Beestig

Oorsprong – waar komt de boerboel vandaan?

De boerboel is afkomstig uit Zuid-Afrika. In de naam kan je enerzijds het woord ‘boer’ vinden, wat verwijst naar zijn rol als waakhond op boerderijen. ‘Boel’ is dan weer een oud Afrikaans woord voor ‘hond’. Over de geschiedenis van dit hondenras gaan verschillende verhalen de ronde. Zo zegt men wel eens dat de boerboel is ontstaan uit kruisingen van Afrikaanse honden enerzijds en Nederlandse, Britse en Franse honden anderzijds – een combinatie gecreëerd door de kolonisten, kortom. Een andere legende vertelt dan weer dat een diamantbedrijf verschillende bullmastiffs meenam naar Zuid-Afrika, waar ze werden ingezet als waakhonden bij de mijnen. Deze honden werden vervolgens gekruist met de inheemse honden om de boerboel te bekomen. In Zuid-Afrika werd dit hondenras vooral gebruikt als waakhond, maar tegenwoordig is hij zeker ook een geschikte gezinshond. Tot op heden wordt de boerboel niet erkend als officieel ras door het FCI, maar er zijn wel rasverenigingen die waken over het voortbestaan van het ras met de originele kenmerken en een goede gezondheid. 

 
Uiterlijk – hoe herken je een boerboel? 

De boerboel is een molosser, een grote dog. Dat zie je terug in zijn brede, vlakke kop met een eerder korte, stompe snuit en zijn zwaar gebouwd lichaam. Andere hondenrassen die tot deze categorie behoren, zijn de bordeauxdog, de cane corso en de rottweiler.  

Naast dit stoere uiterlijk typeert de boerboel zich ook door zijn vele huidplooien, die helaas ook voor verschillende ongemakken bij de hond zorgen (zie verder). Op die huid heeft de boerboel een korte vacht, die weinig vachtverzorging vereist. De vacht varieert van lichtgeel tot donkerrood, soms gestroomd en meestal met een zwart masker. Kleine witte aftekeningen komen soms voor, maar zijn minder gewenst. De neus heeft altijd een zwarte kleur.
 

Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de boerboel?

De boerboel is een grote, zware hond. Een reu wordt al snel 66 centimeter, terwijl een boerboel-teef minstens 61 centimeter groot wordt. Het is echter geen uitzondering om een boerboel tegen te komen die een hogere schofthoogte heeft. Bij die lengte hoort ook een enorm gewicht, dat kan variëren van 60 kilogram tot wel 90 kilogram. De boerboel is dus een echte kolos! 
 

Karakter en opvoeding – de boerboel is een moedige hond met veel energie

De boerboel karakteriseert zich vooral door zijn moed. Eens de boerboel je als zijn vriend beschouwt, zal hij alles voor je doen en altijd voor je klaar staan. Hij is ook niet bang om de wacht te houden en het huis te beschermen tegen indringers. Zorg dus voor een goede omheining en laat de tuinpoort nooit los wanneer je hond buiten is. Gelukkig is de boerboel wel bereid om vreemdelingen op zijn terrein te dulden wanneer zijn eigenaar zegt dat het ok is. 

Een goede socialisatie is met dit type honden van groot belang en is noodzakelijk voor de ontwikkeling tot een vriendelijke, aanhankelijke en trouwe gezinshond die ook met de kinderen en andere huisdieren een goede band kan opbouwen. Leg je kinderen altijd uit hoe ze om moeten gaan met de hond des huizes en hou steeds een oogje in het zeil. Wees extra waakzaam met vriendjes die komen spelen, want de boerboel durft misschien tussenbeide komen wanneer het spel te wild wordt en hij ‘zijn’ kinderen te hulp wil snellen.  

De boerboel is meestal rustig in huis, maar heeft ook een redelijk hoog energiepeil. Dat betekent dat hij niet tevreden zal zijn met een blokje om. Deze hond heeft nood aan meer beweging in de vorm van lange wandelingen, hondensporten en spelletjes. Daarnaast kan je hem mentaal uitdagen met hondenpuzzels of door hem trucjes aan te leren. 

Denk eraan dat de boerboel tot wel 90 kilogram kan wegen. Daarom is het belangrijk om tijdens de opvoeding van je boerboel meteen veel aandacht te besteden aan het leren wandelen aan een ontspannen lijn, zonder te trekken, en aan het netjes begroeten van familieleden zonder op te springen. De opvoeding van een boerboel gebeurt best op een zachte, doch kordate manier. Consequent zijn is de boodschap en het ganse gezin moet zich aan dezelfde regels houden. De boerboel is dan ook geen hond voor beginners, mede dankzij zijn gigantische formaat. 
 

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een boerboel nodig? 

De vacht van de boerboel heeft niet veel verzorging nodig. Geef je hond niet meer dan één keer per week een borstelbeurt, anders zal je zijn huid beschadigen door de korte vacht. Tijdens de rui kan je hem soms wel een extra borstelbeurt geven om al het losse haar te verwijderen. Ten slotte moet je regelmatig de oren, ogen en uitgesproken huidplooien van je hond nakijken. Het gerimpelde uiterlijk van deze hond is een ideale broeihaard voor allerlei vuiltjes die tot ontstekingen kunnen leiden. Ook de tanden en de nagels van de hond moeten verzorgd worden indien nodig.
 
Daarnaast is het belangrijk om de boerboel een evenwichtige voeding te geven. Jonge boerboels mogen geen te energierijk voer krijgen, omdat een snelle groei vaker leidt tot gewrichtsproblemen, een aandoening waar dit grote ras extra gevoelig aan is. Bovendien is het noodzakelijk om vooral tijdens het eerste levensjaar de hoeveelheid beweging van deze kolossen te doseren. Trappenlopen en in de zetel of de auto springen is helemaal uit den boze. Ook later in zijn leven moet het dieet van de boerboel nauwgezet in de gaten gehouden worden, zodat hij geen overgewicht of obesitas ontwikkelt, waardoor de gewrichten nog meer onder druk komen te staan.

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de boerboel vatbaar?

De boerboel is een erg groot hondenras, wat maakt dat hij gevoelig is voor verschillende kwaaltjes aan de gewrichten, zoals de heup, de elleboog en de knie. 
 

• Elleboogdysplasie: door drukverschillen in de elleboog ontstaat er schade in het ellebooggewricht. Dat uit zich vervolgens in kreupelheid en chronische pijn bij de hond.
• Heupdysplasie: bij heupdysplasie passen de verschillende onderdelen van het heupgewricht niet goed op elkaar waardoor er slijtage ontstaat. Net als bij elleboogdysplasie ontstaan er daardoor kreupelheid en bewegingsproblemen.
• Patella luxatie: ook wel een losse knieschijf genoemd. Deze aandoening wordt veroorzaakt doordat de verschillende onderdelen van het kniegewricht niet goed in elkaar passen. Daardoor verschuift de knieschijf bij iedere beweging, waardoor er artrose ontstaat. Uiteraard is dat erg pijnlijk voor de hond, waardoor hij afwijkend zal lopen.
• Gescheurde voorste kruisband: De knie verliest een groot deel van zijn stabiliteit waardoor de hond bewegingsproblemen krijgt. Bovendien kunnen er door deze gewrichtsaandoening artrose en problemen met de meniscus ontstaan, wanneer ze niet zo snel mogelijk behandeld wordt. 

 
Daarnaast heeft de boerboel ook enkele typische aandoeningen die gerelateerd zijn aan zijn huid. Die aandoeningen worden veroorzaakt door de huidplooien die typisch zijn voor dit ras. Tenslotte komt ook epilepsie voor binnen dit ras. De boerboel bereikt een gemiddelde leeftijd van 11 jaar. 
 

Waarop moet je letten bij het kiezen van een boerboel?

Ben jij helemaal verkocht voor het stoere uiterlijk én het moedige karakter van de boerboel? Overweeg dan eerst alle uitdagingen die bij het houden van dit ras komen kijken: je wordt verwacht veel tijd te steken in de socialisatie en opvoeding van je hond, hebt voldoende tijd en ruimte nodig én mag niet zomaar op reis vertrekken met je gloednieuwe oogappel omdat hij in sommige landen niet welkom is. Hou er ook rekening mee dat een grote hond meer kost: niet in aanschaf, wel in zowat alles wat je tijdens de rest van zijn leven moet aankopen: voeding, manden, halsbanden, medicatie, operaties … 

Wij geven je alvast een checklist mee om op zoek te gaan naar een goede fokker.  

• Socialiseren begint al bij de fokker. Om dat goed te kunnen doen, heeft een goede fokker nooit meer dan 2 nestjes tegelijkertijd. Zoek naar een fokker die zijn pups in huis laat opgroeien samen met de moeder, terwijl het gezinsleven gewoon verder draait. Zo maken de puppy’s reeds kennis met allerlei mensen, geluiden en dingen die ze ook in hun verdere leven nog zullen tegenkomen. Check ook of de dieren er gezond en alert uitzien. Vraag ook of je kennis mag maken met de moederhond. Als die niet aanwezig is, zoek je beter naar een andere fokker. 
• Als je overgaat tot aankoop, krijg je van de fokker officiële documenten zoals de stamboom en het vaccinatieboekje van jouw puppy mee. Daarnaast is je hond ook ontwormd, gechipt, geregistreerd en gevaccineerd. 
• Neem ook eens een kijkje in het asiel. Daar zitten enorm veel honden die wachten op een nieuw huisje. Honden van dit type belanden vaker dan gemiddeld in het asiel, omdat men de opvoeding en verzorging van zo’n grote hond nog al te vaak onderschat.

 

Dit zijn nog meer grote hondenrassen

• Berner Sennen: De Berner Sennen is ook groot, maar lang niet zo groot als de boerboel. Bovendien ligt zijn energiepeil een stuk lager en is de berner veel meer een allemansvriend dan de boerboel: hij houdt van kinderen, andere huisdieren én bezoekers! 
• Duitse dog: met een schofthoogte van 80 centimeter is dit de grootste hond in het lijstje. Vergis je echter niet, ondanks zijn enorme lengte is het een echte knuffelbeer voor zijn gezin. 
• Newfoundlander: de newfy bereikt een gemiddeld gewicht van 68 kilogram. Net als de Berner Sennen is dit een echte gezinshond die vriendelijk is tegen iedereen die zijn pad kruist.