De Manx dankt haar naam aan het Britse eiland Man. Bij katten die op dit eiland leefden, is een natuurlijke mutatie ontstaan waardoor zij plots geen of een erg korte staart kregen. Dit korte stompstaartje maakt de Manx makkelijk te herkennen, helaas gaat dit unieke kenmerk ook gepaard met heel wat ernstige gezondheidsproblemen. Bij het fokken van Manx-katten worden regelmatig kittens doodgeboren omwille van deze erfelijke aandoeningen, waardoor je je oprecht mag afvragen of het wel ethisch verantwoord is om met deze katten verder te fokken (zie verder). Toch is het een populaire kat omdat ze zo'n rustig karakter heeft en prima opschiet met kinderen, honden, andere huisdieren, bezoek … Na het lezen van dit artikel weet je alles over dit staartloze kattenras. 

Oorsprong – waar komt de Manx vandaan?

De Manx is afkomstig van het Britse eiland Man, een eiland gelegen in de Ierse zee, waar ze al enkele eeuwen leeft. Haar naam betekent letterlijk ‘van Man’. Op het eiland vervult zij twee rollen: enerzijds is ze een huisdier, anderzijds een fantastische muizenvanger. Bijzonder is dat het kattenras hier ontstaan is zonder enige inbreng van de mens. Daarom bestaat het vermoeden dat de typische korte staart een spontane mutatie is. Omdat de (overlevende) dieren initieel geen last ondervonden van deze mutatie, konden zij zich zonder problemen voortplanten en werd deze uiterlijke eigenschap snel verspreid over alle katten op het eiland.
 
 

Uiterlijk – hoe herken je een Manx? 

Het belangrijkste uiterlijke kenmerk van de Manx is dus haar staart, die telkens volledig of gedeeltelijk afwezig is. Aan de oorzaak daarvan ligt een gen, dat het Manx taillessness gene genoemd wordt. Kittens die zowel van hun moeder als van hun vader het gen overerven, en dus homozygoot zijn, sterven al in de baarmoeder aan een misvorming van de ruggengraat. Dat gen is autosomaal-dominant, waardoor de genen van de ouders bepalen hoe de staart van hun kittens eruit zal zien. De lengte kan variëren van helemaal geen staart tot een bijna volledige staart. Ook binnen één nestje kittens kunnen er grote verschillen zijn in de lengte van de staart. Bovendien kan je op voorhand nooit raden hoe de staart van de kittens van een bepaalde combinatie ouderdieren er zal uitzien.

De verschillende staartlengtes hebben ook telkens een naam gekregen:
 
  • Rumpy: de Manx heeft helemaal geen staart, wel zit er een 'putje' op het einde van de rug, een erg milde vorm van een 'open rug'.
     
  • Rumpy-riser: de Manx heeft een tot drie heiligbeenwervels die duidelijk voelbaar zijn.
     
  • Stumpy: de Manx heeft een kort stompstaartje.
     
  • Longy: de Manx heeft een korte, incomplete staart.
     
  • Tailed: de Manx heeft een volledige staart. 
 
Katten gebruiken hun staart vooral om hun evenwicht te houden bij het springen. Daarom zou je denken dat de Manx hier problemen mee heeft, maar dat is absoluut niet het geval. Deze katten kunnen net zo goed als andere katten hun evenwicht behouden. Wel heeft de Manx een aparte manier van lopen ontwikkeld, het is eerder een soort hoppen, wat er in vergelijking met normale katten wat ongemakkelijk (en zelfs pijnlijk) uitziet omwille van haar ingekorte rug. 

De lichaamsbouw van de Manx lijkt sterk op die van de meeste West-Europese huiskatten. Zij heeft een stevig en gespierd lichaam, met een erg ronde vorm. De dikke vacht van de Manx komt voor in allerlei kleuren en patronen, en er bestaat een kortharige en een langharige versie. De langharige Manx werd vroeger ook wel eens als een afzonderlijk ras, genaamd de Cymric, gezien. Die naam is een afgeleide van het Welshe woord Cymru, wat niets meer betekent dan ‘Wales’. Dit doet vermoeden dat de langharige Manx afkomstig is uit Wales, maar dat is eigenlijk helemaal niet het geval. Tegenwoordig wordt de benaming Cymric niet meer gebruikt voor de langharige variant, waardoor beiden beschouwd worden als Manx.

Ten slotte is de Manx te herkennen aan haar grote, ronde kop met iets kleinere oogjes. Deze ogen komen voor in allerlei verschillende kleuren: amber, koper, groen, hazelnoot, oranje tot geel.
Langharige Manx
Dit is een langharige Manx of 'Cymric'

Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de Manx?

Zowel de katers als de poezen van het Manx-ras bereiken een gemiddeld gewicht van 3 tot 5 kilogram.
Manx
De vacht van de Manx komt voor in verschillende kleurencombinaties en patronen

Karakter en opvoeding – de Manx is een harmonieus dier

De Manx is een erg rustige kat die perfect om kan met andere huisdieren of kinderen. Ook met bezoek heeft zij geen enkel probleem. Binnen het gezin zal ze vaak één persoon kiezen waar ze zich het meest aan hecht. Dat betekent echter niet dat de Manx geen goede band opbouwt met de andere leden van het gezin. Met haar ‘speciale’ eigenaar zal de kat zelfs buiten rondwandelen, met een leiband en een tuigje, zoals een hond doet. De Manx is dus een erg sociale kat, die graag veel aandacht krijgt van haar baasjes.

Daarnaast is de Manx ook een erg intelligente kat, waardoor je haar allerlei trucjes kan aanleren die je een hond ook zou aanleren. Zo kan ze bijvoorbeeld apporteren! Gebruik hiervoor geen grote tennisbal, maar kies eerder voor kleine propjes papier. Zij heeft ook erg veel energie, waardoor ze makkelijk uren kan rondrennen.
Manx met een speeltje
Leer je Manx apporteren met kleine speeltjes of propjes papier

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een Manx nodig? 

Zowel bij de kortharige als bij de langharige Manx is de vachtverzorging erg belangrijk. Beide soorten hebben namelijk een dubbele vacht, wat hen erg dik behaard maakt. Een regelmatige borstelbeurt is dus noodzakelijk om losse haren te verwijderen en klitten te vermijden.

Het is ook belangrijk om op het gewicht van je Manx te letten, want dit kattenras heeft erg snel last van overgewicht. Ga dus zeker op zoek naar een goed uitgebalanceerde voeding, zodat haar gewicht op peil blijft. Soms lijkt de maag van de Manx wel een bodemloze put. Die onstilbare eetlust is uiteraard niet bevorderlijk voor haar gewicht. Daarom is het aan jou als baasje om ervoor te zorgen dat je Manx gezond blijft.
 
 

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de Manx vatbaar?

De staartloosheid van de Manx zorgt helaas voor enkele ernstige aandoeningen van de rug. Wanneer twee staartloze katten met elkaar gekruist worden, ontstaat er soms zelfs een dodelijke genencombinatie die kittens dood geboren laat worden omwille van een open ruggetje. Het fokken met deze dieren is dan ook een bijzonder delicate aangelegenheid en de vraag moet gesteld worden of het wel ethisch verantwoord is om bewust dieren in stand te houden met een ernstige beperking. Manx katten met een korte of geen staart, hebben (of krijgen) vaak ook last van de volgende problemen:
 
  • Pijn aan de onderrug
  • Verlamming van de achterste poten
  • Urine-incontinentie
  • Ontlasting niet kunnen ophouden of obstipatie door de verwijde einddarm
 
Naast deze kwaaltjes die gelinkt zijn aan de staartloosheid, zijn er nog enkele typische kwaaltjes waar de Manx gevoelig voor is:
 
  • FIP of Feline Infectieuze Peritonitis: een besmettelijke buikvliesontsteking, die zorgt voor vochtvorming in de buik- en borstholte van de kat
  • Blaasgruis, wat vaak een blaasontsteking of plasproblemen als gevolg heeft

De Manx bereikt een gemiddelde leeftijd tussen 9 en 13 jaar – op voorwaarde dat zij haar kittentijd in de baarmoeder overleefd heeft.

 
 
Waarop moet je letten bij het kiezen van een Manx?

Wie bovenstaande gezondheidsproblemen ter harte neemt, weet dat het extreem belangrijk is om bij een fokker terecht te komen die zich inzet voor gezondheid boven uiterlijk. Helaas moeten showwaardige katten nog steeds geen teken van staart vertonen, waardoor het verleidelijk blijft om ongezonde combinaties met elkaar te laten paren. Vraag goed na op welke manier de fokker zijn ouderdieren uitkiest en hoe hij voorkomt dat er dieren doodgeboren worden. 
 
  • Wanneer je de fokker voor het eerst bezoekt, zijn er enkele zaken waar je op moet letten. Kijk eerst eens naar de omstandigheden waarin de dieren leven. Zijn de eet- en drinkbakjes proper en gevuld? Ziet de ren of het hok er schoon uit? Hebben de kittens voldoende ruimte om rond te lopen? Is de moeder aanwezig? Als de omstandigheden van de dieren er goed uitzien, is dat een indicatie dat je met een degelijke fokker te maken hebt. Zijn de omstandigheden daarentegen erg slecht, koop dan zeker geen kitten uit medelijden of omdat je haar wil redden uit deze slechte situatie. Door een broodfokker te ‘sponsoren’, zorg je er namelijk enkel voor dat deze droevige praktijken in stand gehouden worden.
     
  • Kijk zeker ook naar de gezondheid van de ouderdieren en de kittens. Zien de oogjes, het mondje en de oren er goed uit? Hebben ze allemaal een gezond gewicht? Hebben ze een mooie vacht zonder huidproblemen?
     
  • Ten slotte observeer je het gedrag van de dieren. Zijn de ouderdieren sociaal? En hoe zit het met de kittens? Schrikken zij wanneer jij tegen hen praat en zijn ze schuw of komen ze meteen naar je toe om je te begroeten? Een goede fokker houdt zich van jongs af aan bezig met de socialisatie van zijn kittens, zodat zij openbloeien tot sociale katten. Daarom heeft hij ook maximaal slechts twee nestjes tegelijkertijd. Er kruipt namelijk veel tijd in deze socialisatie!
     
  • Omdat de Manx gevoelig is voor verschillende genetische aandoeningen, is het belangrijk om de officiële testresultaten van deze ziektes van de ouderdieren op te vragen. Om te weten of je met een echte Manx te maken hebt, is de officiële stamboom ook een belangrijk document. Sommige fokkers kruisen hun Manxen met Europese kortharen om gezondheidsproblemen te voorkomen. Ook al heb je dan officieel geen echte raskat, is dit een trend die we moeten aanmoedigen! 
     
  • Als je een kitten koopt, moet ze ingeënt, gechipt en gesteriliseerd of gecastreerd zijn. Ook krijg je bij aankoop het vaccinatieboekje mee.

Denk er ook eens over na om een bezoekje te brengen aan een asiel. Daar zitten veel katten die wachten op een tweede kans en jij kan één van hen een gouden mandje geven. De katten zullen je dankbaar zijn, en die dankbaarheid zal jij ook voelen! Daarnaast help je er ook jezelf mee. Een wat ouder asieldier hoef je immers niet zelf op te voeden of zindelijk te maken, waardoor je meer tijd kan besteden aan het spelen en vertroetelen van je kat. Bovendien kennen de medewerkers van het asiel het karakter van de katten door en door, zodat je de perfecte match kan vinden en niet voor verrassingen komt te staan. 
 
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen