Beestig

Oorsprong – waar komt de Tibetaanse terriër vandaan?

Net zoals zijn kleinere neefje, de Lhasa apso, komt dit vrolijke hondenras oorspronkelijk uit Tibet. Zijn naam was daar ‘Tsang apso’, waarbij Tsang net zoals Lhasa verwijst naar een stad in Tibet. Het woord ‘apso’ verwijst dan weer naar de typische vacht van deze honden: dik en warrig, zodat de hond kan overleven in de koude temperaturen van de Tibetaanse bergen. 

Oorspronkelijk leefden de honden zo’n 2000 jaar geleden als waakhond en geluksbrengers bij de boeddhisten in de Himalaya. Daarom worden ze tot vandaag nog steeds gezien als heilige honden. Daarna werden ze gehouden door nomadische herders als herdershond. Omdat de Tibetaanse terriër gezien werd als gelukshond werd hij vaak gekocht als cadeau voor vrienden.  In 1920 kreeg een Britse dokter, Agnes Greig, een puppy waarmee ze zelf begon te fokken. 

In West-Europa kreeg het ras de naam Tibetaanse terriër, ondanks het gebrek aan typische terriërkenmerken. (Een terriër is een doortastende jachthond gespecialiseerd in het zelfstandig vangen van klein roofwild en ongedierte). Men vermoedt dus dat hij enkel de benaming ‘terriër’ kreeg omwille van zijn grootte. 
 

Uiterlijk – hoe herken je een Tibetaanse terriër? 

De Tibetaanse terriër is een stevige, middelgrote hond met een lange, soms ietwat warrige vacht. Die vacht bestaat uit een bovenvacht en een ondervacht. De ondervacht is erg wollig en zorgt ervoor dat de hond kan overleven in de koudste temperaturen. De bovenvacht is eerder fijn en kan verschillende texturen hebben, zoals glad of eerder golvend. Tibetanen hebben zo’n overvloedige vacht, dat je hun gezichtsuitdrukking nauwelijks kan zien. Het ras komt voor in alle kleuren behalve chocoladebruin en lever. 
 

Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de Tibetaanse terriër?

Omdat de Tibetaanse terriër is een middelgroot hondenras is, ongeveer zo groot als een Engelse cocker spaniël. Concreet betekent dat: een schofthoogte tussen 35 en 40 centimeter en een gewicht van 9 tot 12 kilo. 
 

Karakter en opvoeding – de Tibetaanse terriër is een evenwichtige hond

De Tibetaanse terriër is een echte gezinshond. Hij houdt ervan om aandacht te krijgen en bij het gezin te zijn - aan lang alleen thuis blijven heeft hij een broertje dood. Wordt hij van jongs af goed gesocialiseerd, dan leeft hij vredevol samen met kinderen, andere honden en ook katten. Naar vreemden toe zal de Tibetaanse terriër in eerste instantie de kat uit de boom kijken en wanneer er onaangekondigd bezoek voor de deur staat, staat hij z’n mannetje als waakhond. Maar wanneer het bezoek door de baas als ‘veilig’ bestempeld wordt, legt hij zijn wakersrol opzij en bejegent hij de vreemdelingen vriendelijk. 

Tibetaanse terriërs houden ervan om avonturen te beleven met hun baasjes en actie te ondernemen. Je maakt hen dolgelukkig met lange wandelingen, apporteerspelletjes of het uitoefenen van een hondensport. Dit hondenras heeft veel energie, maar het is niet zo dat het ‘niet moe te krijgen is’. Geef je de hond voldoende te doen tijdens jullie uurtjes samen, dan is het thuis een rustige gezinshond. 

Wat je misschien kan afschrikken, is de neiging van de Tibetaan om bij het minste onraad zijn stem te laten oren. Dat zit in zijn aard als waakhond. Wil je niet bij het minste op een blafconcert getrakteerd worden, dan zal je daar van jongs af aan moeten werken. Vraag bijvoorbeeld hulp tijdens een puppycursus of op de hondenschool! Denk bij het zoeken naar een hondenschool ook aan de aard van de Tibetaanse terriër: een harde hand werkt bij dit ras averechts. Concentreer je je op het belonen van gewenst gedrag, dan leert dit hondenras hypersnel. 
 

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een Tibetaanse terriër nodig? 

Een belangrijk onderdeel in je leven als het baasje van een Tibetaanse terriër is het borstelen van de lange vacht van je hond. Je kan ervoor kiezen om het haar kort te laten trimmen, of het zijn gang te laten gaan en wat langer te laten groeien. In het tweede geval loop je al sneller het risico dat er klitten ontstaan, die vaak moeilijk zijn om uit te borstelen… Een dagelijkse borstelbeurt is een noodzaak op de vacht van je Tibetaan in goede staat te houden. Daarnaast moet hij regelmatig naar de trimmer, of je nu kiest voor een korte of lange coupe. 

Uiteraard is het ook belangrijk om te kiezen voor een gebalanceerde voeding, zodat je Tibetaanse terriër geen overgewicht ontwikkelt. Merk je op dat het buikje van je hond toch net wat te rond wordt? Dan dien je te focussen op twee dingen: meer beweging en minder voeding! Heb je daar hulp bij nodig? Vraag dan raad aan je dierenarts of bij een voedingsdeskundige. 
 

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de Tibetaanse terriër vatbaar?

Over het algemeen is de Tibetaanse terriër een vrij gezond hondenras. Alleen de knieën zijn een zwak punt van het ras: er is sprake van het vaker dan gemiddeld voorkomen van patella luxatie of een loszittende knieschijf. Ook de aandoening primaire lens luxatie, een oogaandoening die tot blindheid kan leiden, wordt gerapporteerd bij de Tibetaan. Gelukkig bestaat daarvoor een DNA-test, zodat fokkers hun ouderdieren zorgvuldig kunnen uitkiezen en dragers van het recessieve gen niet met elkaar gecombineerd worden.
 

Waarop moet je letten bij het kiezen van een Tibetaanse terriër puppy?

Is de Tibetaanse terriër helemaal wat je zoekt en schrikt de intensieve vachtverzorging je niet af? Dan helpen we je graag om enkele dingen op een rijtje te zetten bij een zoektocht naar een gezonde en goed gesocialiseerde pup. Dat kan soms aanvoelen als het zoeken naar een speld in een hooiberg, toch loont het de moeite om je tijd te nemen om een geschikte hond te vinden. Jullie moeten immers nog jarenlang met elkaar opschieten!  

Het is belangrijk om heel kritisch te werk te gaan wanneer je een fokker bezoekt. Koop je bij een zogenaamde broodfokker, dan doneer je letterlijk geld aan deze wanpraktijken. Waarop moet je dan letten om een goede van een slechte fokker te onderscheiden? Let op deze zaken: maak kennis met de moederhond (en loop hard weg als je die niet mag zien). Check of de hondjes in huis opgroeien en niet in een hok achterin. Zie je meer dan twee rassen of meer dan twee nestjes tegelijk? Dan wordt er gefokt uit winstbejag en wordt er onvoldoende tijd besteed aan een goede socialisatie. Vraag of je de DNA-testresultaten van de ouders mag inkijken. Let ook op de gezondheid van de pups: zijn ze levendig en nieuwsgierig? 

Als je overgaat tot aankoop, dan krijg je alle belangrijke documenten zoals de stamboom en het identiteitsboekje mee naar huis. Bovendien is de hond gechipt, gevaccineerd, geregistreerd en ontwormd. 

Overweeg je ook even om een bezoekje te brengen aan het lokale asiel of een herplaatsingsorganisatie? Daar zitten vaak erg veel honden te wachten op een tweede kans, nadat ze er beland zijn door een droevige gebeurtenis zoals een overlijden of een veranderde gezinssituatie. Bovendien zal je merken dat er enorm veel voordelen verbonden zijn aan het redden van een asieldier, waarvan de oeverloze dankbaarheid maar een klein onderdeel uitmaakt. Het allergrootste voordeel van een asieldier? Omdat het volledige karakter pas op latere leeftijd bekend is, kan je een hond zoeken die perfect bij jouw gezin past.  
 

Nog meer Tibetaanse hondenrassen 

• Lhasa apso: dit kleine hondenras heeft dezelfde vacht als de Tibetaanse terriër: een streng schema voor wie welke dag een borstelbeurt geeft is dus absoluut noodzakelijk! De Lhasa is een formaatje kleiner, maar heeft voor de rest veel weg van het ras dat hierboven besproken wordt.. 
• Shih-tzu: ook de shih-tzu heeft een enorm lange en weelderige haardos, die vaak bovenop zijn kop in een staartje wordt vastgemaakt. Het is de ideale gezinshond voor gezinnen met kinderen, omdat het echte allemansvrienden zijn. 
• Tibetaanse spaniël: dit zeldzame hondenras staat bekend om zijn vrolijke en energieke aard. Ook de Tibetaanse spaniël is een echte gezinshond, maar zijn looks verschillen danig van die van de terriër uit hetzelfde land.