De sint-hubertushond of bloedhond is groots in zijn fysiek, karakter én geschiedenis. Op het eerste zicht zou je hem als loom of slaperig kunnen omschrijven door zijn hangende oogleden en gerimpelde vel, maar deze reusachtige viervoeter houdt van actief bewegen – liefst met zijn speurneus vlak boven de grond. Door zijn zachtmoedige aard kan hij ook goed overweg met kinderen, een fijne gezinshond voor sportieve families dus! Hou wel rekening met de grootte en kracht van deze hond met Belgische roots. In een 10 op 10 meter appartement zal hij bijna letterlijk de muren oplopen.
 
 
 

Oorsprong – waar komt de bloedhond vandaan?

België staat bekend om haar pittoreske frietkoten, verrukkelijke chocolade en … gigantische sint-hubertushonden! In de jaren 900 werd het ras voor het eerst bewust gefokt in de Belgische Ardennen, in een klooster nabij Adange. Hun doelpubliek? De bovenste trede van de sociale ladder. Alleen koningen, hoge adel en religieuze leiders konden zich een prestigieuze ‘Saint-Hubert’ veroorloven. Ieder jaar werden er zo 3 koppels aan het Franse koninkrijk geleverd. Ze werden dan ingezet als jacht-, zweet- of speurhond. Later, toen Willem De Veroveraar Groot-Brittannië binnenviel, bracht hij ook enkele bloedhonden mee.
 
De sint-hubertus van vandaag vertoont wek grote verschillen met het oorspronkelijk Belgische ras. De verklaring hiervoor ligt bij verschillende bronnen. De Britten kruisten de bloedhond eerst met talbots (een groot ras dat uitgestorven werd verklaard in de 16de eeuw). Door de Industriële Revolutie werd de jacht steeds minder interessant en dus werden jachthonden, als de Duitse staande hond en de Engelse springer spaniël, overbodig op Brits grondgebied. Enkele liefhebbers besloten verder te gaan met de fok om het ras zo klaar te stomen voor hondenshows. Door hun gretigheid en gebrek aan kennis wordt de sint-hubertus van vandaag de dag nog steeds geplaagd door een hoge kans op erfelijke aandoeningen. Van een gewiekste en krachtige jachthond is een millennium later geen sprake meer, wel een fijne gezinshond en een prima speurneus.
 
 

Waar komen de namen sint-hubertus en bloedhond vandaan?

Deze majestueuze hond werd vernoemd naar een edelman, Hubertus. Volgens de legendes zou hij tijdens een jachtpartij een visioen gekregen hebben over een hert en het heilige kruis. Was het wijn of oververmoeidheid, dat weet niemand, maar de man besloot daarna zijn leven te wijden aan het monnikschap. Na zijn overlijden werden zijn stoffelijke resten naar het klooster in Adange gebracht, waarna hij heilig werd verklaard. Oké, maar waar komt de naam bloedhond dan vandaan? Met de term ‘bloed’ wordt er verwezen naar zijn verleden als zweethond waarbij het dier geschoten prooidieren moest opsporen. Het ras is dus absoluut niet ‘bloeddorstig’. Integendeel, het is een zachtaardige viervoeter die goed was in zijn job.
Slapende bloedhond
Een bloeddorstige bloedhond? Meer een schattige knuffelbeer!

Uiterlijk – hoe herken je een sint-hubertushond? 

De sint-hubertus is een grote, sterke jachthond met een proportionele bouw. Hij is erg gespierd, al valt dat niet meteen op door zijn dunne hangende huid met plooien. Vooral in zijn gezicht en in de hals zijn heel wat rimpels aanwezig, waardoor deze lichaamsdelen jammer genoeg vaak last hebben van bacteriële infecties. Bij te veel huidplooien voldoet de hond niet aan de rasstandaard. Zijn ogen liggen mooi in de kas, ook al lijken ze diep te liggen door zijn hangende oogleden. Zo lijkt hij af en toe ook een bedenkelijke frons te hebben. Hij heeft een groot, maar smal hoofd met typerende hangende kaken en een zwarte of bruine snuit. Zijn neus valt in de eerste plaats niet op, maar hij is behoorlijk indrukwekkend. Zo kunnen bloedhonden tot wel 72 uur na een gebeurtenis nog sporen ontdekken (de perfecte politiehond dus). Hun oren kunnen langer worden dan 20 centimeter en flappen vrolijk langs het hoofd. De poten en staart zijn erg gespierd en hebben een strakke huid. 
 
De bloedhond is kortharig met een vacht die in 3 kleurtypen voorkomt:
 
  • Black en tan: bij het zadelpatroon is de hond voornamelijk tankleurig, behalve op rug. Daar heeft hij een grote zwarte vlek. Bij het mantelpatroon is zwart de hoofdkleur. Enkel de poten en snuit zijn dan tan.
 
  • Liver en tan: ook bij dit kleurtype komen het zadel- en mantelpatroon voor. Het onderscheid is hier echter niet altijd duidelijk, waardoor een vermennging van de kleuren wel is toegelaten.
 
  • Rood: de enige, toegestane eenkleurigheid. Het rood kan variëren van licht tot intens.
 
Kleine witte vlekken op de borst, voeten en staartpunt zijn toegestaan volgens de rasstandaard, maar eerder ongewenst op shows. 
Een speurende sint-hubertus
Een sint-hubertus met tankleurige vacht en zwart zadelpatroon speurt de weide af

Grootte en gewicht – hoe groot en zwaar wordt de sint-hubertushond?

Bloedhonden zijn één van de grootste hondenrassen van vandaag, maar reuen en teven verschillen toch enkele centimeters. Een reu wordt gemiddeld 68 centimeter, waar dat bij een teef slechts 62 centimeter is. Ook qua gewicht zijn het kanjers: een reu mag tussen de 46 en 54 kilogram wegen, een teef klokt af op 40 tot 48 kilogram.
 
 

Karakter en opvoeding – de bloedhond hecht zich graag aan zijn eigenaar

De sint-hubertus is lief, zachtaardig en gemoedelijk met een tikkeltje eigenwijsheid. Die vertoont hij alleen wanneer hij te ruw of onrechtvaardig behandeld wordt. Zijn ideale gezin heeft dus best een gelijkaardig karakter. Verder weet hij als geen ander hoe je met kinderen moet omgaan. Een zekere socialisering is natuurlijk sterk aangeraden, maar agressiviteit zit niet in zijn aard. Ook met andere huisdieren kan hij goed overweg, maar een opvoeding samen met hun is opnieuw een plus. Met andere honden zoekt deze lieve goedzak meestal geen problemen.
 
Hij is een van de aangenaamste huisgenoten die je ooit zal hebben. Zo is hij rustig en zal je hem zelden zijn zware blaf horen. Hij is trainbaar, al blijft hij wel zijn eigenzinnige zelf. Aangelijnd wandelen lukt, al is een nieuwe geur wel altijd interessant voor ras met jachthondenbloed. Hij zal misschien geen lintjes winnen in de hondensport, maar met hem naar de hondenschool gaan is een goed idee. Zo ontwikkelt zijn sociale aard zich niet alleen vlotter, maar leert hij ook d.m.v. beloningen wat gewenst gedrag is. Bloedhonden zijn door hun sterke intuïtie erg gevoelig voor jouw gemoed. Geef dus geen overdreven strenge signalen, zo wordt deze hond jouw persoonlijke sidekick voor het leven. Hij zal zich aanhankelijk naar je opstellen en voor goedkeuring jouw richting uitkijken. Hij heeft echt nood aan gezelschap, waardoor hij liever niet de ganse dag alleen zit te wachten tot je werk gedaan is.
Sint-hubertushond en kat
Sint-hubertushonden zijn echte allemansvrienden

Voeding en verzorging – welke verzorging heeft een sint-hubertushond nodig? 

De sint-hubertus heeft weinig zorg nodig, naast de erfelijke kwaaltjes die hij misschien met zich meedraagt (hier lees je meer over in het volgende hoofdstuk). Zijn kortharige vacht moet regelmatig eens doorgeborsteld worden en zijn lange oren kunnen na het eten wel een wasbeurt gebruiken. Door zijn hangende wangen is het moeilijk om alles netjes te houden, dus zal je wel wat last hebben van speekselsporen die hij af en toe achterlaat. 
 
Hij heeft voornamelijk nood aan een ruime uitlaatklep voor zijn energie, niet alleen door eenzaam in je tuin te lopen. Hij wordt graag fysiek uitgedaagd, maar bovenal houdt de sint-hubertushond van snuffelen. Ook tijdens het wandelen kan het zijn dat het jachtinstinct de bovenhand neemt, maar dan is het aan jou om je viervoeter zo op te voeden dat hij snel teruggeroepen kan worden. Heb je even wat extra vrije tijd, waarom knutsel je dan geen snuffeltocht- of puzzel in elkaar? Geen zorgen, deze speurneus blijft tot het laatste snoepje zoeken, dus er blijven geen restjes in je tuin liggen. 
 
Qua voeding moet je vooral bij een jonge bloedhond erop letten dat hij niet té veel energie binnen krijgt. Je wil immers niet dat zijn botten nog sneller gaan groeien, want dat werkt gewrichtsproblemen in de hand. Later in het leven is het met dit hondenras uitkijken voor overgewicht. Om maagkanteling te voorkomen (een dodelijke aandoening die wel eens bij dit ras voorkomt) geef je zijn voeding best verspreid over twee kleinere maaltijden en las je een paar uur rust in na het eten. 
 
 

Gezondheid en levensverwachting – voor welke kwaaltjes en ziektes is de bloedhond vatbaar?

De gemiddelde leeftijd van de bloedhond is 10 à 12 jaar. Door de amateuristische kweek in de 20ste eeuw werd het ras wel blootgesteld aan heel wat erfelijke aandoeningen en kwaaltjes. Een nauw contact met je dierenarts is dus aangewezen wanneer je eigenaar bent van een sint-hubertushond. Weet wel dat grotere honden gepaard gaan met duurdere rekeningen, want ze meer medicatie nodig hebben.  ‘Een gewaarschuwd man is er twee waard’, daarom lijsten we enkele van de meest voorkomende aandoeningen en stoornissen op:
 
  • Elleboog- en heupdysplasie: een erfelijke, pijnlijke ontwikkelingsstoornis aan de elleboog of heup die vooral voor bij grote honden voorkomt.
 
  • Bij degeneratieve myelopathie wordt het ruggenmerg van aangetast waardoor een dronkenmansloopje ontstaat en later zelfs verlamming van de achterpoten.
 
  • Keratoconjunctivitis sicca (KCS): door gebrek aan traanvocht ontsteekt het hoornvlies en knippert de hond veel met de ogen.
 
  • Maagkanteling: deze aandoening komt voornamelijk voor bij grote honden met een diepe borstkas en is dodelijk bij 1 op de 3 gevallen. 
 
  • Huidplooidermatitis of intertrigo: de overtollige huidplooien van de bloedhond, die jammer genoeg voorgeschreven staan in zijn rasstandaard, kunnen makkelijk ontsteken.
 
  • Otitis externa: door de hangende oren van de bloedhond, hoopt er zich heel wat vuiligheid op in het buitenste gehoorkanaal waardoor chronische ontstekingen kunnen ontstaan. 
 
  • Patella luxatie: de knieschijf komt los te zitten van het gewricht, waardoor de hond kreupel loopt. 
 
  • Ooglidaandoeningen: bij cherry eye zwelt het derde ooglid op. Ectropion is een erfelijke stoornis waarbij de oogleden zich naar buiten draaien. Bij entropion draaien de oogleden zich naar binnen. In deze 3 gevallen wordt het hoornvlies aangetast en heeft de hond chronische irritaties.
Bloedhond in het water
Bij bloedhonden, die graag in water ploeteren, stapelt het vuil zich sneller op in de oren

Waarop moet je letten bij het kiezen van een sint-hubertuspup?

Bij de aankoop van een pup stel je jezelf eerst de vraag of je in staat bent om voor een ander levend wezen te kunnen zorgen, en dat voor een lange termijn. Bij de bloedhond zijn dagelijkse wandelingen en veel gezelschap het minimum van zijn noden. Ook heeft hij als grote hond een zeker prijskaartje. Ze eten meer en de medische behandelingen zijn vaak duurder.
 
Daarna ga je op zoek naar een goede fokker. Bij de sint-hubertus is het aangewezen om een stamboomfokker te contacteren. Het ras neemt heel wat erfelijke bagage met zich mee, waardoor zijn stamboom een belangrijke indicator vormt van zijn gezondheid. Een gouden tip: verzamel zoveel mogelijk informatie op voorhand (via het internet of door een kennis), zodat je broodfokkers onmiddellijk kan ontmaskeren. Zo zijn meerdere nesten, geen ontmoeting met de ouderdieren en vuile hondenrennen slechte tekens. Je mag ook gerust vragen of je een afspraak kan maken nog voor de pups zijn geboren. Zo kan je je volledig focussen op de fokker, zijn opvoedingsmethodes, de socialisatie … nog voor je hart smelt bij de aanblik van een jonge pup. 
 
Maakt de stamboom voor jou minder uit en deins je niet terug voor een uitdaging? Overweeg dan zeker een asielhond. Vaak hebben honden in asielen wel al een rugzakje, maar ze hebben ook heel wat voordelen. Zo zijn ze vaak al zindelijk, weten de asielmedewerkers met welke dieren ze overweg kunnen en hebben ze reeds een basisopvoeding genoten.
 
  

Nog meer grote & gezapige honden:
 

  • Sint-bernard: ook vernoemd naar een heilig mannetje in de jaren stillekes, heeft de sint-bernard veel gelijkenissen met de sint-hubertushond qua karakter. Twee grote vriendelijke reuzen die aanhankelijk zijn ten opzichte van hun gezin en goed kunnen omgaan met kinderen.
 
  • Duitse dog: Hij heeft veel weg van de bloedhond, al is hij nog een behoorlijk stuk groter en zwaarder. Hij heeft kortere oren, zijn blik is meer intriest, maar de ingezakte mondhoeken hebben ze van elkaar gestolen.
 
  • Bullmastiff: Hij zit er een stuk strenger uit dan de sint-hubertus, maar is minstens even lief. Geen lange oren of verdwaasde blik, maar wel een gerimpelde hals en bedenkelijke frons.
   
 

Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen