Oorsprong – waar komt de ragdoll vandaan?
De geschiedenis van de ragdoll gaat terug tot in de jaren '60. De buurvrouw van de Amerikaanse Ann Baker had regelmatig een nestje kittens van een witte kat. Al die kittens waren erg wild en speels. Op een dag raakte de kat gewond bij een auto-ongeval, dat ze gelukkig overleefde. Een korte tijd na het ongeluk kreeg zij opnieuw een nestje kittens. Deze kittens waren niet langer wild, maar erg speels, aanhankelijk en sociaal. Ook het uiterlijk van de kittens was anders: ze hadden een typische lange, zachte vacht en blauwe ogen. Die opvallende veranderingen waren waarschijnlijk niet veroorzaakt door het ongeluk, al geloofden Ann en haar buurvrouw dat wel. Een logischer verklaring is dat de kittens een andere vader hadden dan bij de vorige nestjes. Ann Baker besloot enkele kittens te kopen van haar buurvrouw en ermee verder te fokken omwille van hun leuke karakter en imposante uiterlijk. Zo is de ragdoll ontstaan!
De betekenis van het woord 'ragdoll' is makkelijk te verklaren door haar Engelse vertaling 'lappenpop'. Die naam werd gekozen door Ann Baker omdat de katten zo sociaal waren dat ze gewoon helemaal ontspannen in je armen of op je schoot kwamen liggen. Als je ze optilde, lieten ze zich losjes in je armen hangen.
Uiterlijk – hoe herken je een ragdoll?
De ragdoll heeft op de kop al enkele opvallende kenmerken. Ze heeft zeer brede wangen en kortbehaarde oren met afgeronde toppen. Eén van hun opvallendste uiterlijke kenmerken is dat ragdolls meestal felblauwe ogen hebben. Hoe intenser blauw, hoe geliefder bij de mensen. Andere mogelijke oogkleuren zijn groen, geel, oranje, goud en aqua. Soms worden er ook odd-eyed ragdolls geboren. Dat betekent dat hun twee ogen een andere kleur hebben. Het lichaam van de ragdoll is erg breed. Laat je niet misleiden, je ragdoll ziet er waarschijnlijk breder uit dan zij werkelijk is door haar donzige vacht! De ragdoll heeft veel spieren, zowel in haar romp als in haar poten. De meeste ragdolls hebben ook de typische haarpluimpjes tussen de tenen.
Over de vacht van een ragdoll
De zijdezachte vacht van de ragdoll is halflang tot lang en zijdezach. Ondanks de lengte en de pluizigheid van de vacht, heeft de ragdoll gemiddeld gezien minder last van klitten dan andere langharige kattenrassen. Toch moet je als eigenaar van een ragdoll bereid zijn om dagelijks wat tijd te steken in de vachtverzorging (zie verder).
De vacht van een ragdoll heeft altijd een 'point-kleur', dat wil zeggen dat oren, poten, staart en gezicht één van de volgende kleuren hebben: rood, chocolade, blauw, lilac, cream en seal, terwijl het lichaam een crèmekleur heeft. Als een ragdoll kitten geboren wordt, is de vacht volledig wit. De vacht krijgt haar kleur in de eerste vier levensjaren van de ragdoll!
Bij ragdolls zijn er ook verschillende soorten patronen op de vacht, namelijk:
- Colourpoint: dit is het basispatroon waarbij de oren, poten, staart en het gezichtje van de ragdoll een andere kleur hebben dan het lichaam. Meestal heeft het lichaam een crème-achtige kleur. Je kan geen enkel wit haartje bespeuren in haar dikke, zijdezachte vacht!
- Mitted: de naam van dit patroon is te verklaren door het Engelse woord voor “handschoen”. Bij een mitted ragdoll zijn net als bij de colourpoint ragdoll de oren, poten, staart en het gezichtje gekleurd. Daarnaast heeft zij lage witte sokjes aan de voorpoten en hogere sokjes aan haar achterpoten. Dit type ragdoll heeft ook een buikstreep: een witte streep van haar kin tot aan haar staart.
- Bi-colour: het gezichtje, de oren en de staart van de ragdoll is gekleurd. De kin, buik, poten en de borst van de ragdoll zijn dan weer wel wit.
- Sepia: wat de vacht betreft, lijkt de sepia ragdoll heel hard op de coloupoint ragdoll. Zij hebben dezelfde donkere gebieden, namelijk de staart, de poten en het gezichtje en de vacht heeft eenzelfde crèmekleur. Het grootste verschil tussen de twee types is de kleur van de ogen. Bij colourpoint ragdolls is die altijd blauw, maar bij sepia ragdolls hebben de ogen meestal een gele kleur!
- Mink: ook hier zijn de kop, poten en de staart gekleurd, waardoor ze doen denken aan de colourpoint ragdolls. Het grootste verschil tussen de twee patronen is dat de mink ragdolls geen crèmekleurige vacht hebben, maar wel een donkerdere kleur.
- Solid of self-colored: bij dit type ragdoll is de hele vacht één kleur. Er zijn geen donkere gebieden. De kleur van de ogen is meestal groen.
Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de ragdoll?
Ragdolls zijn zeer grote katten. Ze hebben een lang, stevig lichaam en een erg lange, dikke staart. Wist je al dat ragdolls één van de grootste kattenrassen ter wereld zijn? Het record van de grootste kat staat op dit moment op de naam van een Maine Coon. Het gemiddelde gewicht hangt af van het geslacht van je ragdoll. Volwassen poezen wegen ongeveer 6 kilogram, terwijl volwassen katers nog net iets meer wegen, namelijk 9 kilogram.
De ragdoll is één van de grootste kattenrassen ter wereld
Karakter en opvoeding – de ragdoll is een nieuwsgierige, maar rustige speelvogel
Ragdolls zijn zeer rustige en vriendelijke katten. Ze zijn heel sociaal en aanhankelijk aan hun baasjes. Ondanks hun liefde voor het baasje, verkiezen ze een plekje naast hem in de zetel in plaats van op de schoot. Achter het rustige karakter van een ragdoll zit ook een nieuwsgierig, speels karakter verborgen. Die speelsheid verliezen ze niet als ze ouder worden. Om ervoor te zorgen dat je ragdoll niet te dik wordt, kunnen ze dagelijks een beetje beweging gebruiken.
Ragdolls vinden het leuk om zelf met hun speeltjes te spelen, maar zij houden ook van spelletjes met hun baasje! Maak dus zeker iedere dag een paar minuten tijd om samen met je ragdoll te spelen. Misschien kan je je kat zelfs enkele trucjes aanleren? Door haar rustige en speelse karakter is de ragdoll perfect voor een gezin met kinderen. Ook met andere huisdieren zoals honden of knaagdieren heeft zij geen probleem. Woon jij in een appartement? Ook dan kan je een ragdoll in huis nemen! Deze kat vindt het namelijk helemaal niet erg om enkel binnenshuis te blijven. Als je een tuintje hebt, zal zij het wel leuk vinden om zo nu en dan buiten te komen.
Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een ragdoll nodig?
De verzorging van de ragdoll-vacht valt relatief goed mee, in vergelijking met die van andere langharige kattenrassen dan toch. Maar zeggen dat haar vacht onderhoudsvrij is, is dan weer een brug te ver. Dit kattenras heeft meestal een minder dikke ondervacht, waardoor ze minder sterk ruit en er zich minder snel knopen vormen. Let op, dat betekent niet dat je kat nooit een borstelbeurt nodig heeft! Toch mag je daarin niet overdrijven, want hoe vaker je borstelt, hoe meer de haren los komen te zitten. Focus je bij de ragdoll op hotspots voor knopen en haal je kam alleen boven waar zich beginnende knoopjes vormen. In dit artikel legt trimster Sarah Andries haarfijn uit hoe je de vacht van een ragdoll de allerbeste zorgen geeft.
Wat de voeding van de ragdoll betreft, is het belangrijk om te weten dat je ragdoll zeer voedzaam eten nodig heeft. Het zijn enorme katten, dus ze hebben dagelijks een flinke portie voeding nodig. Pas wanneer een ragdoll de leeftijd van drie of vier jaar heeft bereikt, is zij volgroeid. Op die leeftijd heeft zij dus minder eten nodig. Vanaf dan is het opletten geblazen: je wil namelijk niet dat je ragdoll te dik wordt! Zorg er ook voor dat je kat voldoende beweging krijgt.
Hoe vaker jij je ragdoll een borstelbeurt geeft, hoe minder haren er zullen rondvliegen
Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de ragdoll vatbaar?
Er zijn een paar erfelijke ziektes die typisch gekend zijn als ragdoll-kwaaltjes. Als je naar een goede fokker gaat, zal hij de ouderdieren altijd testen op deze aandoeningen zodat de kittens minder kans hebben om ze te krijgen. De ragdoll is gevoelig voor hypertrofische cardiomyopathie (HCM), een hartziekte. Daarnaast hebben veel ragdolls de erfelijke ziektes cystenieren (PKD) en chronische interstitiële nefritis (CIN), twee nierziektes. Omdat dit ras zo gevoelig is voor nierziektes, kan je haar het best natvoer geven.
Ragdolls zijn meestal volgroeid op een leeftijd van 3 à 4 jaar en de gemiddelde leeftijd van een ragdoll ligt tussen 12 en 15 jaar. Eens zij vier jaar oud zijn, zal de vacht dus ook niet meer veranderen van kleur.
Ragdolls bereiken een gemiddelde leeftijd van 12 tot 15 jaar!
Waarop moet je letten bij het kiezen van een ragdoll?
Ben jij nu helemaal overtuigd dat dit lieve kattenras helemaal iets voor jou is en ben je klaar om naar een goede fokker te gaan? Wacht dan nog even en lees eerst deze checklist waarin alles staat wat je moet weten!
- Als je een fokker bezoekt, let dan goed op de omgeving. Kijk naar de ouderdieren, de eet- en drinkbakjes, de broertjes en zusjes van het kitten dat jij wil kopen… Hebben de kittens voldoende ruimte om rond te lopen? Zijn de ouderdieren sociaal of eerder niet? Fokt deze fokker zeer veel verschillende rassen? Dat zijn allemaal vragen die verraden of je met een goede fokker te maken hebt. Merk je dat de kittens opgroeien in een ongezonde, slechte omgeving zonder hun moeder en dat je misschien wel te maken hebt met een broodfokker, koop dan nooit een kitten uit medelijden. Je denkt misschien dat je zo een kitten kan helpen, maar eigenlijk steun je vooral de broodfokker. Zolang hij inkomsten krijgt van kittens, zal hij blijven kweken in deze slechte omstandigheden. Een goede fokker zal ook altijd veel interesse tonen in jou en je gezin: hij wil namelijk dat zijn kitten in een leuk huisje terecht komt.
- Een ragdoll kitten kost ongeveer 850 euro. Als jij bij een fokker bent die zijn kittens aanbiedt voor een veel lagere prijs, dan zal dit waarschijnlijk wel een reden hebben. Misschien zijn de kittens geen echte ragdolls? Misschien hebben de ouderdieren erfelijke ziektes of zijn ze niet getest? Dat kan je makkelijk te weten komen door de officiële testresultaten van de ouderdieren op te vragen. Je kan te weten komen of je kitten een echte ragdoll is door de stamboom in te kijken. Naast dit document, krijg je bij je aankoop trouwens ook altijd een vaccinatieboekje mee.
Misschien kan je er ook eens over nadenken om naar een asiel te gaan en daar een kat te redden. De dierenasielen zitten helemaal vol en jij kan één van die diertjes een gouden huisje geven. Niet alleen help je daarmee het asiel, maar ook jezelf! De dieren in een asiel zijn vaak al volwassen, waardoor je veel minder tijd besteedt aan de opvoeding. De medewerkers van het asiel weten vaak ook heel veel over het karakter van de kat, waardoor zij je alle informatie kunnen geven die je nodig hebt om te bepalen of de kat goed in jouw huis past of niet. Daarnaast zijn ze altijd ingeënt, ontwormd, gechipt en gesteriliseerd of gecastreerd.
