of de ouderdieren getest zijn, geef je pup geen té energieke voeding om groeispurten te voorkomen en beperk de duur van activiteiten het eerste levensjaar.
 
  • Andere gewrichtsaandoeningen: elleboogdysplasie komen vaak voor bij grote hondenrassen. Bij osteochrondrose dissecans komen kleine stukjes kraakbeen los van het gewricht. De hond loopt ‘startkreupel’, dat wil zeggen dat hij bij het aanlopen zal manken en meer zal hijgen.
 
  • Maagtorsie: een aandoening waarbij de maag zich omkeert en de uiteinden van de maag worden geblokkeerd. Een maagkanteling kan fataal zijn en een operatie is vele gevallen nodig. Merk je dat je hond moeilijk ademt, braakneigingen heeft (zonder dat er iets uitkomt) en en zijn buik opgezwollen is? Ga dan zo snel mogelijk naar de dierenarts.
 
  • Oogaandoeningen: met het ouder worden raakt de ooglens beschadigd, waardoor het zicht langzaamaan verslechtert en de ogen een grijskleurige, glazige schijn krijgen.
 
  • Ziekte van Von Willebrand: een erfelijke ziekte die het stollen van het bloed vermindert.
 
  • Epilepsie
   

 

Duitse staande pups
Gedraagt je hond zich wat anders? Pik tijdig de symptomen op en neem gerust contact op met je lokale dierenarts


Waarop moet je letten bij het kiezen van een Duitse staande pup?

Een Duitse staande hondenfokker vinden is niet moeilijk, want het ras is nog steeds een graag geziene jacht- en gezinshond in België en Duitsland. Ga echter niet in op de eerste, de beste advertentie of website die je tegenkomt, zodat het niet om een broodfokker gaat. Op de Belgische Duitse staande hondenvereniging vind je een lijst van stamboomfokkers. Het is een goede plaats om je zoektocht naar een pup te starten, want de fokkers zijn verplicht om de nodige gezondheidstesten uit te voeren op het gebruikte kweekmateriaal. Eens je een afspraak hebt gemaakt, blijf je nog steeds op je hoede. Kijk goed rond ter plaatse: is de puppyren proper en staat die in de woonkamer zodat de jonge staanders kunnen kennismaken met het gezinsleven? Glanst de vacht? Hoe zit het met de ouderdieren, zien zij er gezond en sterk uit? Is er maar één nest (want meer dan twee nesten zijn een gekende indicator van broodfokkerij)? Simpele vragen die jou wel een goed inzicht geven in het welzijn van jouw toekomstig huisdier.
 
Wanneer je een pup aankoopt, zorg je ervoor dat ze de eerste tijd dezelfde voeding krijgen als bij de fokker. Vraag dit dus steeds na. Het is ook een goed idee om zelf een lijstje met vragen mee te nemen naar de fokker van jouw toekomstige hond. Zoek je een gezinshond, dan heeft het geen zin om met een jachthond uit presterende ouders thuis te komen. Hoe goed je het ook bedoelt, deze dieren kwijnen weg als ze niet ‘aan het werk’ kunnen voor hun baas. 
 
In asielen zitten veel honden te wachten op een warme thuis. Ben jij op zoek naar wat (extra) gezelschap in huis? Ga dan zeker eens langs bij een asiel in jouw buurt. Hun karakter is bekend bij het personeel, zo kunnen ze helpen bij het zoeken naar een perfecte match.
 
  

Nog meer jachthonden in onze huiskamers:

  • Teckel: het lijkt wel ondenkbaar dat dit schattig hondje ooit werd meegenomen op jacht. Nu is hij het speelmaatje bij uitstek voor jonge gezinnen!
 
  • Golden retriever: de populairste en zachtaardigste van alle hondenrassen was vroeger de speurneus op de jachtpartij. Hij is slim, speels en blaft nauwelijks: een gezinshond tot op het bot.
 
  • Shiba: er wordt wel eens gezegd dat dit Japanse ras iets wegheeft van een fluffy vosje, maar zijn roots liggen wel degelijk bij de wolf. De shiba heeft een sterk eigen willetje, maar wist toch onze harten te veroveren. Wat veel mensen in onze contreien niet weten, is dat hij een verleden als jachthond heeft. 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen