Je kent sint-bernards misschien wel uit films, series of boeken waarin ze bekend staan als de ‘honden met het tonnetje om hun nek’. Dat verzinsel doet absoluut geen afbreuk aan de vele heldendaden die dit hondenras op zijn palmares heeft staan. De sint-bernard is een erg grote hond met een nog groter hart. Zijn gezin betekent de wereld voor hem, en hij doet dan ook niets liever dan zoveel mogelijk tijd met hen doorbrengen.
 
Zo’n joekel van een hond brengt natuurlijk de nodige uitdagingen met zich mee. Als trainer moet je bijvoorbeeld slim in je schoenen staan, want een trekkende sint-bernard neemt zo een loopje met jou. Daarnaast hangt er een behoorlijk prijskaartje aan zo’n grote hond, niet bij de aankoop, maar tijdens zijn hele leven: hij eet meer, heeft een grotere uitzet nodig en behandelingen bij de dierenarts zijn duurder. Ga jij bijna overstag om je huis te delen met deze grote vriendelijke reus? Lees dan snel verder.

Oorsprong – waar komt de sint-bernard vandaan?

Omstreeks 1050 stichtte de monnik Bernhard de Menthon een klooster op een bergpas tussen Zwitserland en Italië. Het klooster diende voornamelijk als onderkomen voor monniken, maar ook pelgrims onderweg naar Rome konden er terecht voor een slaapplaats. Monniken hielden vroeger vaak grote berghonden om zichzelf te beschermen en het domein te bewaken. Ook in dit klooster gingen de bewoners honden houden en ze begonnen hen bovendien op te leiden tot reddingshond. 
 
Sint-bernards werden ingezet om verdwaalde reizigers te zoeken in de sneeuw. Vaak bestond een reddingsteam uit twee honden, zodat één hond tegen het slachtoffer aan kon liggen om het warm te houden, en de andere hulp kon gaan halen. Ook bij lawines kwam de sint-bernard goed van pas. Met zijn grote, sterke poten kon hij makkelijk helpen slachtoffers uit de sneeuw te graven
 
Als je een afbeelding van een sint-bernard tegenkomt, kan je zien dat hij bijna altijd opgesmukt wordt met een klein tonnetje om zijn nek. In dat tonnetje zou de hond een hoeveelheid rum bij zich dragen om onderkoelde slachtoffers weer bij hun zinnen te krijgen. Jammer genoeg gaat het hier om een fabeltje, en droegen sint-bernards nooit zulke tonnetjes om hun nek (gelukkig maar, want alcohol drinken is geen goed idee als je onderkoeld bent).
zijaanzicht sint-bernard
Sint-bernards heeft een typisch dog-uiterlijk
close-up sint-bernard
Het donkere masker en de witte bles typeren hun gezicht

Uiterlijk – hoe herken je een sint-bernard? 

Sint-bernards zijn grote, gespierde honden met een bouw die typisch is voor dogachtigen. Naast hun hoofd hangen twee grote oren en hun donkere ogen worden omgeven door opvallend hangende oogleden. Wat hun vacht betreft, kan je sint-bernards opdelen in twee groepen: de langharige en de kortharige variant. De eerste is het meest gekend en heeft een middellange, licht golvende tot gladde vacht en de tweede heeft een korte, gladde vacht die zacht aanvoelt. De kleur van beide varianten is dezelfde: de vacht is roodbruin tot bruingeel terwijl de poten, staartpunt, borst en bles wit zijn. Vaak hebben ze ook in hun nek of kraag een witte vlek. Een donker masker op het hoofd maakt het geheel af. 
 

Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de sint-bernard?

Het gewicht van een gemiddelde sint-bernard schommelt tussen 64 en 90 kilogram. Teefjes worden meestal zo’n 65 à 80 centimeter groot, terwijl reuen al snel een schofthoogte tussen 70 en 90 centimeter kunnen hebben.
kortharige sint-bernards
Sint-bernardhonden komen ook met een kortharige vacht voor

Karakter en opvoeding – de sint-bernard is een gevoelige hond

De sint-bernard is een krachtige hond die er stoer uitziet, maar eigenlijk bijzonder lief is. Het is een aanhankelijke hond die graag tijd spendeert met zijn gezin en het meteen aanvoelt wanneer er iets aan de hand is. Sint-bernards zijn dan ook de eerste die je komen troosten met een warme knuffel wanneer je verdrietig bent. 
 
Vertrouwde gezichten kunnen steeds rekenen op een enthousiast onthaal en ook vreemden worden doorgaans vriendelijk begroet, tenzij de sint-bernard onraad ruikt. Met andere honden, katten en kinderen kan de sint-bernard meestal goed samenleven. Omwille van zijn rustige karakter, kan hij zelfs met kleine kinderen om, op voorwaarde dat hij (en de kinderen) leert hoe hij zich hoort te gedragen in hun nabijheid. Voor de zekerheid laat kinderen en honden nooit alleen en hou je altijd een oogje in het zeil.  
 
Als gevolg van zijn verleden als reddingshond, beschikt de sint-bernard over een uitstekend reukvermogen en een zeer goed oriëntatie- en uithoudingsvermogen. Je voelt het waarschijnlijk al aankomen, maar af en toe een klein wandelingetje in de straat volstaat dus niet voor deze kolos. Toch is het ook niet nodig om hem dagelijks helemaal uit te putten: doorgaans is de sint-bernard een vrij rustige huisgenoot. Meestal hebben de kortharige types meer nood aan fysieke uitlaatkleppen dan de langharige variant. Omdat een jonge sint-bernard best gedoseerd beweegt (omdat hij op korte tijd zoveel groeit is hij extra gevoel voor het ontwikkelen van gewrichtsproblemen), kan je hem best van kleins af mentale uitdagingen voorschotelen. Speuren, zoekspelletjes, voederpuzzels en trick training geven zijn hersens wat afleiding zodat hij minder behoefte heeft aan ellenlange wandelingen. 
 
De sint-bernard is daarnaast ook een erg zelfstandige hond die goed weet wat hij (niet) wil. Dat is natuurlijk niet zo gek, wetende dat hij jarenlang in zijn eentje door de sneeuw op zoek moest naar verdwaalde of gewonde mensen. Toch kan je hem vrij vlot de nodige handigheidjes aanleren, daarvoor kan je bijvoorbeeld langsgaan bij een goede hondenschool. Het heeft geen zin om deze hond op een fysieke manier te corrigeren tijdens zijn training: niet alleen zal je al flink je best moeten doen om zijn kracht te overklassen, het werkt ook averechts om je hond met straf te dwingen tot luisteren. Door goed gedrag te belonen en ongewenst gedrag te voorkomen, kom je het verst. Besteed bij een jonge sint-bernard extra veel aandacht aan het leren meewandelen aan een ontspannen leiband. Zo is het ook later, wanneer hij in de fleur van zijn leven is, nog steeds fijn om samen wandelingen te maken.
liggende sint-bernard
Ook al zijn sint-bernards rustige honden, toch moeten ze voldoende beweging krijgen

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een sint-bernard nodig? 

Sint-bernards zijn echte kwijlers en laten ook de omgeving rond hun drinkbak zelden droog. Met zo’n hond in huis zal je dus iets vaker de dweil moeten bovenhalen. Verder borstel je meerdere malen per week zijn dikke vacht om dode haren te verwijderen en klitten te vermijden. Voornamelijk achter de oren ontstaan vaak knopen, dus kijk dit regelmatig na. De sint-bernard heeft hangende oogleden, dus is het des te belangrijk om zijn ogen steeds schoon te houden en te controleren op eventuele irritaties of ontstekingen. Verder houd je de oren schoon en knip je de nagels bij wanneer deze te lang zijn. Vergeet ook niet om regelmatig zijn tanden te poetsen om zo een stinkende adem (en erger!) te voorkomen. 
 
Geef jouw sint-bernard bij voorkeur meerdere kleine maaltijden per dag na het wandelen om een maagkanteling (zie verder) te voorkomen. De hoeveelheid voeding moet afgestemd zijn op zijn grootte, leeftijd, gewicht en activiteitsniveau. Ook al is de sint-bernard een grote hond, toch eet hij gemiddeld iets minder dan andere grote hondenrassen. Dat komt omdat hij over het algemeen een rustiger karakter heeft en daarom ook iets minder beweging nodig heeft en sneller overgewicht ontwikkelt.  
 

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de sint-bernard vatbaar?

Sint-bernards worden gemiddeld 9 jaar oud, maar kunnen tijdens hun leven te maken krijgen met heel wat gezondheidsproblemen: 
 
  • Entropion & ectropion: twee oogaandoeningen die veroorzaakt worden door het teveel aan huid rond het hoofd. Bij entropion krullen de oogleden (deels) naar binnen, bij ectropion krullen ze (deels) naar buiten. Dat kan zowel bij de onderste als bij de bovenste oogleden gebeuren. Wanneer het ooglid naar binnen krult, schuren de wimpers constant tegen het hoornvlies aan en veroorzaken zo irritaties en ontstekingen. Wanneer het ooglid naar buiten krult daarentegen, zal het oog abnormaal veel blootgesteld worden omdat er een te grote oogspleet ontstaat. Daardoor kan het oog geïrriteerd raken en ontsteken. Ectropion en entropion kunnen in lichte gevallen behandeld worden met oogzalf, maar zullen vaak een operatieve ingreep vereisen om de oogleden te corrigeren.
 
  • Maagkanteling of maagtorsie: acute ziekte die voornamelijk optreedt bij grote honden omdat er meer plaats is in de borstkas en de maag daardoor makkelijker omkantelt. De maag draait dan om haar as, waardoor ze afgesloten wordt en gevuld raakt met lucht. De bloedcirculatie raakt geblokkeerd, waardoor er maagweefsel kan afsterven. Symptomen zijn: rusteloosheid, mislukte pogingen tot braken en een opgezette buik. Heeft je hond last van deze symptomen, raadpleeg dan zo snel mogelijk een dierenarts. Snel handelen is van levensbelang! Een maagkanteling gebeurt bijna altijd met een gevulde maag. Het is daarom aan te raden je hond twee keer per dag kleine porties te geven in plaats van één grote en om na het eten een rustmoment in te lassen. 
 
  • Epilepsie: epileptische aanvallen ontstaan ten gevolge van een verstoorde elektrische activiteit in de hersencellen. Tijdens zo’n aanval verliezen de honden meestal (deels) hun bewustzijn en nemen ze krampachtige houdingen aan. Bij grote hondenrassen is epilepsie vaak erfelijk, maar de ziekte kan ook het gevolg zijn van een andere onderliggende aandoening. De aanvallen kunnen in aantal verminderd worden met behulp van medicatie, maar in sommige gevallen zal men nooit de juiste dosis kunnen afstellen.
 
  • Heup- en elleboogdysplasie: gewrichtsaandoening die voornamelijk grote honden treft. Meestal treden de eerste symptomen reeds op jonge leeftijd op. Omdat bepaalde gewrichtsdelen niet goed in elkaar passen, slijten deze in snel tempo af en ontstaat er artrose. Dat veroorzaakt veel pijn en beperkt de mobiliteit van de honden. Deze aandoeningen zijn deels erfelijk belast, maar een onaangepast bewegingspatroon op jonge leeftijd en een té snelle groei kunnen kunnen gewrichtsproblemen verergeren. Omdat de sint-bernard een bijzonder grote hond is, kosten hersteloperaties gevoelig meer dan bij een kleiner hondenras. 
 
  • Botkanker (osteosarcoom): een van de meest voorkomende kankers bij honden. Bij botkanker ontstaan er snel groeiende tumoren in de poten die vaak uitzaaien naar de longen. De honden krijgen hevige pijn in het desbetreffende poot en ondervinden vaak moeilijkheden met wandelen. Om te ziekte te genezen, moet men de poot waarin de tumor zich bevindt, amputeren. Dit kan enkel wanneer de kanker nog niet is uitgezaaid naar de rest van het lichaam.
 
  • Hartfalen: sint-bernards lopen een verhoogd risico op hartfalen ten gevolge van een uitgerekte hartspier. Daardoor kunnen hartritmestoornissen optreden, omdat het hart het bloed niet meer voldoende snel kan wegpompen. Vaak treden er geen symptomen op, maar in sommige gevallen kan de hond flauwvallen of zelfs plotseling overlijden. De aandoening kan behandeld worden met behulp van medicatie. 
sint-bernard pup
Reeds op jonge leeftijd kunnen sint-bernards last krijgen van heup- en elleboogdysplasie

Waarop moet je letten bij het kiezen van een sint-bernard puppy?

Ben je helemaal verliefd geworden op de sint-bernard en wil je graag zelf eentje in huis halen, maar weet je niet waar te beginnen? Wij zetten je op het juiste spoor met deze checklist:
 
  • 'Bezint eer gij begint'. Met andere woorden: denk zeer goed na vooraleer je effectief een hond aankoopt. Heb je voldoende tijd om elke dag opnieuw voor het dier te zorgen en het de aandacht te geven die het verdient? Ook op financieel vlak kan een grote hond zoals deze een grote extra kost betekenen.
 
  • Ga op zoek naar een goede verkoper en koop nooit een hond bij een broodfokker. Weet je niet zeker of je met een broodfokker te maken hebt? Controleer dan volgende zaken: krijg je de moederhond te zien? Heeft de fokker meer dan twee nestjes tegelijkertijd? Zien de puppy’s er levendig en gezond uit? Biedt de fokker slechts pups van één of maximum twee rassen aan? Worden de pups grootgebracht in huis en maken ze deel uit van het gezinsleven? Kan je meerdere malen ‘nee’ antwoorden op deze vragen, dan koop je beter geen pup van deze fokker. 
 
  • Vergeet niet dat je jouw droomhond ook in een asiel kan vinden! Ga dus zeker eens een kijkje nemen bij een herplaatsingsorganisatie bij jou in de buurt. Bovendien heeft het adopteren van een volwassen dier heel wat voordelen: het is vaak al zindelijk, grotendeels opgevoed en zal je bijzonder dankbaar zijn.
 
  • Heb je de ideale puppy (of oudere hond) gevonden, dan krijg belangrijke documenten zoals de stamboom en het identiteitsboekje met je mee naar huis. De hond is ook gevaccineerd, gechipt en ontwormd. Opgelet: een pup mag pas na minimaal 8 weken het nest verlaten!
 

Dit zijn nog meer grote hondenrassen

  • Boerboel: deze keer niet uit Italië of Zwitserland, maar helemaal vanuit Zuid-Afrika. De boerboel is een grote, moedige hond die tot wel 90 kilogram kan wegen. Het is dus ook bij dit ras belangrijk op jonge leeftijd beginnen met een gehoorzaamheidscursus.
 
  • Leonberger: de leonberger heeft dankzij zijn volle, weelderige manen veel weg van een leeuw. Het is een trouwe, vriendelijke hond met een uitstekende werkethiek. Jammer genoeg krijgt hij te maken met dezelfde aandoeningen als de sint-bernard. Vooral heupdysplasie en botkanker komen regelmatig voor bij honden van dit ras.
 
  • Newfoundlander: fluffy, zo kan je de newfoundlander het best beschrijven. Deze gigantische, harige dieren zijn, net zoals de sint-bernard, echte familiehonden. 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen